Onze Stam. Jaargang 1909

De Kunst der Koningin van de Badsteden.

Het Kursaal is voor den oogenblik opnieuw een benijdenswaardig kunstmidden geworden.

Des avonds, bestuurt Maëstro Rinskopf zijne kunstlievende schaar toonkundigen, die ten gehoore brengen al de meesterstukvan de grootste scholen der muziek; zoo zijn het dagelijks Wagner, Franck, Strauss en Massenet, die dingen om den voorrang. Op 21 Juli, gaat een prachtig koncert van nationale toonkunde, waarop Blokx, Tinel, Gilson en Mathieu aan de dagorde staan.

Op het bovenverdiep, is eene nieuwe tentoonstelling van schilderijen ingericht geworden. Landschappen van Verheyden en Franck, drolligheden van J. Ensor, prijken onder de eerste toezendingen, benevens flink geborstelde portretten, onder meer door A. Stevens; ook door Renée Rops, die heur bloemenwarande verlaten heeft om de bleeke en zwarte tinten, het ‘chiarascuro’ van Rembrandt na te doen.

[p. 180]

En daarbuiten lachelt de zee als het mooiste tafereel van al, terwijl heur kleed vonkelt van diamanten, perelen en robijnen. De zonne steekt heur gulden hoofd mild door 't azuur, en binnen en buiten schatert de muziek van hobo en vedel, van kinderstemmen, meisjeslachjes en mannelijke tonen, zich samenvattend tot het hosannah van het heerlijke Leven!

Oostende herleeft in zijn veelzijdigheid, zijn rijkheid en zijn pracht!

De Kunstzangeres Frieda Hempel, van de Keizerlijke Opera van Berlijn, zal tien maal optreden in het Kursaal, gedurende het badseizoen van 1909.

De onpartijdige flaminganten vergaarden op 11 Juli in ‘Het Boldershof’ (Onder Ons), en de twee flinke redenaars, Alf. Sevens (Gent) en Jef Verbeek (Oostende) voerden er het woord, met veel bijval. Beiden spraken vooral over de maatschappelijke en onzijdige opvatting van Vlaamsche Beweging en 11 Juli.

F.V.