Onze Kunst. Jaargang 20-21
(1922)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 115]
| |
Christus aan den schandpaal, door Mabuse, en zijn verschillende exemplarenHet onderwerp ‘Christus gekroond met de doornenkroon, gezeten vóór de kolom en bespot door het volk’ wordt ten onrechte betiteld als zijnde het Ecce Homo. Immers, in de toebereidselen tot de Passie, geeft het Ecce Homo het oogenblik weer, dat Christus met den purperen mantel der bespotting en den rieten scepter in de hand, aan de menigte wordt getoond. - Het thema dat algemeen verspreid werd door Jan Gossaert, genaamd Mabuse: ‘Christus, neergezeten, van zijn mantel ontdaan en nieuwsgierig bekeken door verscheidene figuren met galgentronies’ zou in de iconographie nauwkeuriger betiteld worden als De Bespotting van Christus, Christus aan den Schandpaal, zooals wij hem noemden, of De man van Smarten (Der Schmerzensmann) dien men echter niet mag verwarren met den God der Deernis, zooals hij aangetroffen wordt achter het koor onzer kerken, met samengebonden handen en voeten, een doodshoofd aan de voeten, gelaten wachtend tot de beulen de galen in het kruis zullen geboord hebben, ‘avant épuisé’ zooals Emile Mâle schrijft ‘la violence, l'ignominie et la bestialité de l'homme’. In de kunst der Nederlanden treft men het iconographisch onderwerp van den Christus aan den schandplaal niet vóór Mabuse (of het jaar 1527) aan; in de Duitsche kunst komt het vroeger voor: te Lübeck in 1490 en in een houtgravure van Dürer voor de Groote Passie van 1511. Het kostbare, kleine paneel van den Christus aan den schandpaal, dat het voorwerp van deze studie uitmaakt (Verzameling van Mevr. Eug. Dugniolle, Brussel) is op de volgende wijze geschikt: Op een steen, in het volle licht gezeten, drie kwart naar links gekeerd, met de doornenkroon op het hoofd en een wit doek om het middel, legt Christus de voeten kruiselings over elkaarGa naar voetnoot(1); met gebogen rug leunt hij tegen de kolom, het smartvolle gelaat en de blik ten hemel gericht. Om hem heen staan, ten halven lijve gezien, | |
[pagina 116]
| |
twee Farizeeërs die hem met minachtende opmerkzaamheid bekijken; een kaalhoofdig grijsaard met scherp profiel en glinsterende oogen, die een beurs tegen zijn borst aandrukt, terwijl een andere figuur, met een tulband op het hoofd, beleedigingen schijnt uit te braken. Rechts, achter de kolom, overziet een wachter met zonderlinge kleeding, een soort kozak met hooge muts, het tooneel. Op den achtergrond teekent een triomfboog zich op een blauwen hemel af. Men wordt in deze karikaturale en uitdrukkingsvolle typen den invloed gewaar van Hieronymus Bosch en ook, verder af, dien van Leonardo da Vinci, waarvan de grillige scheppingen toen zooveel bewonderaars in de Nederlanden telden. De schilder van Maubeuge is ten andere de eerste van onze uitgesproken Italianisanten. Tijdens zijn reis in 1508 onderging hij den invloed der Lombardische School; het is zeer belangwekkend het werk van Gossaert uit dat oogpunt te ontleden. Het doek van Mevr. Dugniolle is herkomstig uit de Sackville Gallery te Londen; vroeger behoorde het tot de verzameling van Clavé-Bouhaben (vroeger Zanoli) welke te Keulen verkocht werd op 4-5 Juni 1894Ga naar voetnoot(1). Het werd vermeld in een artikel van de Monatshefte für Kunstwissenschaft in 1908Ga naar voetnoot(2), en kwam te koop bij Christie, den 9 Mei 1910. Het koloriet is doorschijnend; de vorm van het lichaam van Christus is volmaakt uitgevoerd; en de plooien van het wille doek dat op de zitplaats neerhangt, werden behandeld met de broze fijnheid van porselein. Op de steenen trede leest men het opschrift Joannes Malbodius (Jan van Mabuse) invenit; en op den steen zelf waarop Christus gezeten is, leest men den datum 1527. Het woord invenit duidt aan dat het hier een tweede exemplaar geldt, zooniet zou er slaan pinxit of pingebat. Ik heb een zoo volledig mogelijke lijst samengesteld van de verschillende exemplaren van deze beroemde compositie die Jan Gossaert van Maubeuge rond 1527 voortgebracht heeft; daar de lijst der ‘nog te vinden’ exemplaren niet afgesloten is, voeg ik er verschillende toe aan de opgave die Dr. Ernst Weisz doet in de monographie die hij, niet lang geleden, over onzen kunstenaar liet verschijnenGa naar voetnoot(3). | |
[pagina 117]
| |
JAN GOSSAERT genaamd MABUSE: Christus aan den schandpaal.
