Onze Kunst. Jaargang 23
(1926)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |
Jerusalem en Sitten (Sion) in WallisVan wijlen graaf Paul Durrieu verscheen onlangs eene korte Studie over de voorstellingen van den tempel van Jerusalem in de Fransche en Vlaamsche kunst der xve eeuwGa naar voetnoot(1). Onder meer is daar spraak van de minia-turen van Jean Foucquet, die soms Jerusalem heeft voorgesteld door Sitten in Wallis, waarvan de Fransche naam Sion is. Doch de Tempel heeft bij den xve eeuw-schen kunstenaar een eigenaardig voorkomen. Zijn koepel en torens dragen eene bolvormige bekroning, die aan een oranjeappel gelijkt. Schrijver meent dat deze bijzonderheid uit de plaatselijke architek-tuur is overgenomen; zij zou evenzeer Zwitsersch en Wallisch zijn, als het landschap waarin de tempel wordt afgebeeld. Heden nog vindt men in de streek zulke bekroningen, bij voorbeeld op het huis Stockalper te Brieg. Hierbij mogen ook de dikke bolvormige spitsen van talrijke Zwitsersche kerktorens worden aangehaald. Doch, zijn deze oud genoeg opdat ze Foucquet, op de reis naar Rome, die hij ten laatste in 1447 ondernam, zou kunnen gezien hebben? Dit blijkt zeer onwaarschijnlijk, want bolvormige bekroningen hooren in de west-europeesche bouwkunst van de middeleeuwen niet te huis, en schijnen niel vóor de tweede helft der xvie eeuw in gebruik te komen. Ja, wil men het werk van Gaudy, Die kirchlichen Baudenkmäler der Schweiz Graubunden (Berlijn, 1922) raadplegen, dan blijkt dat al de bolvormige lorens van Grauwbunderland pas van uit de xviie of xviiie eeuw dagteekenen. Ander-zijds hebben de Zwitsersche schilders van vóor de Renaissance naar het schijnt nooit zulke torens afgebeeld, alhoewel niet zelden een heerlijk Zwil-sersch landschap op hun paneelen vóorkomtGa naar voetnoot(2). Het zal dan niet te Sitten in Wallis zijn dat Foucquet de type van zijn bolle tempelbekroningen heeft gevonden. Veeleer wilde hij hierdoor aan zijn Tempel, die in een Zwitsersch landschap wordt voorgesteld, een oostersch uitzicht geven. Daarom plaatst hij op torens en koepel die dikke oranjeappel- | |
[pagina 11]
| |
len, grillige namaaksels van de bolvormige kocpels die de mahommedaansche kunsl loi in Sicilië overbrachtGa naar voetnoot(1). De Jerusalemkerk te Brugge.
In Brugge is een xve eenwsche kapel van het Heilig Graf bekend onder den naam van Kerk van Jerusalem. Op welke wijze de hei- 1 ligdommen der heilige Slad haar eigenaardig grondplan hehhen beïnvloed, is niet te verklaren. Niemand heeft ooit verondersteld dat zij, al ware het maar door een mindere bijzonderheid, van een gebouw van Sit len in Wallis zou afhangen. Nochtans de zonderlinge koepel die het koor der kerk overkluist wordt door een torenspits bekroond, die een grooten bol draagt, welke aan een oranjeappel gelijkt. Die torenspits is weliswaar hersteld, maar de herstelling heeft aan de vroegere vormen geen verandering gebracht. Bijgevolg is het niet enkel in de miniaturen van Foucquet dat de gehouwen, die Jerusalem herinneren, soms met een grooten hol, misschien een soort symbool bekroond, worden. Doch in het Brugsche geval, minder nog dan hij den boekverluchter, houdt die bekroning met Sitten in Wallis geen verbandGa naar voetnoot(2). R. Maere. |
|