Onze Kunst. Jaargang 25
(1929)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 67]
| |
KunstberichtenTentoonstellingenWeenenOm vele oorzaken kan Weenen, wat betreft de algemeene artistieke bedrijvigheid, nog niet vergeleken worden met de andere Europeesche hoofdsteden. Wellicht heeft het Oostenrijksche karakter daaraan gedeeltelijk schuld: aan niets heeft het nl. meer hekel dan aan hetgeen de Berlijner ‘Betrieb’ noemt, uitbating, dit produkt van zakengeest en enthousiasme, dat juist aan de hoofdstad van het Reich haar karakteristiek stempel geeft. Maar ook draagt daar heel veel toe bij de economische toestand, waarbij het kunstleven nog niet dezelfde kracht heeft als in de Duitsche metropool. Daaraan ligt het hoofdzakelijk, dat juist die macht, welke in het Berlijnsche kunstleven een beslissende rol speelt, nl. de kunsthandelGa naar voetnoot(1), hier aangewezen is op afzonderlijke verkoopingen, welke den vereischten weerklank dikwijls niet vinden. Daar, waar het er op aankwam voor zijn bestaan te strijden, kon hij het zich niet veroorloven, door representatieve tentoonstellingen, het publiek systematisch tot zich te lokken, temeer omdat men nauwelijks een stijgen der collectieve activiteit kon verwachten, in een tijdperk van algemeenen geldnood. Zoo wordt het hoofdzakelijk aan het initiatief van musea en kunstenaarsgenootschappen overgelaten om voor een aansporing te zorgen: een taak die eveneens in economische toestanden haar al te enge grenzen vindt. In dergelijke omstandigheden, kan men geen groote prestaties verwachten. Des te meer moet men den ijver waardeeren waarmee de ‘Neue Galerie’ en de ‘Hagenbund’ een tentoonstelling, gewijd aan Egon Schiele, ingericht hebben. Schiele, die in 1890 geboren werd, bezweek in 1918, op 28-jarigen leeftijd aan de gevolgen der griep. De Oostenrijksche schilderkunst verloor in hem een kunstenaar van eigenaardige kracht, voor wien men zonder twijfel grootsche verwachtingen kon koesteren. Na een eerste poging met impressionistisch geziene landschappen, vervolgens onder den invloed vair Klimt's decoratieve kunst, schijnt het dat hij op 20-jarigen leeftijd het werk van Hodler en van Munch gekend heeft. In aansluiting daarmee, vind hij dien stijl, die zoo karakteristiek voor hem is en die juist geschikt was voor het weergeven van zijn extatische ervaringen. Als schitterend teekenaar bestudeert hij nauwkeurig het menschelijk lichaam. Doch wat hij weergeeft is geheel in expressieve beweging omgezet, iets waarbij hij dikwijls verrassend pakkende houdingen vindt. Hij behoort tot dat geslacht van kunstenaars, die uit de studie der gotische kunst scheppende krachten konden putten. Zoo schildert hij uitgemergelde wezens in zeldzaam afgetrokken houding en met een uitdrukking van lijden over zich; portretten met groote visionair-blikkende oogen en bijna uitgeteerde gelaatstrekken; landschappen in vlakke, constructieve projectie. Maar voor alles is hij een graphicus, die uitgaat van de lineaire verschijning der cubische verhoudingen De kleur blijft vaag, dof kleverig, ofwel bedekt ze een geheele oppervlakte in schelle scherpte. Indien zijn ontwikkeling ergens te vroeg afbrak, dan was het wel degelijk hier. | |
[pagina 68]
| |
Immers, in zijn laatste werken (1908) kondigt zich iets als een nieuw sensualisme in het koloriet aan; doch we weten niet waarheen dit hem gevoerd zou hebben. Zoo als zijn werk nu voor ons staat, is het een buitengewoon karakteristieke prestatie op het gebied van het Duitsche expressionisme. Ik ben het niet geheel eens met de velen die meenen dat men in hem een meester zou verloren hebben, die geroepen was om de leiding op zich te nemen. Juist in het perspectief der ontwikkelingsgeschiedenis blijft hij niettegenstaande zijn eigenschappen, eer iemand, die weergeeft het ‘gisteren’ en niet zoozeer de verkondiger van een nieuwen dageraad. Een complementair-tentoonstelling zijner teekeningen bevestigt dit oordeel. Een zekere gelijkvormigheid, om niet van ‘manier’ te spreken, veropenbaart in deze bladen nog veel duidelijker de begrensdheid van zijn kunnen. Vereenigingen van kunstenaars wendden pogingen aan om te vervangen wat de kunsthandel alleen niet kon presteeren. Het ijverigst daarin ie de ‘Secession’, die voor den Herfst een internationale tentoonstelling van naaktfiguren had ingericht. Het was geen bizonder gelukkig idee. Niet alleen is het feit, dat men het naakte menschelijk lichaam weergeeft, geen voldoende motiveering voor het samenvatten in een tentoonstelling; ook de begrensdheid in het thema heeft een nadeelige uitwerking: ze vermoeit den toeschouwer. Zeven zalen ‘naakt’ en dan nog in een samenstelling die maar al te duidelijk het toevallig karakter der keuze toont, dit is waarlijk te veel. Al is men gedwongen den goeden wil en den ernst der leiding op het gebied van kunst te waardeeren, in deze tentoonstelling (ze verdiende niet de pruderie van den Oostenrijkschen President, die de inhuldiging van de hand wees) zoo moet men toegeven dat het geheel niet geslaagd was. Men houde zich dus aan de afzonderlijke hoedanigheden. Van het oudere geslacht heerscht ontegenzeggelijk het - eigenaardige triumviraat Corinth-Zorn-Ferenczy. Corinth met de ‘Nana’ van 1911; Zorn met 'n ‘staand naakt’ en het ‘model laan de rots’; Ferenczy met twee liggende naaktfiguren, voorbeelden van zijn ongehoord gezochten kleurenzin, die ons voor de niet te loochenen virtuoziteit van de voorstelling schadeloos stelt. Het jonge Duitschland wordt nu juist niet zeer sterk vertegenwoordigd door den jonggestorven Weisgerber van München, die een Duitsche tegenhanger van Schiele is, doch meer dan deze wortelt in een algemeen Europeeschen samenhang, dien Jaeckel representeert. Szönyi's ‘Bathseba’, een werk dat interessant is zoo door beweging als door compositie, vertegenwoordigt het jonge Hongarije. De koele Ubaldo Oppi (Italië ‘Badende’ 1926) en Souverbie, S. Valadon en Favory (Parijs) vervolledigen het internationale programma, waarin men echter, onder de Franschen, hun grootgin meester Picasso mist. Onder de inheemsche kunstenaars overheerscht het werk van Faistauer al de andere. In zijn vier naaktfiguren ‘Rhythmus eener vrouw’ geeft hij een voortreffelijk muzikale reeks van bewegingen bij de subtielste koloristische nuanceering. De ‘Vrouw met Spiegel’, wier afbeeldsel volgt, oogenschijnlijk de vroegste der vier, vertoont in de ontwikkeling afzonderlijke gebreken die in de andere figuren overwonnen zijn. Ze is echter van een expressieven eenvoud en van een lyrische bekoorlijkheid der beweging, zoodat ze in deze reeks toch als de bevoordeeligde protagoniste moet aanzien worden. (Te Berlijn zal men eerlang een totale Faistauer-tentoonstelling | |
[pagina *35]
| |
EGON SCHIELE. - Portret van een oud man.
EGON SCHIELE. - Mansportret.
| |
[pagina *36]
| |
ANTON FAISTAUER. - Vrouw met spiegel.
