| |
| |
| |
| |
Kunstberichten van onze eigen correspondenten
Tentoonstellingen
Den Haag
Tentoonstelling Pulchri studio
Niet veel groot werk levert deze ledententoonstelling aan aquarellen, teekeningen en grafischen arbeid. Jurres verblijdt het laatste jaar met zijn belangrijke inzendingen. Zijn: ‘Don Quichotte en zijne gevangenen’, voorts de: ‘Dood van Joram’, krijtteekeningen, prachtig van beweging en van buitengemeenen gloed behooren tot het beste van deze tentoonstelling. Haverman, een trouwe inzender ontbreekt; De Rouville, Moulijn, De Zwart zijn vertegenwoordigd. Zilcken komt met een etsblad van fijne kracht, dat ons doet verlangen naar nieuwen etsarbeid van den thans weinig etsenden doch veel schilderenden kunstenaar. Een rechtuit voortreffelijk werk is van Ype Wenning: ‘Het Kerkhof’, mystiek van stemming, door en door echt gevoeld. En ook van Van Horssen, een knappen colorist is hier soortgelijk stemmingswerk, ook al als bij Wenning een grauwe avond waarin weemoed beeft. In het nauwe dorpsstraatje kruipt als alleen levend wezen een kat rond die het soepele lijf, sluipend en lang langs den grond rekt als een slang. Van Van Jole is er een blonde scheepshelling en van Anna Kerling een markt met kinderfiguurtjes. Van Suze Bisschop - Robertson treft een zwoele jongenskop. Ter tentoonstelling is voorts van den beeldhouwer Dirk Wolbers een afgietsel van het grafmonument van den oud-minister Talma. Weinig oorspronkelijk is het monument, doch de twee mannenfiguren zijn naar 't leven genomen, in strenge karakteristiek. Jammer dat de kop van Talma zelf niet wat levensvoller is geworden. Doch het leven van Talma, zijn levenswerk, is door deze twee geknielde werklieden, waarvan de een vertrouwend de oogen opslaat en de ander tevreden berust, in een eenvoudige symboliek vastgelegd. Veel aandachttrekkend werk is er op deze groote tentoonstelling van arbeid der werkende leden ditmaal niet.
| |
Pulchri studio Groepen
Etienne Bosch heeft de hoofdgroep deze maand. Men kan zijn werk in tweeën verdelen, de kleine stillevens behooren bij den arbeid dien hij van de Italiaansche reis meenam, en afzonderlijk staat het groote blanke stilleven, dat waarschijnlijk is geschilderd vóór de schilder Italië bezocht en daar zijn heele palet wijzigde. Dit blanke stilleven zou als het niet zoo mat was, zelfs heel verdienstelijk zijn; zelfs kan men betreuren dat de schilder, die met deze conscientieuze schilderwijze zoo goed op weg was, deze inloste voor - ja - wèl een ander palet doch een zooveel mindere bestudeerdheid. De blauwen en groenen waarvan de schilder zooveel houdt, zijn nu wel warme kleuren op zichzelf, doch zoo overmatig gebruikt als Bosch dit doet, verliezen ze hun kracht van uitdrukking. En daar de innerlijke doorleving der kleur nog al eens faalt, worden die warme tonen leeg en onbeduidend en gaan de als romantisch gevoelde schilderwerken van Etienne Bosch op tooneeldecoraties in 't klein, gelijken.
Bosch is op den verkeerden weg ermee. Het blanke stilleven was een mooie inleiding,
| |
| |
in plaats als zoodanig dit ernstig werk op te vatten heeft Bosch het roer omgegooid en is hij blauwgroene peren gaan schilderen en landschappen van blauwen gloed, waarin alleen een paar witte pilaren afsteken.
| |
Pictura tentoonstelling moderne kunst
Dat moderne kunst een allesbehalve loszinnigen doch ook een stilvoornamen indruk kan maken, heeft de kunsthandelaar de Bois met zijn verzameling modern werk willen toonen. Le Fauconnier is daarin vertegenwoordigd met een synthetisch doek, den blanken opgangen de samenstemming van een wit buitenhuis in een blond landschap weergevend; K. Kruyder zou men zich geïnspireerd op le Fauconnier kunnen denken doch de Hollander heeft behoefte aan logischen steun en bouwt op een geestelijk inzicht zijn landschappen op. Het leven van den zee-denappel is een zijner typeerende arbeidsstalen. In de uit breede vlakken samengestelde schilderij is het leven in vier generaties van dezen denappel als een symbolisch sprookje voor menschen weergegeven. De oudste zee denappel is een weggeschrompelde vrucht, een verkoold stompje gelijkend, de middelste vruchten zijn op de middaghoogte van hun leven, in gelijkmatigen groei doch teer in 't lichte groen gevangen en daardoor beschut kijkt het bovenste appeltje, bedeesd uit den top van 't boompje als een jong, onwetend kind.
