Onze Stam. Jaargang 1908(1908)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 231] [p. 231] Herfst. 't Herfst... Door nachten holzwart trekt de kille dood, vol grim, te baan; zoekende, omendom, heur giftpriem, - weemoed, kwijning - in te slaan. Winden huilen door de kruinen - geluw, ziek, het lied der dood; koude tranen vallen klagend uit de wolken in de sloot. 't Herfst. De kale velden sidderen; uit 't verkleumde, rillend gras, naar de doodsche bosschen druischt het spookig - nare kraaigekras. t Herfst. De lauwe zonne dekt heur aanzicht, voor het aardsche zerk, met het - als 'n rouwemantel, grauw en zwart bewolkte zwerk. 't Herfst. De weemoeds worrem in m'n zieken boezem, kruipt omhoog; aan 't verslakkeren lik de blâren, ros en gallig, 't hert is droog! Leuven. Jul. Krekel. Vorige Volgende