CH.K. HUNGER. - Spoelkom in Meissner-porcelein. (Museum voor Kunsten en Nijverheid, Weenen).
| |
[pagina 69]
| |
kunnen zien). Naast dit werk krijgt men van S. Pauser een indruk van al te groote nauwgezetheid en droogheid. Over 't algemeen blijkt het, dat de vertegenwoordigers van den schilderachtigen stijl, voor wie de kleurwaarde der oppervlakte het belangrijkste probleem is, met het thema ‘Naakt’ beter weg weten dan de kunstenaars der zoogenaamde ‘Neue Sachlichkeit’. Wat men van deze richting, die in Duitschland zeer omvangrijk is, kon aanschouwen, was een mislukking. Een kunst die zich in de richting van het realisme beweegt heeft een grootere krachtinspanning noodig om het menschelijk lichaam beduidend weer te geven; voor het sensualisme daarentegen is dit bedwang een natuurlijke taak. Een ietwat. toevallige keuze van teekeningen en aquarellen, vervolledigen deze tentoonstelling, welke interessant alhoewel dikwijls ongelijk was. Toch stond ze torenhoog boven die van het ‘Künstlerhaus’ waar platte middelmaat een zoo omvangrijke plaats innam, dat kleine, opmerkenswaardige werken, vooral op het gebied der graphiek en der kunstnijverheid, bijna verdrukt werden. Een aangename verrassing waren alleen de tooneelontwerpen van den theaterschilder Prof. Rolle, wien men de laatste succesvolle tooneel schikkingen der Weensche Opera te danken heeft (opera's van Strauss, Turandot; Jonny spielt auf enz.).
JULIUS HELD. | |
MuseaBrussel Museum voor schoone kunsten.Op de veiling van moderne schilderijen op 10 December 11. in de zaal Giroux, heeft het Museum eenige belangrijke werken aangekocht, nl. van Eugeen Laermans, De Wandeling in het Dorp (60.000 fr.), van Jakob Smits, Mater Amabilis (56.000 fr. ), van George Minne een teekening Pieta (4.600 fr.). | |
Gent museum voor schoone kunsten.Op de veiling bij Giroux te Brussel, op 10 December ll. werden voor het Gentsche Museum aangekocht, van Karel Mertens, De Jongen met de slede (6.000 fr.), van Henri de Waroquier, Stilleven met zwarte potten (4.600 fr.). In de tentoonstelling welke C. Permeke onlangs gehouden heeft in ‘Le Centaure’ te Brussel, heeft de beheerraad van het Gentsche museum, een der fraaie landschapppen aangekocht. | |
WeenenDe catalogus der ‘Gemäldegalerie des Kunsthistorischen Museums’ is verschenen. Hij bevat 1024 platen en is naar alphabetische orde der namen van de kunstenaars geschikt. Direktor Gustav Glück teekent voor de Vlaamsche en Hollandsche scholen der 17e eeuw, kustos Dr L. Baldass voor de Nederlandsche, Duitsche en Fransche scholen der 15e en der 16e eeuw; kustos Dr E.H. Buschbeck voor de Italiaansche, Fransche en Duitsche scholen der 17e en der 18e eeuw, de Spaansche der 16e en der 17e eeuw evenals voor de Engelsche en Vlaamsche der 18e eeuw, voor de Italiaansche der 15e en der 16e eeuw is Dr. I. Wilde aansprakelijk. De catalogus bevat nog menig aanhangsel en is van nu af aan onontbeerlijk voor de beoordeeling der werken die voorkomen in deze oude verzameling. I.H. | |
[pagina 70]
| |
Boeken en tijdschriftenRene Schneider.L'Art Français. Paris. H. Laurens. - De firma Henri Laurens te Parijs heeft zoo pas, in de reeks Les Patries de l'Art, den tweeden druk laten verschijnen van de eerste twee deelen van dit werk: Van den oorsprong tot het einde der XIIIe eeuw, Einde der Middeleeuwen en Renaissance. Het derde deel, over de XVIIe eeuw, is bijna uitverkocht. Het succes van het kapitale werk van den geleerden professor in de kunstgeschiedenis bij de Sorbonne, moet ons niet verwonderen. Ik ken geen synthetisch werk over kunstgeschiedenis dat zóó goed opgevat en zoo goed geschreven is. Alles is er: de grondige kennis der historische feiten; de beschouwingen over kunst als produkt van de beschaving van het oogenblik; het begrip van de techniek; het juiste oordeel over de esthetische waarde van werken en meesters. Dit alles is er in volkomen evenwicht. En hoe is het methodisch voorgesteld, zonder uitstalling van geleerdheid en zonder de minste pedanterie! En ook zonder die grootspraak en literaire praatzucht, welke ons zoo dikwijls in dergelijke boeken hindert. De voorstelling is bondig. De zin is raak en zuiver, treffend, met hier en daar eenige gepaste lyrische stijgingen. Zulke boeken zijn modellen voor de kunstgeleerden. Het zijn handboeken voor alle kunstliefhebbers. In al wat ik er over zeg is er niets dat ik niet met proef op de som zou kunnen bewijzen, indien ik hier over meer ruimte beschikte. LEO VAN PUYVELDE. | |
Der Cicerone(Nr 21). - Inhoud: Marc Grunwald, Beschouwingen over het Isenheimer Altaar van Mathias Grünewald; Zülich, Een nieuwe verklaring van het Isenheimer Altaar. - In de kronieken schrijft Biermann over hetgeen hij noemt de ‘geelzucht’ in het Louvre-museum. Terecht doet hij uitschijnen dat in het overrijke Parijsche museum dat een bezit is van de geheele wereld, voor de kunstvrienden van de vijf werelddeelen Mekka en Medina tegelijk, de oude schilderijen verborgen liggen onder een dikke laag dof vernis, dat belet er de echte schoonheid van te genieten: ‘Waar is de vuurgloed van de kleuren van Rembrandt gebleven, nu zij dof en geel schijnen, zoo geel dat geen stralend rood meer tot het oog van den beschouwer komt!...’ Dit is het doel van deze regelen: de ‘maladie jaune’ kan en moet verholpen worden door artsen van alle landen. Leonardo, Titiaan en Rembrandt roepen: Redt ons van den ondergang. Nr 22. - Roger Avermaete schrijft er over James Ensor als etser, bij talrijke voortreffelijke reproducties. Verder geeft Florent Fels een bondig overzicht van hetgeen het museum te Bayonne bevat. Het dankt zijn rijkdom aan het legaat van den Franschen schilder Bonnat. Daarin komen o.a. voor eenige van de schoonste schetsen van Rubens en Van Dijck. Nr 23. - P. Wescher, Baldung en Celtis; Aug.L. Mayer, Eenige onbekende schilderijen van G.F. Cipper; Ludwig Schudt, Kleine schilderijen-verzamelingen in Italië. Nr 24. - Max J. Friedländer geeft bij een goede kleurreproductie, een korte nota over een ‘Madona’ van Gerard David, voor eenige jaren uit Spanje naar Londen gekomen, en nu in de verzameling Max Epstein, te Chicago. Een oud motief, dit nl. van de Madona in de apsis, dat gewoonlijk als afkomstig van den Meester van Flémalle beschouwd wordt, is hier door den Brugschen meester omgewerkt. - Verdere inhoud: Ju- | |