‘Het verlaten huis’ en de ‘Kruisboom’ houden dergelijke algemeene voorstellingen in. Behalve le Fauconnier en Kruyder vinden we Jan Boon, Jaap Weyand en Bezaan in de verzameling. Ook almede om den geestelijken kant van overpeinzing en zelf bezinning, het los-zijn van conventioneele kleuren, is Degouve de Nuncques bij de modernen te rangschikken. Zijn betooverende: Suikerfabriek te Halfweg vinden we hier terug, waarin de kunstenaar onverbeterlijk de feeërie heeft weergegeven in welke de verlichting zulk een uitteraard nuchter gebouw omtoovert. Van Gogh en Redon, Walter Vaes en Käthe Kollwitz behooren eveneens tot deze collectie. Ofschoon nog al uiteenloopend is er in het werk van al deze kunstenaren wel degelijk een gezamenlijk begrip.
ALBERTINE DRAAYER - DE HAAS.
| |
Kunstveilingen
Najaarsveilingen
Door de firma Frederik Muller werd 24 September te Arnhem de rij van de najaarsveilingen geopend. Een groote collectie oude schilderijen en een kleine verzameling kunstnijverheid, waarvan de wapens ongetwijfeld het belangrijkste onderdeel uitmaakten, werden verkocht onder direktie van de bekende Amsterdamsche firma. Het was de boedel van den heer G.H.G. Braam. De schilderijen omvatten een kleine driehonderd nummers en al ging het hier niet om een beroemde collectie van eerste beteekenis, zij kon toch ruimschoots interesse wekken De veiling verliep dan ook zeer geanimeerd: hier was kans op verrassingen, al zullen er niet veel koopjes zijn gehaald. In het algemeen liepen de prijzen daar te hoog voor op. Maar snuffelaars koopen op een veiling als deze toch het liefst!
Van de bestede prijzen noemen wij o.m.: No. 5. B. van der Ast, Stilleven, f 650; no. 11. G. Berckheyde, Vijverberg te 's Gravenhage, f 1375; no. 19. Hans Bolongier, Bloemen in glas, f 1000; no. 26. R Brakenburg, Boereninterieur, f 3500; no. 27. A. van Breen, historiestuk, f 950; no. 43. Gonsales Coques, Familiegroep, f 1000; no. 63. J.A. Duck, Interieur met musiceerend gezelschap, f 1025; no. 64. Heyman Dullaert, Stilleven, f 925; no. 68. W. Eversdijck, Portret van een koopman, f 750; no. 75. Jan van Goyen, Boerderij tusschen boomen, f 1100; no. 80. P. de Grebber, De geldweegster, f 1050; no. 15. een middelpunt van de verzameling, op naam gezet van Frans Hals, welke attributie ons niet zoo geheel zeker voorkwam, Jonge Vrouw met kort krullend haar, die peinzend in een stoel zit, ging voor f 31000: no. 83. J.D. de Heem, Boeken- | |
| |
stilleven, gedateerd 1628, f 3000; no. 101. Ludolph de Jongh, Damesportret, gedateerd 1654, / 1025; no. 119. I. Luttichuys, Mansportret, f 875; no. 120. Dirck Maas, Gezelschap in een park, f 3700; no. 126. School van Quinten Matsys, Boer, die kiespijn heeft, bespot door twee mannen en eene vrouw, f 1150; no. 137. Jan Miense Molenaer, Schuur met boeren en boerinnen, die handjeplak spelen f 1550; no. 148. Monogrammist W.S. of V.V.S. Portret van een oude vrouw, oud 83 jaar, met het jaartal 1653, f 7600; no. 149. P. Moreelse, Herderinnetje, f 950; no. 155. Eglon van der Neer, Damesportret, f 1900; no. 159. Jacob Ochtervelt? Meisje bij den schrijf meester. f 825; no. 163. J. Olis, Triktrakspelers, f 700; no. 166. B. van Orley? Damesportret,
f 1050; no. 170. A Palamedesz, Danspartij, f 1400; no. 178, Pieter Potter? Twee stillevens, f 1150; no. 182. A. Ragueneau, Mansportret, f 750; no. 195. R. Savery, Boerenkermis, gedateerd, 1610, f 4200; no. 196. C. van der Schalcke, Varkensslachten bij maanlicht f 1500; no. 204. Jan Steen, De operatie, f 5000; no. 216. Gerard Terborch, Dame in wit satijn, die bij een tafel staat, een voornaam portret, f 6200; no. 227. Adr. Verboom, Huis Kostverloren aan den Amstel bij Amsterdam, later op naam gezet van Jacob Ruisdael, f 4300; no. 233 Hendrick van Vliet, Kerkinterieur te Delft, f 925; no. 236. Michiel van Vries, Dorpskerk, f 700; no. 243. Heeremans Witmont, twee pen-schilderijen, f 1400.
