Onze Kunst. Jaargang 22
(1925)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
Inleiding II
| |
[pagina t.o. 202]
| |
JOEP NICOLAS: Christus de vreugde der zalige zielen.
(Detail uit de wandschildering in de krypt te Asselt bij Roermond.) | |
[pagina t.o. 203]
| |
JOEP NICOLAS: St. Martensfeest (glas in lood).
| |
[pagina 203]
| |
toon. Met die soort kunst is de oudere geestelijkheid groot gebracht; daarin gelooven zij als een ware uitdrukking van het godsdienstige. Het mist van godsdienst alleen de eigenschap, dat godsdienst rijp en rijk is van leven! Het is geen klein gemis, maar wat doet ge met menschen, die het gemis niet bespeuren? Ge verschrikt ze ietwat, zoo ge zelf levend zijt, en zoo uw werk leeft. En het werk van den kunstenaar Joep Nicolas leeft; het is dramatisch van leven; het is een hervatting van het dramatische, dat alle goed glas-in-lood altijd eigen was. Het is een kunstwerk, en geen cadaver. Het is daarbij begrepen naar de kleur; het is een persoonlijke daad dus, en het is, omdat het persoonlijk is, levend is, dramatisch is, een erkenning van de oude meesters, waarvan de leege nabootsers feitelijk de arme ontkenning zijn. Daar Nicolas katholiek is en de wijdheid laat zien van een lang-gefundeerd katholicisme, heeft hij alle noodzakelijkheden in zich vereenigd om een goed ‘glasbrander’ en ‘glasschilder’ te zijn. Hij heeft daarenboven besef van de muurschildering. Het was een mijner verrassingen op mijn ommegang langs de mededingende werken naar den Vigelius-prijs, er een schildering te zien, die, welgevuld en welbegrepen over 't algemeen, door zijn formeering of oplossing de dragende kracht van den muur uit kon drukken. De fouten, die ge erin aanwijzen kondet, waren weinig belangrijk tegenover het vermogen dat ik er in vond: den muur als dragend element uit te drukken. Deze kennismaking was de eerste met Joep Nicolas en zij gaf aanleiding tot het gaan zien van de muurschildering in de krypt van Asselt (bij Roermond), waar een verstandig priester Nicolas gelegenheid gaf zich in het edel ambacht van muurschilder te toonen. En ook daar was een felheid in sommige voorstellingen (in den Worgengel b.v.), die meer verwantschap inhield met de meestal te eenzijdig-begrepen Middeleeuwen, dan ge treft in dingen, die schijnbaar meer overeenkomst daarmee bezitten. Deze Middeleeuwen zijn toch geen enkel biddende, van de wereld en van den hartstocht vervreemde jaren. Ze kunnen bitter-uitbundig zijn, en even wreed en vreemd, even woest als subtiel. Ze zijn misschien een gesloten periode, maar de menschen der Middeleeuwen konden even sterk uit die geslotenheid uitbarsten, als die geslotenheid hen omving. De kunst van de kathedralen had ons dat altijd kunnen leeren, zóó we ons niet in t'eenzijdigen waan hadden gevangen gegeven. Dit heeft Joep Nicolas begrepen, en hij heeft het leven buiten God, in onvruchtbaar makend weten, met dezelfde oogen begrepen als de tijd toen het demonische afwisselde met het extatische. Hij heeft daardoor ook den zachtmoedigen, wijzen, peinzenden Christus kunnen schilderen, dien hij ons gaf. De Christusfiguren der meeste modernen zijn onaanvaardbaar of zelfs hinderlijk. Toorop had haar kunnen teekenen, zooals hij de apostelen heeft geteekend, wanneer hij gebleven was bij zijn psychologisch | |
[pagina 204]
| |
realisme (ook de Middeleeuwen eigen) en wanneer hij niet, tegen den draad van zijn wezen, idealiseerend, van buiten-af idealiseerend, Christus had willen zien. Schelfhout mist den innerlijken grond, waarop de Christusfiguur moet staan, en Collette is als altijd te zwak; Van Konynenburg gaf den Christus nooit in den katholieken zin; voor hem was de Christus de edele, verslagen mensch. Voor Joep Nicolas is hij de peinzende Herder der menschen, die mild medeleeft met hunne herhaalde moeiten. De heele muurschildering is dus een samenstelling van extatische en menschelijke en demonische elementen, en een teedervloeiend landschap is voor een deel van dit werk de zuivere achtergrond. JOEP NICOLAS: Het kerkje te Asselt (teekening)
Het spreekt uit dit alles van zelf, dat Joep Nicolas door wat hij maakte, door wat ik als aanduidingen erken in hem, voor mij nu reeds niet zonder belangrijkheid is. Integendeel. Ik vind hem belangrijk. Ik ontken geen tekortkoming hier en daar, maar tekortkomingen zijn hij een jong talent alleen een gevaar als zij verstarringen zijn. Dat zijn ze hij Nicolas niet; hij iemand van nog geen dertig jaar was integendeel een perfectie niet zonder gevaar voor een latere koelheid en kilte. Ik neem dus de onvolkomenheden als onregelmatigheden in den groei van zijn talent, of als locale onzuiverheden, niet als schraalheid, niet als armoe; slechts als natuurlijkheden in een ontwikkeling, die een rijkdom belooft, en naar ik wensch, zal brengen.
Plasschaert. |
|