[pagina 71]
| |
lius Baum, de verzameling beeldhouwwerk Hubert Wilm; Paul Ettinger, Alexander Dejneka. | |
Cahiers de Belgique(Déc.). - Een uitmuntend artikel van Leo van Puyvelde over de waarde van Jordaens' werk, naar aanleiding van de tentoonstelling onlangs gehouden in het museum van Brussel. Deze tentoonstelling is, in schildersmilieux vooral, heftig aangevallen. Van Puyvelde wettigt ze als volgt: ‘Zij was een aansporing tot het herzien van de heerschende al te oppervlakkige meeningen, over Jordaens. Het kwam er niet op aan den wereldroem van den meester te vergrooten. Daartoe ontbraken de middelen. Men heeft Jordaens aangenomen zooals hij was, Jordaens met zijn stevige qualiteiten, met zijn gebreken, met zijn druk bezet atelier, waaraan hij veelal te veel vrijheid gaf. Deze wetenschappelijke zorg om Jordaens te toonen zooals hij verschijnt in zijn meesterstukken en in zijn talrijke atelierproducties, welke hij zich niet schaamde met zijn naam te onderteekenen - wij weten het door contracten - deze zorg, was zij prijsbaar? Sommigen meenen het. Was zij schadelijk voor Jordaens? Sommigen zeggen het. Het deert ons niet. De wetenschap zoekt de waarheid en vindt haar voldoende bestaansrecht in het ontdekken der waarheid.’ Het artikel bevat talrijke persoonlijke opmerkingen. Jacques Mesnil bespreekt het werk van den Belgischen houtgraveur en schilder Frans Masereel. - Verdere inhoud: Jan Milo, Verdediging der schilderkunst; Jean Cassou over Jean Lurçat. | |
Apollo(Dec.). - William Gibson geeft op voorhand een algemeen overzicht van wat de Tentoonstelling van Hollandsche kunst, ondertusschen geopend in Burlington House te Londen, zijn zal. Prachtige, groote reproducties van eenige meesterstukken illustreeren dit lezenswaard artikel. - Verdere inhoud: A.E. Popham, het Wilton-tweeluik (Engelsch werk van ± 1400); H.E. Wortham: Muziek in de kunst der vroege Renaissance; W.B. Honey: Engelsche wit-porceleinen figuren in de verzameling Caldwell; G.R. Hughes: de tentoonstelling van oud zilver te Oxford en de moderne zilversmid; Ph. Hendy: de groote manier in de Fransche schilderkunst; kronieken. (Jan.). - William Gibson bespreekt in dit nr. uitvoeriger de Hollandsche tentoonstelling te Londen, en dit fraaie geïllustreerd opstel is op zich zelf een bondige samenvatting van de geschiedenis der Hollandsche kunst. Schrijver kondigt aan dat een zekere ondervinding opgedaan tijdens de Vlaamsche tentoonstelling van 1927, niet onvruchtbaar is geweest. Het succes van deze laatste was nl. oorzaak dat wie opzettelijk en soms van uit den vreemde naar Burlington House was gekomen, meestal belet werd de werken te bestudeeren, doordien zij verborgen bleven achter een dichte, vijfdubbele haag bewonderaars, die slechts schoorvoetend de door hen veroverde plaats verlieten. Het Comité der Hollandsche tentoonstelling heeft dit nu voorzien, en de Vrijdag voorbehouden voor de studeerenden. - Verdere inhoud: Malcolm C. Salaman: Mansportretten in oud mezzotint; Will. Fl. Edmunds: Otsu-e en Ukiyo-e, de populaire kunstschool in Japan; Nomismaphile. Medalies en haar snijders in oud-Griekenland; Kineton Parkes: de houtgraveur Alan Durst; Stenart Erskine; Engelsche waaiers; kronieken. | |
The Burlington magazine(Dec.). - Inhoud: Detlev von Hadeln: De Madonna del Baldacchino van Bellini. - Tancred Borenius en | |
[pagina 72]
| |
M. Chamot: Een groep vroege, waarschijnlijk Engelsche, emailwerken. - A.F. Kendrick: Een Engelsch wandtapijt. - Giuseppe Gerola: Het relikwieschrijn van Cividale. - Ulrich Middeldorf: Bijdragen tot het werk van Pierino da Vinci. - H. Read: Een glasraam van de kathedraal te Milaan. - Minke de Visser: Een Delftsche en een Chineesche vaas gemerkt ‘AK’. (Jan.). Sir Robert Witt geeft op zijn beurt een overzicht van de Hollandsche Tentoonstelling; we vernemen er alvast dat deze een buitengewoon belangrijke kunstmanifestatie is geworden. - Verdere inhoud: R.P.B. Davis: Ch'ai Yao, Ju Yao and Ying Ch'ing. - Laurence Binyon: een voorstelling van de keizers en prinsen uit het huis van Timur. - Osvald Siren: twee (Italiaansche) schilderijen in het Nationaal Museum te Stockholm. - Randall Davies: Samson en de Philistijn door Giovanni Bologna. | |
Art in America(Dec.). - Inhoud: V. Lasareff: Studies over Giuseppe Maria Crespin. - H. Voss: Georges du Mesnil de la Tour. - Jan Topass: Fantin Latour. - W. Gutman: Eugène Speicher. - Walter Heil: Een nieuwe Raphael voor Amerika. - F. Fairchild Sherman: Noorsche landschappen van William H. Singer. | |
Munchner Jahrbuch der bildenden Kunst (1928, Nr 4).- Karl Tolnai, de bekende jonge kunstgeleerde die reeds over de teekeningen van Pieter Bruegel een hoogst belangrijk werk publiceerde, bestudeerde nu de teekeningen van Michelangelo in het Archivio Buonarroti te Florence. De vruchten zijner naarstige opzoekingen worden hier samengevat in een uitvoerige studie, met 84 reproducties. Nooit tot heden werden deze documenten systematisch onderzocht. Tolnai komt daarbij tot hoogst interessante bevindingen, welke een uiterst gewichtige bijdrage vormen tot de kennis, niet alleen van de kunst van Michelangelo zelf, maar ook tot die van het geheele Cinquecento. | |
L'amour de l'art(Sept.). - Van Claude Roger-Marx een kort maar zeer interessant opstel over het grafisch werk van Jongkind. Als een typisch voorbeeld van zijn kunst wordt aangehaald en gereproduceerd de ets ‘Ondergaande Zon in de Haven van Antwerpen’: ‘ce qui est prodigieux, vraiment, dans cette planche, qui contient le meilleur de l'impressionnisme, c'est l'art avec lequel est exprimée cette vibration lumineuse qui pénètre les formes, les désagrège, et les transfigure’. - Verder: A. Gain: Kinema en decoratieve kunst; G. Pillement: Het echte wezen van Ribera; Ch. Saunier: Teekeningen en aquarellen van René Piot; Eugenio d'Ors: Noli me tangere; R. Brielle: Mateo Hernandez; P. Courthion: Chériane. (Oct.). - M. Jirmounsky: Strekkingen der hedendaagsche Fransche architectuur; Ch. du Bos: Odette des Garets; Ch. Kunstler: Robert Wlérick; Auriant: Emile Bernard, graveur; Eug. Laroche: Sumerische kunst. (Nov.). - James Ensor en het dubbele uitzicht van zijn kunst, is de titel van een artikel van G. Marlier. We citeeren het volgende: ‘Si on voulait à tout prix chercher à caractériser son style, il me semble que l'on devrait considérer James Ensor comme un représentant attardé de l'art baroque. Nombre d'éléments essentiels y incitent: son réalisme exacerbé allié à sa hantise d'un monde imaginaire, sa manière de suggérer le surnaturel à l'aide de certaines combinaisons d'éclairage, enfin l'impétuosité dyna- | |
