Onze Stam. Jaargang 1910(1910)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende O Vrouw.... O Vrouw, lik 't heimlik stille zomeravond-blozen, - er vlokken aan den einder ruikers roode rozen, de zoen-rozen, die ik op uw wang mag lezen met zachten mond; - is, Vrouw, uw indrukwekkend wezen. O Vrouw, de rozen slensen; avondblozen sterft; en door het deemster, snakkend, koperrood geverfd, - O gij blijft schoone, vrouw, - in 't eenzaam gapend graf verzinkt 'n laatste veege vlek, den einder af. Bedwelmend schoone zijt ge, vrouwlief, lik de maan, die op den donkren hemel, als 'n blanke zwaan Op 't mijmrend vijvervlak, te drijven ligt. O Vrouw! De zon'ge stralen uit uw heldere oogen. blauw, - 'k zie in uw wondre ziele diep, mijn ziel geprint.... Hoe schoon toch zult ge wezen.... moeder, met uw kind! Jul Krekel. Vorige Volgende