Onze Stam. Jaargang 1909(1909)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De Dagspin. De kimme ligt onduidlijk vaag met smalle strepen wit doortrokken, lijk linten van dien grauwen kraag, de verte, die verslonst in brokken. In brokken, die schier ongelijnd, daar domplen in de lichte doomen; slechts, waar de tint allengs verfijnt raadt men den vorm van groepen boomen. Doch langzaam als een droomvisioen, bij 't flauw ontstaan van lijnen, beeldt zich de geest een paviljoen in rooden glans te zien verschijnen. 't Is de uchtend, die met stralenschijn een landschap is aan 't schetsen, wen vaal als door een gaasgordijn de allerfijnste kleuren gletsen. [pagina 87] [p. 87] Doch plots schijnt heel de vert een rag, waar eene spinne valt aan 't spinnen, gelijk een hekse, die den dag, met een voorspelling wil beginnen. Met lange pooten hangt ze stout, en glanst en schittert bij het klimmen; heur draden worden lekend goud, en zie, heel 't oosten ligt te glimmen! O heete spinne van den dag, 't heelal omwindend met uw stralen van licht en leven, gloeiend rag, waar zijt gij al uw goud gaan halen? Ferdinand Rodenbach. Vorige Volgende