[pagina 73]
| |
mique de quelques unes de ses oeuvres qui autorisèrent récemment M. Henri-Jean à rattacher Ensor à Rubens, le grand représentant de l'art baroque dans les pays du Nord. Dans la peinture du XIXe siècle Ensor vient clore cette lignée des peintres du clair-obscur, de l'expression et du mouvement qui va de Goya à Manet en passant par Delacroix et Daumier. Et c'est sans doute avec Goya que ses affinités sont les plus marquées.’ Verdere inhoud: J.L. Vaudoyer: Michelangelo da Caravaggio; Adrien Bovy: De decoratieve muurschilderingen van Alexandre Blanchet te Lausanne; Tristan Klingsor: de teekeningen van Leonardo da Vinci; Jean Alazard: Maurice Asselin. | |
Pantheon(Dec.). - Inhoud: A.L. Mayer: De portretkunst van Bartolomeo Veneto. - Otto von Falke: De schat der Welfen. - Roger Hinks: Een Hellenistisch wandtapijt. - F.W. von Bissing: Een priesterfiguur uit den Bubastidentijd. Ch. Giese: De Madona met de koraalketting. - O.v. Falke: Laatgothische fluweelstoffen. | |
Selection(Cahier 3). - Met bijdragen van Pierre Humbourg en van Waldémar George is dit nr. gewijd aan Ossip Zadkine, den grooten modernen beeldhouwer en schilder, van wiens krachtig levende kunst hier getuigen vele uitnemend gekozen reproducties. Nr. 4 is gewijd aan Edgard Tytgat. Charles Dasnoy, Luc. en Paul Haesaerts, Paul Fierens, Frans Hellens, Maurice Roelants, F. Perdriel, Jan Milo, Jan Greshoff belichten beurtelings een of andere zijde van Tytgat's beminnelijk talent, en... de schilder zelf schreef hier zijn jeugdherinneringen, die waarlijk niet zijn minst interessant werk uitmaken. Maar ook hier spreken de talrijke reproducties meer dan alle literatuur. | |
Le centaure(Nov.). - G. Marlier: Lof der vervorming. - Pierre Courthion: van Böcklin tot Ernst. Hubert Croxley: beschouwingen over het plastisch problema zooals het zich stelt voor Hans Arp. - André de Ridder geeft commentaren over het kunstonderwijs, dit naar aanleiding van de laatste tentoonstelling van het Hooger Instituut voor Schoone Kunsten te Antwerpen. De plaats ontbreekt ons om hier breedvoerig op dit artikel in te gaan. De Ridder ontwikkelt er gedachten die gedeeltelijk ook de onze zijn, nl. wanneer hij doet uitschijnen dat doorgaans in academies en kunstscholen alle persoonlijkheid bij de leerlingen verstikt werd door leeraars die, zelven geen echte kunstenaars, aan hun leerlingen de wetten van een verachterden sleur oplegden. De Ridder gaat te keer - en terecht - tegen de formules van het academisch onderricht. Maar de vraag is of juist bij die leeraars die De Ridder looft als vernieuwers, de formule niet oppermachtig en doodsgevaarlijk op hun leerlingen drukt, zoodanig dat bij dezen - niet gesterkt door een krachtig ontwikkeld ‘métier’ - alle persoonlijkheid te loor gaat. De tentoonstelling van het Instituut leverde ons daarvan talrijke bewijzen. De kwestie is echter ingewikkelder dan men denkt, en ook De Ridder heeft zich in zijn vreugde om eenige zoogezegd modernistische verschijnselen in de Academie van Antwerpen, geen rekenschap gegeven, noch van hetgeen het onderwijs in dergelijke gestichten zijn kàn en zijn móet, noch van hetgeen het is in sommige ateliers van het Hooger Instituut. Het vraagstuk is interessant genoeg om er op terug te komen. Waarom zou een onzer kleinere tijdschriften als ‘Le Centaure’ daarover niet eens een referendum openen? | |
[pagina 74]
| |
(Dec.). - Le Centaure: Schilderkunst en poëzie. - René Crevel: Dank, Paul Klee. - Philippe Soupault: Renée Sintenis. - André de Ridder: Parijs wereldkunstcentrum. - P. Courthion: De kunstkritiek van M. Jacques-Emile Blanche. (Jan.). - Le Centaure: Het problema van het ‘onderwerp’. - J.F. Elslander maakt den lof van den beeldhouwer Henri Puvrez. - André de Ridder: De Photographie, een nieuwe kunst. - Van Pierre Courthion, een korte maar uitmuntende karakteristiek van Permeke: ‘Il parle une langue tellement à lui, il exprime une brutalité si directe et tant d'animalité se détend et se cabre sur la toille tissée où sa main fait des monstres, qu'il serait vain avec lui de parler art ou science... A quoi bon dire: il travaille tant d'heures par jour; il préfère le rouge au jaune? Son art, sa vie, son sort se résument en deux mots: il existe.’ | |
Belvedere(Nov.). - Hilda Zaloscer: De oorsprong der beugelkronen. - G.E. Pazawrek: Fransche gravuren als voorbeelden voor gesneden glaswerk. - M. Alpatoff: Een Servische Icone van den profeet Elias en Johannes den Theoloog. | |
Bulletin de la Societe Royale d'archeologie de Bruxelles(Janv.). - Graaf J. de Borchgrave d'Altena zet zijn interessante nota's voort voor den inventaris der kunstwerken van Brabant. Hij bestudeert ditmaal het mobilier van de kerk van Tervueren. | |
Gand Artistique(Oct.). - In dit nr. is alleen te citeeren het artikel van Georges Chabot over het ‘Boerenleven’ van Albert Servaes. (Dec.). - Geheel gewijd aan Vincent van Gogh. Een gevoelig en diep begrijpend opstel van Georges Chabot, met eenige fraaie, goed gekozen reproducties. | |
Bulletins de L'academie royale de Belgique(Classe des Beaux-Arts, t.X, nos 4-9). - Prof. G. Hulin de Loo publiceert in dit nr. een buitengewoon belangrijke studie over de. Doorniksche vorming van den verluchter Joannes de Tavernier en diens invloed op de Haarlemsche houtgravuur van het einde der XVe eeuw. Het werk van Tavernier wordt hier stuk voor stuk geheel nagezien, de cataloog door Winkler opgemaakt in zijn ‘Flämische Buchmalerei’ (Leipzig 1925) wordt verbeterd en aangevuld. ‘Tavernier neemt in de geschiedenis der Vlaamsche miniatuurkunst een eigen en zeer belangrijke plaats in, eenerzijds door zijn betrekkingen met de Doorniksche schilderschool, betrekkingen die verklaard worden door zijn lang verblijf in deze stad, van af het begin van zijn loopbaan en ten tijde van Robert Campin en van zijne school.’ Prof. Hulin wijst op miniaturen uit de ‘Mirakelen van O.L. Vr.’ van Tavernier, bijna trouw gekopieëerd naar twee verloren Annunciaties van Campin of van zijn leerlingen. Door interessante stijlkritische vergelijkingen bewijst Prof. Hulin dat Tavernier een blijvenden invloed uitoefende op de Haarlemsche houtgraveurs die voor de boekillustratie hebben gearbeid, nl. voor den zgn. ‘Haarlemschen houtgraveur’ die werkte voor den uitgever Bellaert rond 1484-'86. De stelling van Schretlen in zijn ‘Dutch and Flemish Woodcuts’ (Londen 1925), die deze houtgravuren terugvoert tot de miniaturen van den Hollandschen Bijbel van 1474 (Weenen), wordt hierbij te niet gedaan. De studie van Prof. Hulin opent nieuwe uitzichten op de geschiedenis der vroege Nederlandsche graveerkunst en op haar verband met de XVe eeuwsche miniatuur. | |
