Marten de Boschwachter, door Edm. Pil-De Man. - Uitgever Deraedt, Rousselare.
Een bewijs van den bijval, dien Marten de Boschwachter, drama in drie bedrijven door Edm. Pil-Deman, in onze vlaamsche liefhebberskringen geniet, is het drukken eener tweede verbeterde uitgave van dit stuk door de Drukkerij A. Deraedt-Verhoye, Delaerestraat, te Rousselare.
Het stuk speelt ten huidigen dage in een dorp van West-Vlaanderen. De inhoud van ieder bedrijf kan alsdus samengevat worden: Eerste bedrijf: Oudkerkekermis, tweede bedrijf: De moord in de pastorij, derde bedrijf: Van honger en koude.
Van vóór de hoogmis, beginnen de krameniers reeds hunne tenten op te slaan en hunne koopwaren uit te zetten. Uit een gesprek tusschen eenige krameniers en den herbergier Baas Biervliet vernemen wij dat Marten, boschwachter bij den graaf van Valburg, burgemeester van Oudkerke, door de dorpelingen veracht wordt. De oorzaak dezer minachting is het getrouw uitvoeren der niet altijd voor de dorpers gunstige bevelen van den graaf van Valburg. Onder anderen, zien wij in het eerste bedrijf, Marten het bevel geven aan den liedjeszanger Waantje Meiers, alle muziek en zingen te staken, waardoor al de rond hem staande dorpelingen verbitterd zijn. Wij vernemen er ook, dat Reinhart, toezichter bij den baron van Valburg, de vrouw van Marten, Mina, bemint en daar deze weigert aan zijne liefde gehoor te geven, besluit hij, zich over haar te wreken. Een onweder komt op. Een felle donderslag knalt en het getroffen kasteel der Valburgs staat in brand. Allen snellen er naartoe.
Het tweede bedrijf speelt vijf jaren later.
De graaf en zijne bedienden zijn in afwachting tot het afgebrande kasteel weder opgebouwd is, bij den pastoor gaan inwonen. De avond valt langzamerhand, en Marten komt te huis half bedronken. Hij wordt door den strengen graaf weggezonden voor zijn slecht gedrag. Hij vertrekt vol berouw over zijn vorig gedrag, doch heeft zijn jachtgeweer vergeten. Pas is hij vertrokken, of Reinhart, dien men meende naar Brussel vertrokken te zijn voor zaken, sluipt voorzichtig binnen. In plaats van de rekeningen te gaan vereffenen voor zijnen meester, heeft hij zijn geld verspeeld en heeft vast besloten, zijnen heer te bestelen. Het geweer van Marten vindende neemt hij het, sluipt in de pastorij en schiet den graaf neder. Marten die juist teruggekomen was om zijn geweer te halen, wordt als zinneloos en wordt door den pastoor, zijne vrouw en kinderen, en buren, die toegeloopen zijn, als de moordenaar aangehouden.