(Verzameling van Mevr. Eug. Dugniolle, Brussel). | |
[pagina 118]
| |
De oude bronnen vertoonen er reeds sporen van. Ik stip inderdaad een Ecce Homo van Mabuse aan in den inventaris van de goederen die te Antwerpen nagelaten werden door Joan Baptista Anthoine, ridder, overleden in zijne woning op het Kipdorp, den 27 Maart 1691Ga naar voetnoot(1). JAN GOSSAERT genaamd MABUSE: Christus aan den schandpaal.
(Koninklijk Museum van Schoone Kunsten, Antwerpen). Het Museum van Antwerpen bezit het meest bekende - en het schoonste - van alle exemplaren van den Christus aan den schandpaal, no 181Ga naar voetnoot(2), dat van het Kabinet Augte Brentano te Amsterdam (13 Mei 1822) in de Verzameling Van Ertborn overging; het draagt eveneens het opschrift Joannes Malbodius invenit en den datum 1527. Volgens Dr. Weisz zou het waarschijnlijke origineel zich bevinden bij den graaf von Schall Riaucour, in het kasteel Gaussig bij Bautzen (Saksen). Opschrift: pingeb. (voor pingebat) 1527. De reproductie die hij er van meedeelt schijnt, volgens het artikel van Hans Naumann in het Zeitschrift für bildende KunstGa naar voetnoot(3), ver van overtuigend te zijn. Laat ons liever trachten een bondige geographische opsomming te geven van de verschillende exemplaren van Mabuse's Christus aan den Schandpaal. 1. In België, buiten die van het Antwerpsch Museum en de verzameling Dugniolle: | |
[pagina 119]
| |
- Museum van Gent, slecht en twijfelachtig; datum 1526Ga naar voetnoot(1). - Museum der Burgerlijke Godshuizen te Brugge, met varianten; er zijn drie andere figuren, waaronder Judas; eveneens middelmatig! - De handelaar Buéso van Brussel heeft er in 1909 een uitstekend exemplaar van verkocht - zeer in 't oog vallende stralenkrans in vinnig goud om het hoofd van Christus - aan Baron Beyens, toenmaals Belgisch gezant te Bukarest; wij geven er hier een onuitgegeven afbeelding van. JAN GOSSAERT genaamd MABUSE: Christus aan den schandpaal.