[pagina 75]
| |
VeilingenWeenen.De Weensche kunstnijverheid heeft in November drie groote dagen gehad. Echter niet de hedendaagsche kunst, die zonder twijfel zeer verdienstelijke, doch tegelijkertijd ook al te speelsche scheppingen voortbrengt. Er was veel meer kwestie van oud-Weensch porcelein. Van 19 tot 21 November verkocht Glückselig de beroemde verzameling Mayer, de laatste privaatverzameling, die een bijna volledig overzicht over de prestaties der oud-Weensche Manufactuur bood. Ze was reeds sedert 14 jaar door de mooie publicatie van I. Folnesics openbaar bekend geworden. In den prachtigen veilingscatalogus (voorwoord van generaldirektor von Falke, Berlijn) was ieder stuk nog eens afgebeeld. In de verzameling waren alle tijdvakken der Weensche Manufactuur in prima-stukken vertegenwoordigd. Naar men weet kan men drie groote perioden onderscheiden: vanaf de stichting door Du Paquier, tot aan de overname door den Staat (1718-1744); dan van deze periode waaraan het invoeren van het merk verbonden was, tot de benoeming van Sorgenthal als bestuurder (1744-1784); eindelijk de periode waarin Sorgenthal optrad tot aan de ontbinding der fabriek (1784-1864). De tijd van Du Paquier gaf het beste op het gebied van vaatwerk en gereedschappen; figuurlijke motieven verschenen meer wanneer de fabriek aan den Staat behoorde. De Weensche Manufactuur, al kan ze ook niet op een kunstenaar als Kändler bogen, heeft toch een belangrijke rol gespeeld en hare hoogste prestaties houden gelijken tred met de beste scheppingen der eeuw. Voornamelijk beschikte ze over een aantal ongemeen fijnzinnige schilders. Uit den vorm blijkt dat men bewust de laatste spitsvondigheden opgegeven heeft. Het meerendeel der werken vertoont een stijl die met breedere vlakken werkt. De belangstelling in de markt was zeer levendig. De hoogste prijzen (30.000 en 32.000 Oost. schellingen) werden bereikt door twee incunabelen, de beroemde keizerbeker en een ronde spoelkom. Beide stukken werden door den Meissner emailleur Ch. K. Hunger versierd, de schaal in de zeldzame techniek, die tot aan het weggaan van Hunger in Weenen voorkwam, namelijk die van ingelegd goud, met doorschijnende emailvulling der groeven. Daar ze bovendien met den naam voluit geteekend is, wordt ze een kunsthistorische zeldzaamheid van eersten rang. Ze werd door het Oostenrijksch museum voor kunsten en nijverheid aangekocht (zie afbeeldsel). JULIUS HELD. | |
DuitschlandIn November waren er enkele voorname verkoopingen, waaronder die der Russen bij Lepke op 8 en 9 November de grootste belangstelling wekte. Weliswaar wist men tot op het laatste oogenblik niets betreffende de wettelijke verhoudingen, daar men vernomen had, dat emigranten verzet hadden aangeteekend tegen de verkooping bij opbod van eigendommen, die door de Sovietregeering geseculariseerd waren. Inderdaad werden op den verkoopdag zelf ter beschikking der overheid een aantal schilderijen achtergehouden tot men een beslissende opheldering betreffende de eigendomsrechten bekomen zou. Naar men wel denken kan, was het publiek internationaal, toch werden uitnemende titels uitgeroepen. | |
[pagina 76]
| |
Een Beauvais-gobelin naar het ontwerp van Boucher (Schaking van Europa) steeg tot 11.000 mark. Een Empire-garnituur bracht 60.000 mark op, evenals een kommode van Baumhauer van ± 1770. Een Madonna van Cima da Conegliano in halffiguur (replieken in Venetië en Londen) kostte 55.000 Rm.; Brusselsche tapisserieën der 17e eeuw 37.000 en 22.000 Rm. Zeven meubelstukken van David Roentgen, ebenist uit Neuwieder, die in dergelijk aantal en van zulke schoonheid uiterst zeldzaam zijn, beantwoordden ook in prijs aan deze omstandigheid. Het beste stuk, een marketerie-secretaire van ± 1780 bracht 73.000 Rm. op (afb. Pantheon, October 1928). Den 10 November zorgden Hollstein en Puppel, den 15 en 16 zorgde Börner voor de opwekking van de graphiekmarkt. Op beide verkoopingen was zeer vele vroege graphiek, waarom heftig gestreden werd. Wat Börner bracht stamde gedeeltelijk uit de beroemde verzameling van Frederik-August II van Saksen, de zoogenaamde ‘Sekundo-Genitur’, een herkomst, die men zich niet beter wenschen kon. Over het algemeen waren de drukkwaliteiten uitstekend. Bij Hollstein en Puppel bracht Rembrandt's ‘Honderdguldenblad’ 16.500 Rm., de ‘Six’ in een voortreffelijken druk 15.600 Rm., Dürer's ‘Hieronymus’ van 1514 kostte 9000 M. Bij Börner was de hoogste Rembrandtprijs de een fantastische som van 37.500 Rm., die Colnaghi voor den eersten afdruk der ‘Drie Kruisen’ op perkament betaalde. Dürer's ‘Eustachius’ bracht 8400 Rm. op. Het was te voorzien, dat de Primitieven, die in een dergelijk aantal sinds lang niet meer waren aangeboden, hooge prijzen zouden bereiken. Daaronder telde men den Bourgondischen Monogrammist W.A. met 17.000 Rm. voor een met twee platen gedrukt baldakijn, onder de duurste. De Boodschap van FVB steeg tot 10.400 Rm., de ‘Aanbidding der Koningen’ van den Meester van Zwolle tot 12.000 Rm.; Meckenem's ‘Madonna met Engelen’ bereikte 5300 M. Zijn ‘Kinderbad’, 3100 M. Crabbe's twee ‘Passietooneelen’ (zeldzaam) 5.200 Rm. (gekocht door het Berlijnsche Prentenkabinet); zijn ‘Esther’, 4000 Rm.; Gossaert's ‘Madonna aan den Boom’, 5400; Bosch' ‘Laatste Oordeel’, 9.400; deze waren wel de voornaamste gebeurtenissen. Het grootste gedeelte der kostbare bladen is in den catalogus voortreffelijk afgebeeld, zoo o.a. een unicum van Alaert Claesz. Voor Blechen, een van de grootste Duitsche landschapschilders (1798-1840) toonde het buitenland minder belangstelling. Van dezen kunstenaar, wiens volle beteekenis nog lang niet naar verdienste geschat wordt, brachten Hollstein en Puppel uit een Berlijnsche privaatverzameling een groote collectie onder den hamer. Ze bleef bij prijzen van 2000-2500 Rm., meerendeels in het binnenland. Lempertz te Keulen had voor den 13 November een privaatverzameling uit Bonn (Röttgen) voor een veiling overgenomen, waaruit ik alleen de 5000 Mark voor een Vlaamsche kast uit de eerste helft der 17e eeuw en 4000 Mark voor de ‘Aanbidding der Koningen’ van de hand van een Antwerpschen maniërist van 1520 tot 1530 wil vermelden. Het programma van November, waaruit ik slechts weinig koos, toonde dat de Duitsche kunstmarkt op een bevredigende wijze vatbaar voor aanbiedingen geworden is. Een groot percent der meest kostbare voorwerpen bleef tevens in de handen van inheemsche handelaars, verzamelaars of musea. JULIUS HELD. | |
