Dr A. Bredius, Prof. Dr W. Martin en F. Schmidt-Degener, zij allen waren, evenals wij zelf, dan ook overtuigd met een echten Hals te doen te hebben, die zeer zeker niet weder de zee moest oversteken.
Verwacht werd dat er in Holland wel kunstliefhebbers te vinden zouden zijn, die het hunne zouden bijdragen om het tijdelijk verblijf in het Frans Halsmuseum in een voortdurend te doen veranderen.
Deze verwachting werd niet teleurgesteld. De Heer en Mevrouw Philips-de Jongh te Eindhoven schonken dit buitengewoon belangrijke werk van den meester, op niet genoeg te roemen royale wijze, aan het Frans Halsmuseum, waardoor zij zich niet alleen den dank van de Gemeente Haarlem, maar tevens dien van alle bewonderaars van Hals in het geheele land verwierven.
Vergelijken wij dit portret met dat door J. Van de Velde in 1630 gegraveerd, dan vinden wij dat de kop en het bovengedeelte van den romp bij beide precies gelijk zijn.
Van de Velde phantaseerde er handen, een stoel, een doodskop en een tafel bij, en bracht rechts in het fond een grooter wapen van den priester aan met Aeta 84 er onder. Het is alzoo vervaardigd in het sterftejaar van Zaffius, 1610.
Vermoedelijk werd de gravure op bestelling gemaakt, nadat de priester gestorven was.
Uit 1616 dateert het schutterstuk van Frans Hals, dat twee jaar geleden gereinigd werd, Maaltijd van officieren van den St-Jorisdoelen.
Van wat Hals vóór 1616 vervaardigde viel tot nu toe niets meer te aanschouwen. Gravures, gestoken naar schilderijen, nu gedateerd,bewijzen echter dat de groote Haarlemsche meester voor dien tijd, hij was toen 32 of 36 jaar, geschilderd heeft.
Het portret van Zaffius brengt ons in kennis met wat hij 5 jaar eerder maakte. Het toont ons dat hij toen al precies even virtuoos den borstel hanteerde als in lateren tijd. Alleen in de kleur is verschil. De schaduwen zijn donkerder aangegeven, zijn zwarter dan in het schutterstuk van 1616.
De tegenstelling van licht en donker is krasser uitgedrukt, harder staan de kleuren legen elkaar.
Laat ons hopen dat weldra nog meer van Hals' werken voor den dag komen, opdat nog eenmaal een volledig beeld van 's meesters ontwikkeling gegeven worde, van het begin van zijn loopbaan af, tot dat zijn vermoeide hand het penseel nederlegde, na dit zoo lang en zoo voorbeeldig te hebben gevoerd.
G.D. Gratama