Onze Stam. Jaargang 1909(1909)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Nacht. Geen stem, geen geluid treft meer het oor, 't Is donkre nacht, geen ster breekt door. De zon ging kwijnend onder. Rust geeft het donker, rust de nacht Rust eindelijk, waarnaar ge smacht Op held're dagen. Wel gaf de zonne een schittrenden glans, Wel was er blijheid in spel en in dans Van dartele wereld-menschen. [pagina 124] [p. 124] Wel klonk alom het vogelgekweel, Wel sierden er bloemen veld en struweel En schonken troost aan bedroefden. Maar in klaarheid kwam ook ellende te voor En troffen er klachten en zuchten het oor, Dat naar vogelenzang stond te luist'ren. Er trok een vijand door het land; De vrucht werd vertrapt, het huis verbrand Het leven werd menschen ontstolen. Er vloog een duif kalm over het woud Een valk schiet uit en men aanschouwt Met bloed besmeurde vlerken nederzinken. Nu is het donker, nu is het nacht, Weg is het schoone, weg is de pracht, Maar ook lijden en smart zijn aan 't oog ont trokken. Rust geeft het donker, rust de nacht, Rust eindelijk waarop ge wacht, Na al wat de dag heeft geschonken. Amsterdam. H.J.C. Lub. Vorige Volgende