Onze Stam. Jaargang 1909

Lentemorgen.

Als blauwendig witte zijden bedgordijnen
over 't bruidsbed, hangt de nevel over de aarde,
Zuid en Noordwaar ts achter groene sparrenbosschen
weggeplooid. Al droomen liefdedroomen in de
plechtige morgenstilte ligt de gele heide.

[p. 125]

 

Uit den Oosten kuilen gouden wierookwolken;

 

uit de bosschen klinken duizend melodiën;

 

prachtig is het oogenblik: de bruigom komt!....

 

 

 

't Hemelwelfsel blaakt van jong frisch liefdevuur;

 

zachtjes zinkt de nevel in de groene bosschen;

 

lieflik schitterend steekt de zon heur gouden oogen

 

door 't smaragden wolkenbaldakijn en kust de

 

sluimrend, heide met heur vuurge stralen wakker.

 

 

 

Leuven.

 

Jul. Krekel.