vermogen. Niet minder lof verdient de inhoud. Richard Lange heeft uitdrukkelijk het oog op de volksscholen en met een op de ontwikkeling van den smaak en leeslust der volksklas, hetgeen tot nu al te zeer bij het samenstellen van zulke boeken, over het hoofd werd gezien. Met vaste hand en gelouterden smaak, dien men door lange ervaring voelt dat hij geleid werd, doet de verzamelaar een keus uit zoo goed als al de schrijvers van af Goethe, met wien hij zijn bloemlezing begint. Een dubbele inhoudstafel, de eene naar de achtereenvolgende schrijvers, de andere naar de Dichtungsarten gerangschikt, geeft een vlug overzicht van den overrijken schat aan letterkundige perelen, in dit boek vervat. Afwijkend van de aangenomen gewoonte, om proza en poëzie uiteen te houden, heeft Lange hier, waar er gelegenheid toe was, bij elk schrijver zoowel een brok zijner gedichten als van zijn prozageschriften gegeven, en bij de gewichtigsten, zooveel als doenlijk, gedichten van verschillenden aard. We mogen het samenvattend zeggen, dat hier Schrijver en Uitgever een goed boek hebben samengesteld en een goed werk hebben gedaan, en we kunnen maar wenschen, dat vele, ja alle leeraars van ons Middelbaar Onderwijs, kennis maken met deze ‘Dichtergaben’, zoo tot eigen genot en ontwikkeling als tot die hunner leerlingen, daar de schrijvers van beteekenis, die op onze dagen nog voortbrengen, opgenomen en besproken worden.
* * *
In één adem met voorgaande uitgaven vermelden wij gaarne de ‘Grùndzüge der Deutschen Litteraturgeschichte für höhere Schùlen ùnd zum Selbstunterricht’ von Dr Gotthold Klee, Profr am Gymnasium zù Baùtzen. Het verscheen te Berlijn, bij Georg Bondi, 1907, in 9de verbeterde (33-40 duizendste) uitgave. Eveneens gebonden en alleszins wel verzorgd, bevattend 200 blz., bedraagt de prijs slechts 2 Mk. (2,50 fr.). Het feit, dat dit boek in 11 jaar zijn 9de uitgave bereikt, bewijst hoezeer het in Duitschland gezocht wordt, en dit zeer terecht. We kennen geen Geschiedenis der Duitsche Letterkunde gaande van de oudste Germaansche tijden tot op onze dagen, die in zoo beknopten