(Hoort toe aan den heer Ingenieur Luigi Bernascone, Milaan); - Het hotel van de Congresplaats te Brussel (Veiling in Mei 1919 door den expert Le Roy) bevatte een van deze Ecce Homo's met de verrassende vermelding ‘Italiaansche school’; en nog meer andere zijn er in omloop in de wijde wereld der handelaars in oudheden! 2. In Duitschland, buiten het zoogenaamde origineel van Schall-Riaucour: - Depot van het Berlijnsch Museum, nr 1388; compositie in tegenovergestelden zin, slecht. - Hertogelijk Museum van Brunswijk, nr 405; opschrift: fecit 1526 (zelfde datum als te Gent). - Museum van Karlsruhe nr 150; opschrift: pingebat 1527Ga naar voetnoot(2). - Een exemplaar dat van het depot der Kunstgalerij van Dresden nr 805 naar de Academie van Schoone Kunsten dier stad werd overgebracht. Veel | |
[pagina 120]
| |
grooterGa naar voetnoot(1), niet een valsch monogram van Dürer (waarmee de ‘Gothische’ paneelen zoo dikwijls opgeluisterd worden) zou het volgens den Guarienti-inventaris in de xviiie eeuw, voortkomen van den hertog van Mantua. - Te Keulen, in de verzameling W. Schmitz (vroeger verzameling Weyer, verkocht te Keulen in 1862, nr 246); opschrift: J. Malbodius, invenit 1527Ga naar voetnoot(2). - In Oostenrijk-Hongarijë. Te Weenen, Kunstgalerij Gsell (verkocht den 14 Maart 1872). Is dit niet het goede exemplaar van Karlsruhe, waarvan de afmetingen overeenstemmend zijn?Ga naar voetnoot(3). - Te Graz; waarover ik geen enkele inlichting bezit, tenzij de vermelding in den catalogus van Karlsruhe. - Te Buda-Pest; in de verzameling van graaf Jan Pallfy, in het Museum van Schoone Kunsten. De beschrijving ervan is van Gabriël de Térey, Conservator, in een bizonderen catalogus uitgegeven in 1913Ga naar voetnoot(4). 4. In Engeland. Een Ecce Homo van Mabuse, gelijk aan ons type, komt voor in den catalogus van de Burlington Fine Arts Club van 1892. Nadien opnieuw aangetroffen in een tentoonstelling van Vlaamsche Primitieven in de New Gallery te Londen, in den winter van 1899-1900; ter leen gegeven door Isaac Falcke, esq.Ga naar voetnoot(5) Invenit 1527, als bij het onze, dat misschien één en hetzelfde is. 5. In Frankrijk. In de verzameling Guillain te Maubeuge, geboortestad van Jan Gossaert; enkel een verwijzing van oude catalogi. - Museum van Reims (nr 684 van den catalogus van M. Sartor, 1909, aangekocht in 1897)Ga naar voetnoot(6). Geteekend op de trede: ‘Johannes Malbodius pinxit’. Dit belangrijk exemplaar, dat waarschijnlijk met de bijzonderste stukken van de verzamelingen der geteisterde stad in veiligheid gebracht werd, wordt nergens vermeld. - In het Museum van Besançon, dat zoo aantrekkelijk en zoo weinig bekend is, heb ik onzen Christus aangetroffen met doornen gekroond, effen en bleek (op koper: geschonken door M. Alfred Pochet). - Eindelijk, in het Museum Calvet te Avignon, onder nr 613, Mabuse Jesus met doornen gekroond, wordt aan den spot van het volk overgeleverdGa naar voetnoot(7). Gansch waardeloos. 6. In Portugal: vroeger in de verzameling van graaf de Castello-Melhor, verkocht te Lissabon in 1901. Opschrift: Malbodius invenit met datum: 1527. 7. Eindelijk, om de opsomming te sluiten, bezitten wij in Italië eenige | |
[pagina 121]
| |
dokumenten betreffende een Christus aan den Schandpaal, die - even-als het doek uit de verzameling Schall-Riaucour, dat door de Duitsche wetenschap als het beste aanzien word! - wil doorgaan voor het origineel van dit zoo algemeen verspreide thema. Van groote afmetingenGa naar voetnoot(1), draagt het zeer duidelijk het opschrift ‘Joannes Malbodius pingebal’, maar de slechte photographie laat niet toe de eigenschappen ervan naar waarde te schatten. Zijn bezitter, ingenieur Luigi Bernascone, te Milaan, bood het op 6 Augustus 1909 aan het Brusselsch Museum te koop voor 25.000 frank; sedertdien werd er mee te koop geloopen bij alle bestuurders van musea in Europa, en werd het nog van stad tot stad rondgedragen, kort vóór den oorlog. Ik weet niet wat er sedertdien geworden is van dit veronderstelde prototype eener reeks replica's, waarvan ik in dit korte bericht slechts een overzicht wenschte te geven, om aldus een geringe bijdrage te leveren tot de studie van Meester Jan Gossaert van Mabuse. JAN GOSSAERT genaamd MABUSE: Christus aan den schandpaal.
(In 1909 aangekocht door Baron Beyens). Juni 1919. Pierre Bautier. |
|