De tweede veiling werd 1 October door de firma Mak te Dordrecht gehouden. Men vond daar vele antiquiteiten van verschillend gehalte, een kleine verzameling oude schilderijen van weinig belang, waarbij alleen een primitief fragment op School van Van der Weyden gezet, Johannes en Maria weenend onder het kruis, opviel, dat voor f 1000 verkocht werd en thans in het bezit is van de firma Goudstikker, en tevens een zilverig visschen-stilleven van Jacob Gillig, dat voor f 1000 aan de firma Komter kwam. Verder was deze verkooping in hoofdzaak de moeite waard door de aanwezige collectie van het werk van den Haagschen schilder W. van Konijnenburg, indertijd bijeengebracht door een thans overleden Rotterdamschen lief hebber. Er waren weinig opvallende kleine olieverf-schetsen, meest landschappen uit zijn vroegen tijd, een reeks potloodteekeningen en enkele groote symbolische ontwerpen. Het bekende schilderij ‘De Herten’ dat vroeger als bruikleen in het Rijksmuseum te Amsterdam een tijdlang te zien was, werd verkocht voor f 6200. Overigens ging dit werk niet hoog. No. 43. Peinzende herder, f 425; no. 44. De Arbeid, f 300; no. 59. Kinderkopje, potloodteekening, f 190; no. 61, Intocht van Ridders potloodteekening, f 420; no. 63. Ridder te paard, f 400; no. 67. Satan en de Vrouw, f 190; no. 74. Ridder op steigerend paard (alles teekeningen) f 290.
Daarna hield de firma Mak op 14 October een veiling van oude schilderijen en antiquiteiten te Amsterdam. De prijzen hiervan waren:
No. 2. J. de Baan, Portret van een Dame en een kindje, f 2400; no. 7. C. Bega, Wie zal het eerst lachen? f 1400; no. 10. Berckheyde, Dam te Amsterdam, f 1250; no. 14. Van Ceulen, Damesportretje, f 2650; no. 18. J.C. Droochsloot, kermis-vedelaars, f 1000; no. 19. dezelfde, Binnenvaart met dorpsgezicht, f 1650; no. 28. A. Govaerls, landschap, f 750; no. 29. van Goyen, gezicht op Dordrecht, f 11.000; no. 30. dez., IJsvermaak, f 4100; no. 34. Holl. school, Mansportret, f 1100; no. 47. de Heem, Stilleven, f 1750; no. 54. M. d'Hondecoeter, Vogelstuk, f 2500; no. 55. G. v. Honthorst, Portret Prins Willem de Tweede en Gemalin, f 1050; no. 63. H. de Meijer, Gezicht op Dordrecht, f 1150; no. 65. F. v. Mieris, De Quitantie, f 800; no. 66. J. Miense Molenaar, Drinkgelag, f 2500; no. 67. dez., Vroolijk gezelschap, f 3100; no. 73. A. Natus, De Rooker, f 700; no. 78. R. Nooms, Het IJ te Amsterdam, f 1400; no. 91. Sal. Ruysdael, Gezicht op Dordrecht, f 7800; no. 97. v. Slingelant, Familiestuk, f 2750.
Een dag later, 15 October, begon bij Frederik Muller & Co. de verkoop van den faillieten boedel ‘Erdmann en Hethey’. Een overvloed van kostbaarheden had men hier te samen, schilderijen, oude meubels, porcelein en zilverwerk, welke eens een rijk ensemble vormden, om nu naar alle kanten verstrooid te worden. Behalve al de smaakvolle voorwerpen van kunstnijverheid waren er zelfs automobielen en pianola's te koop! Frederik Muller
| |
| |
heeft dikwijls belangrijker collecties onder den hamer gehad, maar merkwaardig was deze failliete boedel als geheel ongetwijfeld. Wij noemen van de prijzen:
No. 2. manier van Caravaggio, Christus en de Emmausgangers, f 475; no. 3. twee portretten van M. de la Court f 1000; no. 4. twee portretten van W. Jz. Delff, f 800; no. 5. een Karel du Jardin, f 2300; no. 12. A Palamedes, portret van Vrouwe Jacoba van der Vorst, f 2600; no. 14. P. van Schayenborgh, Stilleven, f 525; no. 16. Adriaen van de Venne, Les ‘Nassovii Proceres’, f 775.
