Onze Stam. Jaargang 1908
(1908)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTegenwoordig!(Buiten de verantwoordelijkheid der Redactie). ..... Gij hebt het g'hoord? - Wat g'hoord? -Daar sprak een burgerwacht het snood en schandig woord...
- ‘Wat woord? zegt gij.’ - Hoor wel... Het Vlaamsch woord: Tegenwoordig....
Gij weet dat nu nog niet?... Gansch Gent was schier baloorde....
Ofwel gij hoordet en gij wierdt van schaamt niet rood?...
Uwe ziele in diepe verontweerdiging niet schoot?....
O Schande! een snoodaard dierf - en zonder te verbleeken! -
Hier in het Vlaamsche Gent een Vlaamschen klank uitspreken!...
Gij stondt niet spoedig op, gij liept in haast niet heen
Om dezen bozewicht naar het schavot te leên!
Gij roept niet t'uwer hulp gendarmen en politie
Of iets van 't pijngetuig de Spaansche Inquisitie...
't Is jammer toch voorwaar, dat tangen, vloeiend lood!
En rakels hier niet zijn uit Gorcum's Marteldood...
Der beeldstormeren pek, dat vloeide uit heete potten,
Of slechts de guillotien der Fransche Sans-Cullotten,
Of beter nog misschien, waar als in Russenland
Hem, lijk een Pool, te zenden naar Siberie's strand,
Om daar te sterven in die koude en wilde streken...
Dat zou hem 't Russisch - neen, het Fransch - wel leeren spreken,
En als men nog zijn naam afroept in 't Vlaamsche Gent,
Hij zei geen ‘tegenwoordig’ meer, maar wel ‘present!’
Hij zou te naaste maal wat beter toch opletten
En heel den Staf alzoo in rep en roer niet zetten....
| |
[pagina 229]
| |
..... Dat staat U, Vlaming, ja, het past u goed het juk,
En langzaam nijpt men 't nader toe... in grootren druk
Het op uwe schouders weegt.... Men zegt, zoo zullen wassen
- In Belgie gansch ineen de Waalsche en Vlaamsche rassen,
Want ziet gij niet, hoe 't op de Grondwet helder prijkt
‘Dat voor de wetten alle Belgen zijn gelijk!’
En binst... de Vlaming is het kleinste ambt niet weerdig.
Staat hij in fransche praat en fransche blaai niet veerdig!...
Maar dwong men ooit den Waal een reekje vlaamsch te zien,
Hij roept ‘Wat dwinglandij!.... Of erger nog misschien.
En zoo zal men in 't kort ze zien te samen wassen
Als broeders ondereen de Waalsche en Vlaamsche rassen!...
Zij zullen wassen, ja... als Vlaanderen zich buigt...
De vredehand steeds reikt waar menig Waal naar spuigt,
Zij zullen wassen, ja... als wij de vette worden,
Waarop de waalsche boom in weelde zou ontworden;
En dat verbastering dringt door en door ons bloed
En wij voor 't slavenjuk allééne nog zijn goed...
En laat men ons nog toe van soms wat meê te vieren
Dan zal 't met 't masker zijn van Waal... met goê manieren,
En spreekt men ons wat Vlaamsch, 't zal zijn in tonen lief:
‘Verbod te rooken!’ of op een belastingbrief!....
Maar leert men ons wel ooit, hoe men zich moet verweren,
Hoe dat de hane springt van de Comblain-geweren,
O... dan.... dan is het fransch van teene tot in top...
Is 't dat gij 't niet verstaat, gij zijt een dommekop.
Een anthropologist zal u alras ontleden...
Hij vindt uw hersenpan niet wel genoeg gesmeden,
Om daar 't verstand te doen in nestelen van een Waal.
En bovenal, wat spreekt g' een vuige botte taal;
Gij raast wel soms van al uw koene, dappre helden,
Van Breydel, Jan Yoens, Borluut en d'Artevelden,
Gemeenten fier en rijk, met kunstenaars in gloed,
Uw Schilderschool, die d'aarde nog bewond'ren moet.
Wat is dat voor dien anthropologist zoo edel,
| |
[pagina 230]
| |
Hij keek... en God! hij vond u geen bekwamen schedel
En... is het dan niet wel, dat gij de aap moogt zijn,
Zoolang het hun nog past... Is dat niet mooi, niet fijn?
Bedankt den hemel, stier een lofzang naar hierboven,
Gij zijt de slaaf nog niet van die zooverre boven
U prijken door 't verstand... M'had immers ongelijk,
Van ooit te zeggen, dat de Belgen zijn gelijk!...
..... Ja, Vlaanderen, zoo verre bracht en sleurde m' U.!
Hoe groot was uw verleen... hoe diepe ligt ge nu!
De Staf der Burgerwacht te Gent werd schier baloorde,
Daar men hem eens toeriep het vlaaamsche woord ‘tegenwoordig.’
Hoe ver het bastaardzog hier toch in d'aders drong
Men straft het Vlaamsche woord waar... lijk de dichter zong,
Eens menig Waal de bijl den kop werd ingewrongen,Ga naar voetnoot(1)
Gekend aan zijne taal en waalschgewone tonge;
En binst de Vlaming leeft, en hoopt, en lijdt, en ziet...
Maar óverloopt de maat, als men te vele giet...
En dan... o dan!... let op, gij Leliaarts wordt baloorde,
Als in den strijd, hij roept, de Vlaming: Tegenwoordig!....
Oostende.
Dr Hillemans.
|
|