zekeren ongelukstoestand brandden er vreemde, wilde begeerten in hem op. Niet meer alleen naar het liefdevol-schoone, hetgeen vroeger zijn hoogste ideaal was, doch naar iets, inderdaad aangrijpends, doch tegelijkertijd angstwekkend-vreeselijks.
Zoo zou hij gewild hebben in slapelooze hersen-werkensmoede nachten, als Nero, honderd slaven tot z'n bezit en die tot bloedens toe te laten, te hooren mis... handelen.... Hun gillen zouden hem rust geschonken hebben.... niet de schorre líjdens-kreets zelf. Maar hetweten dat er lieden, menschen, gepijnigd werden. O! dat zou hij dan schoon gevonden hebben: een ideaal even waanzinnig, doch voor hem niet minder schoon, dan de liefde van Vinicius jegens in Lygia in ‘Quo Vadis?’
En op dien avond, dien ik boven beschreef, was zijn verlangen naar een brand.... Een reuzenbrand wilde hij zien: een vlammende bevrediging voor zijn idealen. Idealen: geboren om één dag te leven en dan te sterven. Maar voor het oogenblik hem de kracht en van waanzin gevende....
Hij liep in gedachten verzonken op een breede kade voorbij een park.... toen eensklaps hij zijn oogen opsloeg.... en zag hemel in vuur en vlam.... in het Westen, waar de zon daalde.
‘De brand.... mijn brand’.... bruiste het in hem.... ‘daarheen, daarheen’.... dahin, lasz uns Geliebter zieh'n....
O! wat meende hij nu de verwezenlijking van het ideaal, dat hem heilig was, dichte nabij te zijn.... en bereiken wilde hij het.... Hij zette het op een loopen.... de menschen dachten, dat hij gek was.... doch lieten 'm... hij liep.... de stad uit, maar steeds bleef het vuur even ver van hem verwijderd.
Hij liep.... hij hield vol.
De zolen scheurden van zijn schoenen, de hoed woei hem van het hoofd.
Hij liep... hij hield vol.
Een steen lag midden op den weg... hij struikelde in zijn dolzinnigen wedloop met de zon... Hij stond weer op... zag zijn ideaal, de brand vóór zich: tergend steeds vóór zich... zelfs schenen de vlammen te minderen, leek de roode gloed af te nemen, zijn ideaal te vervluchtigen.... hij moest zich haasten; hij wilde, zonder te weten, te voelen moeheid, zijn doel bereiken...
Hij liep... hij hield vol.