strijd aanbond tot het verheften van de Muziekschool tot Koninklijk Vlaamsch Conservatorium, stond Cornette hem trouw ter zijde, Den 27 Mei 1888, ging hij zete en in den provincieraad, waar hij steeds de moedertaal bezigde. Terecht zegt Vlaamsch en Vrij: ‘een zijner merkwaardigste ofschoon wellicht hier minst bekende schriften is eene studio over Marnix van St Aldegonde als opvoedkundige, in de pedagogische bibliotheek van Versluys opgenomen.’
De teraardebestelling greep plaats op 12 Maart 1.1. en was de uiting van eene grootsche sympathie voor den krachtdadigen vlaamschvrijen man, die minstens nog een dertigtal jaren had moeten blijven leven voor gade en kroost, voor Vlaanderen en onze kunst. Onder de aanwezigen merkte men op Max. Rooses, Huiorecht Melis, Van den Berg, consul der Nederlanden, Frans Joris, beeldhouwer, L. Franck volksvertegenwoordiger, Judels, Tokkie en De Lattin, bestuurders van het Nederl. Lyrisch Tooneel enz. Redevoeringen werden uitgesproken door de h.h. Christaens en Van der Linden, als vrienden, door Jan Blockx, bestuurder van het Koninklijk VI. Conservatorium, Is. Van Dolselaere, en eindelijk Paul Billiet, namens den Zuid - Nederlandschen Tooneelbond. Jan Blockx zegde met reden over den betreurden aflijvige: ‘Alwie den heer Cornette gekend heeft, wie zijne grondige taal - en letterkundige kennis heeft mogen waardeeren; wie hem met het meesterschap zijner veelomvattenden kundigheden over klank en rhytmus heeft hooren spreken, is overtuigd. dat hij de geschikte persoon was om door zijne gelouterde spraak en zijn vloeiend woord, de zware taak van leeraar van letterkunde aan onze hoogere Vlaamsche muziekinstelling te volbrengen.’
De heer A. Cornette was een klaar, helder stylist, een man, die door vriend en tegenstrever eenparig werd hooggeschat. Zijne bijdragen in den studentenal-manak van 't Zal Wel Gaan in het Nederlandsch Museum in De Toekomst in zijn Tooneelblad, zijn alle opgesteld in dien keurigen en kleurigen betoogtrant, die den heelen man kenmerkte. Hij was een brave borst, een man die vaarde ‘Recht door Zee’ en zelf was ‘Recht voor de Vuist.’
F.V.