Onze Stam. Jaargang 1908
(1908)– [tijdschrift] Onze Stam– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 88]
| |
Mijn zoetelief, mijn hartedief!
Maar Stientje blijft de keus van Steven (bis).
Ze kijken allen zoo suikerzoet (bis),
Om Steven te bekoren, ja bekoren;
Ze hebben ook wel geld en goed,
Mijn zoetelief, mijn hartedief! -
Maar 'k wil alleen van Stientje hooren (bis).
En als ik dichter bij Stientje kom (bis)
De pret in 't oog te lezen, ja te lezen,
Kijkt menig vent afgunstig om,
Mijn zoetelief, mijn hartedief!
Want elk wou in mijn plaats wel wezen (bis).
En als we zitten zoo bij den haard (bis)
Alleenig met ons beiden, met ons beiden,
Dat is een hemel, ja! op aard;
Mijn zoetelief, mijn hartedief!
Och, hoefden wij maar nooit te scheiden! (bis).
En daarom wil 'k met haar va' en moe' (bis)
Nu Zondag ronduit spreken, ronduit spreken,
'k Ben heel gerust, te slaan wel toe; -
Mijn zoetelief, mijn hartedief!
Wat zou ons beî dan nog ontbreken? (bis).
Amsterdam.
Willem Zuidema.
|
|