[pagina 77]
| |
BrusselVERZ. C.B.... (Zaal Fiévez, 10 Dec.). - Nr 3, A. van Beyeren, Stilleven, fr. 200.000.-. Nr 4, P. Boel, Stilleven, fr. 12.000.-. Nr 9, Phil. de Champaigne, Portret van een magistraat, fr. 15.000.-. Nr 10, Pieter Claesz, Stilleven (geteekend en gedateerd 1629), fr. 31.000.-. Nr 12, G. Dou, Monniken in een grot, fr. 11.000.-. Nr 14, C. Dusart, Boerengevecht, fr. 8.500.-. Nr 17, A. van Dijck (?), Elias en de engel (ontwerp voor wandtapijt naar Rubens), fr. 40.000.-. Nr 20, F. Francken II, Esther en Ahasverus, fr. 9.800.-. Nr 21, F. Francken III, Historische voorstelling, fr. 6.200.-. Nr 22, Jan Fyt, Jachtbuit, fr. 15.000.-. Nr 23, P. de Grebber, Portret van een jongen man (geteekend en gedateerd 1632), fr. 40.000.-. Nr 24, Adr. Hannemann, Vrouwportret (geteekend en gedateerd 1668), fr. 60.000.-. Nr 75, Idem, Mansportret (geteekend en gedateerd 1657), fr. 15.000.-. Nr 26, B. van der Helst en P. Boel (?), Portret van een jager, fr. 80.000.-. Nr 27, J.D. de Heem, Stilleven, fr. 40.000.-. Nr 28, M. Hobbema, Landschap, fr. 12.500.-. Nr 20, M. Hondecoeter, Neerhof, fr. 35.000.-. Nr 30, H. de Jager. Damesportret (geteekend en gedateerd 1676), fr. 13.500.-. Nr 31, Hier. Janssens, Ontvangst bij een kraamvrouw, fr. 28.000.-. Nr 32, Jacob Jordaens, De H. Familie, fr. 110.000.-. Nr 33, Idem, Nimfen en Saters (geteekend en gedateerd 1660), fr. 70.000.-. Nr 39, N. Maes, Kinderportret (geteekend en gedateerd 1664), fr. 140.000.-. Nr 41, Jan van der Meer, Landschap, fr. 7.800.-. Nr 43, H. de Meyer, Rivierlandschap, fr. 10.000.-. Nr 44, P. Molyn, Strand, fr. 13.000.-. Nr 56, Rembrandt, Mansportret (met getuigschrift van Dr. Bode, die het dateert ± 1660, Klass. d.K. blz. 506), fr. 440.000.-. Nr 57, Idem, Portret van een oude dame (Klass. d.K. blz. 194), fr. 360.000.-. Nr 60, P. de Ring, Stilleven, fr. 3.400.-. Nr 63, P.P. Rubens, Portret van een bisschop (1627), fr. 50.000.-. Nr 64, Idem, Everzwijnenjacht, fr. 26.000.-. Nr 65, Idem, Portret van den Kardinaal Infant Ferdinand, fr. 6.600.-. Nr 66, Atelier van Rubens, Esther voor Ahasverus, fr. 15.000.-. Nr 69, Daniel Seghers en Corn. Schut, H. Familie met bloemenkrans, fr. 12.000.-. Nr 70, Joos Suttermans, Portret van een admiraal, fr. 24.000.-. Nr 71, David Teniers, Keukeninterieur, fr. 53.000.-. Nr 72, Idem, Rivierlandschap, fr. 7.000.-. Nrs 77/78, G.P. Verbruggen, Twee bloemenstillevens, fr. 28.000.-. Nr 82, Jan Weenix, Vertrek naar den oorlog, fr. 13.500.-. Ns 83, A. van der Werf, Boetvaardige Magdalena (gemonogrameerd), fr. 7.000.-. VERZAMELINGEN MODERNE SCHILDERKUNST (Zaal Giroux, 10 December). - Nr 2, Jos. Coosemans, Ondergaande Zon, fr. 400.-. Nr 10, Ed. Agneessens, Vrouwportret, fr. 1300.-. Nr 21, Yves Alix, Het Balkon, fr. 9.600.-. Nr 22, Louis Artan, De Regenboog, fr. 60.000.-. Nr 25, Albert Baertsoen, De Coupure te Gent, fr. 61.000.-. Nr 26, Idem, Landschap in Vlaanderen, fr. 6.400.-. Nr 27, Em. Claus, Octobermorgen, fr. 65.000.-. Nr 29, Fr. Courtens, In het Koolenveld, fr. 28.000.-. Nr 30, Idem, De Molen, fr. 8.400.-. Nr 31, Idem, April, fr. 2.600.-. Nr 32, Idem, Zomermorgen, fr. 24.000.-. Nr 37, Jean Delvin, Knapen bij de boot, fr. 5.200.-. Nr 40, Jean Degreef, Auderghem, fr. 48.000.-. Nr 45, Alfred Delaunois, St-Laureyskapel te Leuven, fr. 42.000.-. Nr 46, Idem, De Kerkbeuk, fr. 5.000.-. Nr 47, Louis Dubois, De Molen, fr. 7.800.-. Nr 48, Idem, Ruïnen van Orval, fr. 6.200.-. Nr 49, James Ensor, Stilleven met lantaarn, fr. 26.000.-. Nr 50, Idem, De Man met de lamp (teekening), fr. 5.800.-. Nr 51, Charles Dufresne, De Slavenmarkt, fr. 70.000.-. Nr 52, E.O. Friesz, De Fontein, fr. 7.800.-. Nr 53, Ch. Dufresne, Diana en Acteon, fr. 33.000.-. Nr 54, E.O. Friesz, De Boot, fr. 15.000.-. Nr 55, Victor Gilsoul, Brussel bij avond, fr. 44.000.-. Nr 61, Léon Frederic, De Ellende, fr. 38.000.-. Nr 62, Ch. Guérin, De Opschik, fr. 6.500.-. Nr 63, A. Guillaumin, Herfst te Crozant, fr. 16.000.-. Nr 64, Idem, De Helling, fr. 12.000. Nr 68, F. Hens, Labeur, fr. 1.600.-. Nr 69. A.J. Heymans, Op den rand van het bosch, fr. 3.000.-. Nr 70, Idem, Maannacht, fr. 7.000. Nr 72, Idem, De Roep van den Haan, fr. Nr 73, F. Khnopff, De Violoniste, fr. 3.000.-. Nr 76, Eug. Laermans, De Bedevaart, fr. 95.000.-. Nr 77, Idem. De Blinde (teekening), fr. 25.000.-. Nr 78, Idem, De Wandeling door het Dorp, fr. 60.000.-. Nr 83, Franz von Lenbach, Damesportret, fr. 30.000.-. Nr 90, X. Mellery, De Pottenbakkers (teekening), fr. 3.200.-. Nr 91, Idem, Kinderen van Marken (idem), fr. 1.800.-. Nr 93, G. Minne, Pieta (teekening), fr. 4.600.-. Nr 94, Idem, Christus (idem), fr. 8.500.-. Nr 95, Karel Mertens, De Knaap met de slede, fr. 6.000.-. Nr 96, Constantin Meunier, Het koren in de schuur, fr. 12.000.-. Nr 98, Aug. Oleffe, Het Venster, fr. 5.000.-. Nr 100, P. Pantazis, De Schrijver. fr. 7.600.-. Nr 101, Willem Paerels, Rotterdam, fr. 4.400.-. Nr 102, Idem. Bloemen, fr. 4.200.-. Nr 103, C. Permeke, Noordzee Herfst, fr. 7.500.-. Nr 104, Idem, Cirkus (teekening), fr. 3400.-. Nr 105, Idem, Naakt (idem), fr. 7.500.-. Nr 106, Idem, Marine met de blauwe lucht, fr. 3.900.-. Nr 107, Idem, Moeder en kind (pastel), fr. 2.500.-. Nr 108, Idem, Beneden-Schelde, fr. 4.400.-. Nr | |
[pagina 78]
| |