Van de meubelen ging No. 44, een groote palissanderhouten kast voor f 3000; no. 45. een dito kleiner, f 1150; no. 48. een gebeeldhouwde eikenhouten kast, f 950; no. 49. idem, f 1250; no. 51. een eikenhouten kast (gebeeldhouwd), f 1000; no. 53. een notenhouten kast met inlegwerk, f 900; no. 79. een eikenhouten buffetkast, gebeeldhouwd, 17de eeuw, f 2000; no. 89. een klein kastje (wortelnotenhout) op kruisvoet, f 1175; no. 96. dubbel bureau, gebeeldhouwd, stijl Louis XVI, f 1950; no. 119. salonameublement, met Fransch tapisserie bekleed Louis XIV, f 18.000; no. 121. satijnhouten salonameublement, f 2900; no. 122. salonameublement stijl Louis XVI, f 3000; no. 123. eetkamerameublement, f 1200; no. 125. salonameublement, gebeeldhouwd notenhout Louis XV, f 1100; no. 126. ameublement, f 1850. Van de staande klokken gingen no. 252. f 2400; no. 255. f 1050; no. 258. f 800. Chineesch en Japansch porcelein: no. 347. garnituur vijf stuks, f 950; no. 350. groote familie rose pot, f 900; no. 389. f 800.
Verder o.m. no. 464. een groot Doorniksch servies voor f 2300; no. 195. vuurscherm Louis XIV, f 1550; no. 196. vierdeelig scherm met Vlaamsche tapisserie, 17de eeuw, f 1125; no. 693. een paar wit-marmeren tuinvazen, Louis XVI f 1050; no 333. een groote Vlaamsche tappisserie, 17de eeuw, f 5000; no. 334. een dergelijke tappisserie, f 6500 en ten slotte no. 717. een Japansche vaas van brons, f 1350.
Daarna veilde de firma Kleykamp te 's-Gravenhage op 22 October moderne schilderijen uit de nalatenschap van den heer H L. Berckenhoff en uit de verzameling van Mr. R. Cremers - vooral het laatste was weer grootendeels: Haagsche school, wat de klok sloeg. Willem Maris had men maar voor 't kiezen. Wat bizonder opviel was een krachtige teekening van Toorop, geteekend 1907 Domburg.
De collectie P. Langerhuizen Lzn. kwam 29 October in Amsterdam bij Frederik Muller aan de beurt: ze bestond uit 19de eeuwsche schilderijen en aquarellen. Men bemerkte terstond, dat deze verzameling niet in het laatste tiental jaren bijeen is gebracht, ze getuigde van een smaak van wat ouder datum. Hier was ook wel in ruime mate de Haagsche school vertegenwoordigd, maar men vond er tevens andere meesters, wat ouderen zooals: Rochussen, Bles en Bakker Korff, en daarenboven verscheidene Fransche namen. Het beroemdste schilderij, dat de heer Langerhuizen bezeten heeft, de vrouw die een brood aan het bakken is, van Millet, werd verkocht voor de som van f 48.000. Dit schilderij was indertijd in het bezit van den kunsthandel Preyer. De catalogus meldde, dat het voor f 90.000 verworven werd. Ondanks de hooge prijzen dus van de laatste oorlogsjaren zou deze Millet nog slechts de helft van zijne vroegere waarde bezitten!
