Onze Kunst. Jaargang 23
(1926)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 35]
| |
Een Vlaamsch primitief schilderij van de National Gallery, gewijzigd in den loop der XIXe eeuwOnder de werken der Vlaamsche primitieven is een der meest bekende zeker de H. Maagd van de National Gallery, die toegeschreven wordt aan den Meester van Mérode, dikwijls ten onrechte den Meester van Flémalle genoemd, en die tegenwoordig door de welingelichte kritiek vereenzelvigd is met Robert Campin, den meester van Rogier van der WeydenGa naar voetnoot(1). We denken dat dit schilderij in de xixe eeuw gewijzigd werd. Herinneren wij in enkele woorden de voornaamste karaktertrekken van het paneel; Maria is voorgesteld zittend, de rechterhand ontbloot, en draagt op haar schoot het goddelijk Kind dal glimlacht. Een cirkelvormig rieten scherm beschut hen tegen het haardvuur, en omgeeft, op vernuftige wijze aangebracht, het hoofd der II. Maagd als met een stralenkrans. Links ontwaart men door het geopende venster, een zonnige straat van een middeleeuwsche stad, terwijl rechts een houten voetstuk met gothisch boogwerk en twee beeldjes in relief versierd, een grooten kelk van verguld zilver draagt. We kennen dit werk reeds vele jaren om het herhaaldelijk gezien te hebben in de verzameling Somzée te Brussel. De tegenwoordigheid van een kelk is zonder voorgaande in de iconographie der H. Maagd, daarenboven is de veellobbige schaal weinig rationneel, en zou den dienstdoenden priester gehinderd hebben. Indien men het gothische voetstuk ging ontleden, zou men vaststellen dat het karakter en stijl mist: men zou het dus met geen enkel onbetwistbaar-echt meubel kunnen vergelijken zonder den grootsten twijfel te koesteren. Die opmerkingen brachten er ons toe te gelooven dat dit rechtergedeelte van de schildering in de xixe eeuw geretoucheerd moest geweest zijn door een handig kunstenaar werkend op 't oogenhlik dal het romantisme met een werkelijken ijver gothische herstellingen trachtte te geven. | |
[pagina 36]
| |
Fig. 1. - De Maagd en het Kind, door den Meester van Merode (Robert Campin) Eerste helft der xve eeuw. Londen, National Gallery).
Fig. 2. - De Maagd en het Kind, nagevolgd naar den Meester van Merode (Robert Campin). - Tweede helft der xve eeuw.
(Hoort toe aan Mevr. Reboux te Roubaix). | |
[pagina 37]
| |
De zaken stonden zoo ver, toen het toeval ons een copie of liever een interpretatie van het werk van den Meester van Merode onder oogen bracht. Het is een mooi schilderij van het einde der xve eeuw, toebehoorend aan Mevrouw Reboux van Roubaix (zie fig. 2). Om de waarheid te zeggen bestaat er geen groot verschil tusschen de twee composities. De houding van Maria en het Kind Jezus is totaal dezelfde, enkel de omgeving is gewijzigd. Hier is het op de stad uitziende venster gesloten, en men bemerkt er heraldische medaillons; maar in het gedeelte rechts van het panneel bemerkt men in plaats van het gothische voetstuk en den onwaarschijnlijken kelk een klein, half-open kastje, waarop een soort kom van geelkoper. Het meubel en het nederige voorwerp dat er bij behoort zijn beiden in den realistischen toon opgevat en laten geen twijfel: we staan hier wel degelijk vóor de eerste compositie. Wij blijven bij onze meening dat het schilderij van de National Gallery gedeeltelijk herschilderd moet geweest zijn in het midden der xixe eeuw, op aandringen van een zekeren liefhebber die er het godsdienstige karakter van wilde verhoogen. Het feit zal slechts ontegensprekelijk vastgesteld kunnen worden indien men het panneel aan een grondig materieel onderzoek onderwerpt.
Jos. Destrée. |
|