109, Al. Marcette, Nevels, fr. 4.600.-. Nr 111, Jan Stobbaerts, Melken, fr. 38.000.-. Nr 114, K.X. Roussel, Zomer, fr. 12.000.-. Nr 115, A. Dunoyer de Segonzac, Onder de boomen, fr. 49.000.-. Nr 121, Jakob Smits, Mater Amabilis, fr. 56.000.-. Nr 126. Alfred Stevens, Wachtende, fr. 66.000.-. Nr 128, Idem, Strand te Tréport, fr. 11.000.-. Nr 130, Joseph Stevens, De Schotel, fr. 6.200.-. Nr 131, Idem, Jachthonden, fr. 5.200.-. Nr 133, Jan van Beers, De Schoone en het Beest, fr. 14.000.-. Nr 136, Jan Toorop, De H. Familie (gekleurde teekening), fr. 4.600.-. Nr 139, Theo van Rysselberghe, Bloemen, fr. 3.400.-. Nr 140, Idem, De Baai van Saint Clair, fr. 4.400.-. Nr 141, Idem, Olijfboomen te Cagnes, fr. 4.200.-. Nr 142, A. Verhaeren, Stilleven, fr. 10.000.-. Nr 143, Idem, Interieur met rood tapijt, fr. Nr 153, Alfred Verwee, Het Rustuur, fr. 25.000.-. Nr 165, Gustaaf van de Woestijne, Catharina, fr. 13.000.-. Nr 157, Idem, De Spitter, fr. 19.400.-. Nr 158, Maurice de Vlaminck, Sneeuw te Auvers, fr. 22.400.-. VERZAMELING L... W... (Zaal Fiévez, 18-19 Dec.). - Nr 1. Hier. Bosch, Verzoeking van St. Antonius, fr. 8000.-. Nr 4, P. van Avont, De vier Jaargetijden (4 stuks), fr. 12.000.-. Nr 6, Ambr. Benson, De Maagd met het Kind. fr. 70.000.-. Nr 7, Idem, Annunciatie, fr. 36.000.-. Nr 8, A. Bouts, De Maagd met het Kind, fr. 27.000.-. Nr 9, P. Breughel II, De Herberg, fr. 50.000.-. Nr 10, Idem. Dorpskermis, fr. 3.500.-. Nrs 11 en 11b, Jan Breughel I, Het Dorp, Haven, fr. 21.000.-. Nr 12, Idem, Landschap, fr. 24.000.-. Nr 13, Ambr. Breughel, Stilleven, fr. 36.000.-. Nr 14, Paul Bril, Landschap, fr. 7.200.-. Nr Barthel Bruyn, Damesportret, fr. 60.000.-. Nr 17, Pieter Claesz, Stilleven, fr. 18.000. - Nr 18, Joos van Cleve, Portret van een jonge dame, fr. 27.000.-. Nr 19, François Clouet, Portret van Catharina de Medicis, fr. 30.000.-. Nr 22, Corneille de Lyon, Damesportret, fr. 52.000.-. Nr 23, Jacob Cornelisz van Oostsaenen, Portret van een prinses, fr. 15.500.-. Nr 24, Colyn de Coter, De H. Maagd met Engelen en Heiligen (veelluik), fr. 12.000.-. Nr 25, Idem, Tooneelen uit het Leven van Christus en van de H. Maagd, fr. 16.000. Nr 26, Idem, Tooneelen uit het Leven van Christus, fr. 16.000. Nr 27, Idem, Tooneelen uit het Leven van Christus en van de H. Maagd, fr. 16.000.-. Nr 28, Lucas Cranach, Portret van een edelvrouw, fr. 320.000.-. Nr 30, toegeschreven aan Jacques Daret, Portret van een jonge vrouw, fr. 50.000.-. Nr 31, Ant. van Dijck, Portret van Charles de Mallery, fr. 10.000.-. Nr 32, Vlaamsche Meester der XVe eeuw, Zegenende Christus, fr. 1.000.-. Nr 33, Vlaamsche Meester einde der XVe eeuw, Vleugels van een drieluik met de Annunciatie, de Geboorte van Jezus, de Aanbidding der Herders, Jezus tusschen de Schriftgeleerden, St-Michiel, fr. 8.000.-. Nr 34, Vlaamsch Meester, einde der XVe eeuw, Annunciatie, fr. 3.000.-. Nr 35, Vlaamsch Meester der XVIe eeuw, Biddende H. Maagd met heiligen (drieluik), fr. 41.000.-. Nr 36, Idem, Dubbel mansportret, fr. 8.000.-. Nr 37, Vlaamsch Meester der XVIe eeuw, Het Laatste Oordeel, fr. 23.000.-. Nr 38, Idem, De H. Maagd, fr. 3.900. Nr 39, Idem, Christus in den Hof der Olijven, fr. 4.500:-. Nr 40, Idem, Golgotha (drieluik), fr. 13.500.-. Nr 41, Frans Francken II, De Aanbidding der Koningen, fr. 3.000.-. Nr 42, Hugo van der Goes, Man van Smarten, fr. 14.000.-. Nr 43, Jan Gossaert van Mabuse, Jezuskind en St-Jan, fr. 10.000.-. Nr 44, Willem Cl. Heda, Stilleven, fr. 17.000.-. Nr 45, toegeschreven aan Jacob van Hulsdonck, Stilleven, fr. 16.000.-. Nr 46, Pieter Huys, Fantastisch onderwerp, fr. 50.000.-. Nr 47, Adriaen Isenbrant, Golgotha, met begiftigers (drieluik) fr. 35.000.-. Nr 50 en 51, M. Mierevelt, Portretten van Horatius Lord Vere of Tilbury en van zijn vrouw, fr. 40.000.-. Nr 54, P. Neefs Kerkinterieur, fr. 4.400.-. Nr 56, Clara Peeters, Stilleven, fr. 19.500.-. Nr 57, Pieter Pourbus, Mansportret, fr. 10.000.-. Nr 58, Idem, Portretten van de leden van een genootschap, fr. 13.500.-. Nr 59, Idem, Idem (vrouwen) fr. 13.000.-. Nr 64, Atelier van P.P. Rubens, De H. Maagd, fr. 12.000.-. Nr 65, Meester van het H. Bloed, Afdoening van het Kruis, met begiftigers (drieluik), fr. 54.000.-. Nr 66, Barthel Spranger, Annunciatie fr. 14.000.-. Nr 68 en 68bis. Lucas van Uden, twee landschappen, fr. 5.500.-. Nr 69, Jacob Claessens van Utrecht, Christus' Geboorte, met begiftigers (drieluik), fr. 50.000.-. Nr 71, Seb. Vrancx, Aanval van een Konvooi, fr. 8.000.-. | |
AmsterdamVERZAMELING MARZELL VON NEMES (Fred. Muller, 13-14 Nov.). - Nr 55, Jan van Eyck, H. Maagd tusschen twee Heiligen (Beets), gulden 25.000.-. Nr 56, Adriaen Isenbrandt, Christus met drie Heiligen, gl. 15.000. Nr 58, Abraham van Beyeren, Stilleven, gl. 11.000.-. Nr 59, Jan van Goyen, Stroomlandschap met ruïne, gl. 20.000.-. Nr 61, Willem Kalff, Stilleven, gl. 4.600.-. Nr 62, Jacob Ruysdael, Landschap met drie Eiken, gl. 20.500.-. Nr 63, Idem, Landschap met waterval, gl. 7.700.-. Nr 64, Salomon Ruysdael, Stroomlandschap, gl. 35.000.-. Nr .65, Jan Steen, Zoo de ouden zongen, zoo piepen de jongen, gl. 21.000.-. Nr 69, Brusseisch Tapijtwerk, einde XVe eeuw, gl. 230.000.-. Nrs 70 en 71, | |
[pagina 79]
| |
Twee Vlaamsche Tapijten naar ontwerpen van Barend van Orley, ± 1535, gl. 40.000. - en 44.000.-. | |
ParijsHOTEL DROUOT (19 Dec.). - Nr 8, W. van Aelst, Vruchtenstilleven, fr. 5.200.-. Nr 64, Jan van Kessel, Hut bij 't water, fr. 4.300. Nr 66, Chr. van der Lamen, Musiceerend gezelschap, fr. 5.350.-. Nr 79, School van Q. Metsys, Mediteerende wijsgeer, fr. 10.500.-. Nrs 99/100, toegeschreven aan M. Schoevaerdts, Dorp onder sneeuw, en Wasschende vrouwen, fr. 12.100.-. Nr 107, toegeschreven aan G.P. Verbruggen, Engeltjes met bloemen, fr. 14.100.-. VERZAMELING MEVR. E.M. DES C. (Hôtel Drouot, 19 Nov.). - Nr 10, F. Bol, Mansportret, fr. 59.000.-. Nr 11, Jan Breughel, Bloemenkorf, fr. 35.000.-. Nr 12, Joos van Calcar, Mansportret, fr. 60.000.-. Nr 34, Toegeschreven aan G. Metsu, De Kantwerkster, fr. 23.000.-. Nr 41, Th. Rombouts, Herberg, fr. 17.000.-. Nr 43, Toegeschreven aan P.P. Rubens, De Storm, fr. 39.000.-. Nr 51, W. Vaillant, Jonge Vrouw, fr. 10.000.-. | |
