Onze Stam. Jaargang 1909
(1909)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 181]
| |
[Nummer 6] | |
Voorbij
| |
[pagina 182]
| |
Maar evenals die lentedag in dankb're herinnering blijft gloren,
Zoo blijft uw beeld, het beeld van mijne liefste-zij,
Die 'k weer verloren heb.... mij eeuwig toebehooren!....
| |
Idealen.
| |
[pagina 183]
| |
en 'k adem hol-heete luchten...
Eén schrede nog en ik zal krimpen
in vreugde-bloedkleur-pijn...
...bereikt...!... Vervloekt...!
Nóg niet mijn ziel zich laven kan...
- En stervend opgaan
in mijn helsche vreugd
mag ik nog niet...
Elastisch draaikolkt terug de vlam
in spitse buiging-in...
o! Hellevuur, uw vleeschlijk pijnen
mag ik nog niet voelen priemen
door dorstende ziele-mijn...
IV.
Maar - o! ik wil...
ik wil...
ik zal wel pas na pas,
tred na tred,
voortschrijden...
recht aan
vast aan
op mijn doel...
* * *
Recht aan
vast aan
op mijn doel...
* * *
Verdoemd... daar schiet weer neder
de groene vlam...
en ik wentel me nog niet,
lovend leven en sterven
in de vlammen...
| |
[pagina 184]
| |
* * *
Maar o! ik zal bereiken
de groene lokkende brand
van mijne idealen...
en mij wentelen in de vlammen
die schitterend stralen...:
mijn eeuwig levende...
mijn eeuwig juichende,
die alléénen van mijn ziel...:
die heilig-ware: mijn, mijn idealen...!
| |
Lentebosch.Ontluikende glorie, belovende pracht,
Puurversche sappen, wassende kracht,
Groenende blâren, rijzende stam....
Zoo was 't bosch, toen de lente er kwam!....
Aromende luchten, lenteweer zacht,
Spitsende grassen, bloempje, dat lacht,
Zingende vog'len, goudreine lucht....
Zoo is 't bosch.... vol lentegerucht!
Lente der liefde: ontluikende min;
Liefde der lente: ik kussende win....
Glorierijk woud, dat koozen wacht;
Zoo prijkt het bosch in lentedracht!
| |
Na wandeling.Ik mocht wandelen in wondere tuinen
Waar lentelucht aâmde alom....
| |
[pagina 185]
| |
Ik zag wiegen er groenende kruinen
Van boomen, die stonden daar stom.
..................
Ik ging er in zwijgende liefde;
Mijn oogen, die spraken zoo veel....
* * *
Te zwijgen - en toch te begrijpen:
Hart en oogen zeggen zoo veel...
* * *
Ik vermeen een vriendin heb 'k gevonden....
- O! de lach die zegt zoo veel... -
* * *
Maar de woorden, die wij er spraken....
Die zeiden mij nog zooveel meer!
| |
Meisje.Langs straten zag ik je pasjes gaan,
Voor menige winkel bleef je-er staan....
En keek naar je begeeren.
Ik vond je lief: aanminnig kind
En heb toen even je bemind:
Je was toen mijn begeeren....
En toen.... ja toen, maar even....:
Nam je-een plaatsje-in in mijn leven!....
Amsterdam.
S. de Vries.
|
|