Van de schilderijen noteerden wij verder:
No. 3. Allebé, Bij het hek, f 1300; no. 6 Bakker Korff, de Intrigante, f 3200; no. 13. Bosboom, Kerkinterieur, f 6000; no. 14. W. Bouguereau, Jong meisje, f 1850; no. 19. Cermak De eerste kus, f 2600; no. 25. Corot, Landschap, f 11.600; no. 27. Daubigny, Landschap, f 14.200; no. 30. Eugène Delacroix, Oosterlingen, f 4100; no. 31. Diaz de la Pena groep kinderen, f 10.300; nog een groep van denzelfde, f 3500; no. 46. J.J. Henner, Ghislaine, f 7500; no. 49. Jozef Israëls, Rustdag, f 21500; no. 56. Ch. Jacque, de Schaapskooi, f 9000; no. 53. Jongkind. Ondergaande zon, f 2100; no. 55. Klinkenberg, Amsterdamsch stadsgezicht, f 4200; no. 60. Jacob Maris, gezicht op een stad, f 31.000; no. 62. Matthys Maris, In den tuin, f 4500; no. 63. Willem Maris, Koeien melken, f 7200; no. 65, Anton Mauve, de Schelpenvisscher. f 25.500; no. 67. Meissonier, Rooker in het rood gekleed, f 5600; no. 68. Edelman Louis XIII van denzelfde, f 4100; no. 69. Mesdag, Schepen, f 1300; no. 73. Monticelli, Uitrusten in het bosch, f 6000; no. 74. Monticelli, de drie Gratiën,
| |
| |
f 4100; no. 75. A. Neuhuis, Een rustig hoekje, f 8700; no. 79. C.A. von Pettenkofen, Zigeunerkamp, f 3500; no. 89. W. Roelofs, Na den regen, f 2100; no. 96. Segantini, Ave Maria, f 7600; no. 101. Alma Tadema, Keizer Hadrianus bezoekt een pottebakker, f 10.000; no. 111. C. Wouters, de Luitspeler, f 1900; no. 116. Felix Ziem, Venetië, f 4000.
J.Z.
| |
Boeken en tijdschriften
J.E. Goedhart uit mijn 50-jarige loopraan als kunsthandelaar en expert in oude kunst. Herinneringen, aanteekeningen en wenken. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, 1918.
Wij gelooven gaarne, dat een halfeeuwsche werkzaamheid in den kunsthandel den heer Goedhart een rijke ervaring heeft bezorgd; en waar hij zijn critische scherpzinnigheid met zooveel overtuiging te luchten hangt zullen wij het niet wagen, hem tegen te spreken. Slechts één onderdeel der critiek heeft de heer Goedhart blijkbaar voor zijne bekwaamheden te gering geacht: dat der zelfcritiek. Hadde hij daarvan een greintje bezeten, dan zou hij zich zeker niet hebben laten verleiden tot het drukken en uitgeven van het zoetsappige geleuter dat ons, met de platste gemeenplaatsen doorspekt, in dit boekje wordt geboden. Wil men een staaltje? Ziehier dan enkele appreciaties welke de schrijver ten beste geeft bij het ‘Biografisch Register van meesters van wie werken in zijn bezit zijn geweest.’ Hieronymus Bosch deelt de heer Goedhart ons goedhartig mee, is ‘zeer verdienstelijk en schaarsch’; Joachim Beuckelaer ‘zeer zeldzaam; doch (sic.) aangenaam van kleur’; Albrecht Dürer is, zoo men 't niet weten mocht, een ‘hoogst bekwaam schilder. Zijn werken worden duur betaald’; over Frans Hals krijgen we o.a. te hooren, dat ‘deze geniale schilder heeft gebroken met het natuurgetrouw schilderen zijner onderwerpen’ (??); Rembrandt ‘woekerde en verrichtte wonderen met het penseel. Zijn penseel is breed, forsch en krachtig. Hij bracht licht in de duisternis. Zijn werken zijn als uit verf gegoten. Zijn onderwerpen zijn alle met een magische kracht bezield’; Ruysdael is een ‘hoog begaafd landschapschilder, die veel atmosfeer en natuurschoon in zijn werken bijbracht. Zijn watervallen zijn meesterlijk, zijn perspectief voortreffelijk, zijn composities meesterlijk’; Tiziano is een ‘buitengewoon voornaam schilder, de ster der Italianen’...
Genoeg, nietwaar? Een langere quotatie zou niet meer amusant zijn.
Wij zouden er niet aan gedacht hebben om dit oud roest uit den hoek te halen, waar het thuis hoort, ware het niet, dat het onbeschaamd wordt geadverteerd als ‘een keurig gestyleerd werkje’, ‘een onmisbaar vademecum’ enz. Er zijn grenzen, mijnheer Goedhart; wij willen uw zelfgenoegzaamheid desnoods voor lief nemen en zelfs met aandacht luisteren wanneer gij iets interessants uit uwe lange handelsloopbaan weet te vertellen, zooals gij dit op een paar plaatsen werkelijk doet - maar blijf, als 't u belieft, bij uw leest, en geef u geen airs, die u hopeloos belachelijk maken.
B.
|
|