Londen.CHRISTIE, MANSON AND WOODS (7 Dec.). - Nr 25, J.D. De Heem, Stilleven, £50-8.-. Nr 26, J.J. Horemans, De School (geteekend) £31-13.-. Nr 29, Jan Porcellis, Schepen voor de haven (geteekend), £52-10.-. Nr 46, C. de Kruyff, De Nieuwe Markt te Amsterdam, (geteekend) £84.-. Nr 51, Bon. Peeters, Storm op de Kust (geteekend en gedateerd 1637), £54-12.-. Nr 68, J.J. Horemans, Portret van Van Keulen, goudsmid te Utrecht, £42.-. Nr 113, M. Coffermans, Graflegging, £8 8.-. Nr 114, B. van Orley, Madona met heiligen en begiftigers, £1312-10.-. Nr 120, J. Van der Banck, Portret van een Edelman (geteekend en gedateerd 1732) £13-13.-. Nr 124, Van Bloemen, Landschap, £33-12.-. Nr 135, C. de Bie, Pachthoeve (geteekend en gedateerd 1650) £47-5.-. Nr 138, J.C. Droochsloot, Laan (geteekend en gedateerd 1658), £33-12.-. Nr 139, Jan Fyt, Doode Haas (geteekend) £283-10.-. Nr 143, Frans de Momper, Vallei, £23-2.-. Nr 146. Adriaen van Ostade, Boereninterieur, £252.-. Nr 154, J.E. Van Velsen, Feestvierend gezelschap, £525.-. IDEM (21 Dec.). - Nr 8, Brugsche School, Mansportret, £420.-. Nr 11, Hans Holbein, Portret van Edward VI, £220-10.-. Nr 40, Adam Willaerts, Op de Kust, (geteekend) £18-18.-. Nr 41, C. van Poelenburgh, De H. Magdalena (met getuigschrift van Dr. C. Hofstede de Groot) £27-6.-. Nr 42, L. Backhuysen, Hengelaars bij de rivier, £71-8.-. Nr 46, Ant. Moro, Scherts (uit de verz. A. van Buren, Amsterdam, 1925), £157-10.-. Nr 47, P. Casteels, Bloemenvaas, £47-5.-. Nr 64, G.P. Verbruggen, Bloemenvaas (2 stuks), £231.-.-. Nr 66. Idem, Bloemenvaas (geteekend en gedateerd 1690), £141-25.-. Nr 77, J. de Heem, Stilleven, £89-5.-. Nr 121, P. Claes, Stilleven (geteekend en gedateerd 1645) £50-8.-. Nr 127, Frans Francken, Musiceerend gezelschap, £220-10.-. Nr 131, Seb. Vrancx, Bezoek van Maria de Medicis in de Nederlanden, £52-10.-. Nr 133. B. Cuyp, St. Pieter uit de gevangenis verlost, (geteekend), £73-10.-. Nr 143, Pieter Neefs, Interieur van een kathedraal (met figuren van F. Francken, geteekend) £157-10. IDEM. (17 Dec.). - Nr 88, M.A.J. Bauer, Cairo (houtskool en aquarel) £3-13.-. Nr 158, A. Bloemaert, Madona met Kind, £54-12. Nr 165, B. van den Bosch, Kunstgalerij, £30-9.-. Nr 167, Pieter Codde, Interieur, £315.-. Nr 171, Q. Metsys (?), Knielende monnik, met op de vleugelpaneelen een Golgotha en het portret van den begiftiger, £210. | |
LeipzigPRENTENVERZAMELINGEN VAN KONING FREDERIK AUGUST II e.a. (C.G. Boerner, 15-16 Nov.). - Nr 15, Anonyme XVIe eeuwsche Nederlandsche koperplaatsnede ± 1510, De H. Hieronymus, Mark 2400.-. Idem ± 1490, Christus aan het kruis, M. 2000. Nr 79, Boëtius à Bolswert, Frederik V en Elisabeth van Engeland, M. 700.-. Nr 81, Pieter van der Borcht, Schaatsenrijders, M. 40.-. Nr 91, Alaert du Hameel, naar Hier. Bosch, Het Laatste Oordeel, M. 9400.-. Nr 7 naar Hier. Bosch (Hier. Cock excud.), De Olifant, M. 520.-. Nr 98, Onbekende graveur naar Hier. Bosch, De Boommensch, M. 540.-. Nr 119, Pieter Breugel de Oude, De Hazenjacht, M. 1550.-. Nr 136, F. Huys, De Zeeslag bij Messina (naar P. Breugel), M. 2300.-. Nr 140, Idem, 6 bl. Zeeschepen (naar Breugel), M. 760.-. Nr 142, Idem, Drie oorlogschepen (idem), M. 760.-. Nr 152, Onbekende naar Breugel, Het Snijden van den Kei T'Huis van Naerheyt), M. 700.-. Nr 157, P. van der Heyden (naar Breugel), De Bruiloftdans, M. 540.-. Nr 162, Jan Breugel, Het Slot Dinterberg bij Nürnberg, M. 530.-. Nr 184, Alaert Claesz, De Doop van den Eunuuk, M. 500.-. Nr 201, Idem, Herkules en Omphale, M. 640.-. Nr 206, Idem, Jozef en de Vrouw van Potiphar, M. 500.-. Nr 207, Idem, De Man van Smarten, M. 540.-. Nr 208, Idem, Christus voor Pilatus, M. 560.-. Nr 210, Idem, Zittende Madona met sterren | |
[pagina 80]
| |
kroon, M. 540.-. Nr 224, Jacob Cornelissen van Oostzanen, Christus jaagt de kooplieden uit den tempel, M. 600.-. Nr 225, Idem, Christus' intrede in Jeruzalem, M. 600.-. Nr 387, Jacob de Gheyn de Oude, de reeks der Rijoefeningen (22 bl.), M. 540.-. Nr 442, Hendrik Goltzius, De Zoon van Frisius, M. 500.-. Nr 486, Idem, Elias in de Woestijn (houtsnede in clair-obscur), M. 780.-. Idem, Hercules verslaagt Cacus (idem), M. 590.-. Nr 500, Jan Gossaert van Mabuse, De Madona aan den Boom, M. 5400.-. Nr 501, Idem, Christus bespot, M. 3000.-. Nr 508, Nic. Hogenberg, Jeremias in den put, M. 1700.-. Nr 509, Idem, Heiligen met Petrus en Christophorus, M. 1450.-. Nr 510, Idem, De H. Catharina, M 850.-. Nr 511, Idem, De Heer verschijnt aan Jeremias, M. 1350.-. Nr 525. Lucas van Leyden, Abraham en de Engel, M. 1200.-. Nr 532, Idem, David in gebed, M. 1200.-. Nr 534, Idem, Triomf van Mardocheus, M. 1000.-. Nr 536, Idem, Gethsemane, M. 1050.-. Nr 539, Idem, Christus verschijnt aan Magdalena als hovenier, M. 1550.-. Nr 541, Idem, De Madona in de nis, M. 2100.-. Nr 545, Idem, De H. Sebastiaan, M. 520.-. Nr 546, Idem, St. Joris, M. 4400.-. Nr 548, Idem; De vier krijgslieden, M. 1200.-. Nr 549, Idem, De man met de fakkel, M. 1950.-. Nr 550, Idem, De Pelgrims, M. 3600.-. Nr 647, Meester W, Gothische baldakijn, M. 17000.-. Nr 650, Frans Crabbe, Geboorte van Christus, M. 2300.-. Nr 651, Idem, De Geeseling, M. 2650.-. Nr 652, Idem, De Doornenkroning, M. 2550.-. Nr 653, Idem, Esther voor Ahasverus, M. 4000.-. Nr 654, Idem, De Man van Smarten, M. 2900. Nr 655, Idem, Pyramus en Thisbe, M. 1100.-. Nr 664, Meester FVB, Madona in een venster, M. 8200.-. Nr 665, Idem, Apostel Simon, M. 1000.-. Nr 666, Idem, De Verkondiging, M. 10400.-. Nr 674, Meester S, 16 bl. voorstellingen uit het Nieuw Testament, M. 4500.-. Nr 793, Adriaen van Ostade, Boerenfeest, M. 900. Nr 807, Rembrandt, Jozef vertelt zijne droomen, M. 1150.-. Nr 809, Idem, De Triomf van Mardocheus, M. 5200.-. Nr 811, Idem, Christus predikend, M. 1550.-. Nr 812, Idem, De drie kruisen, M. 37500.-. Nr 813, Idem, Christus te Emaus, M. 1900.-. Nr 814, Idem, Petrus en Joannes aan de poorten des hemels, M. 2000.-. Nr 816, Idem, De Dood van Maria, M. 3000.-. Nr 820, Idem, De Hut met den grooten Boom, M. 1850.-. Nr 821, Idem, Clemens de Jonghe, M. 13500.-. Nr 822, Idem. Jan Lutma. M. 3600.-. Nr 824, Idem, De groote Jodenbruid, M. 1350.-. Nr 825, Idem, Moeder van Rembrandt, M. 8400.-. Nr 933, Dirk Vellert, De H. Anna, M. 700.-. Nr 934, Idem, De H. Lukas, M. 1700.-. Nr 935, Idem, De man met het wapenschild, M. 1200.-. Nr 936, Idem, De vrouw met het wapenschild, M. 600.-. Nr 1000, Hier. Wiercx, Philips Emmanuel van Lotharingen, M. 640.-. Nr 1007, Meester IAM van Zwolle, De Aanbidding der Koningen, M. 12000.-. Nr 1008, Idem, De Gevangenneming Christi, M. 3600.-. |
|