Onze Kunst. Jaargang 16
(1917)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 141]
| |
Honthorst in ItaliëEen naschriftHet opstel over Gerard Honthorst, dat in de vorige afleveringen van dit tijdschrift het licht zagGa naar voetnoot(1), had aanvankelijk de bedoeling de aandacht van den lezer te bepalen tot het twaalftal werken van den meester, die te Rome worden aangetroffen. Het bleek echter wenschelijk in een naschrift ook de drie stukken te Florence nog ter sprake te brengen. Die aanvulling had in ander verband aangebracht kunnen worden, maar zij volgt thans om de lezers van Onze Kunst een zoo volledig mogelijk beeld van Honthorst's werkzaamheid in Italië te geven. Zooals men zien zal, komt door de toevoeging ook nog een belangrijke bron aan de orde en vernemen wij een merkwaardig oordeel van een deskundig tijdgenoot over den persoon en over het werk van den meester. Door dit naschrift reeds hier te laten volgen is er ook gelegenheid de afbeelding van het schilderij in de sacristie van Santa Croce in Gerusalemme, Christus voor den Hoogepriester alsnog toe te voegen. De met veel moeite verworven foto kwam ten gevolge van de ongeregelde en uiterst trage postverbinding niet op tijd over om nog bij het artikel zelf gereproduceerd te kunnen worden. Ook enkele verbeteringen en toevoegingen was de schrijver dezes niet in staat aan te brengen, doordat de gecorrigeerde proef, waarnaar de drukkerij uitzag, te buitensporig lang onderweg bleefGa naar voetnoot(2). | |
[pagina 142]
| |
GERARD HONTHORST: Vroolijk Gelag (1620).
(Galleria degli Uffizi, Florence). Het alleszins merkwaardig bericht over Honthorst, waarvan de vertaling hier volgt, wordt in een gelijktijdige bron te Rome aangetroffen. De geneesheer Giulio Mancini uit Siena, later lijfarts van paus Urbanus VIII, teekende in het eerste kwartaal der XVIIde eeuw een en ander op over schilders en schilderwerken van zijn tijd. Hij stelde aldus een werkje samen, waarvan twee onderling afwijkende handschriften zich in de Vaticaansche Bibliotheek bevinden. (Cod. Barb. lat. 4315, - voor ons hier van belang, - en Cod. Vad. lat. 8080)Ga naar voetnoot(1). Een derde handschrift wordt nog in de Bibliotheek Chigi te Rome aangetroffen (Ms. G. III 66), doch dit bleek hij onderzoek slechts een onnauwkeurige kopij van den tekst in de Barberiana te zijn. De verhandeling van Mancini, die in haar geheel nog nimmer werd uitgegeven, is getiteld: ‘Alcune considerationi intorno a quello che hanno scritto | |
[pagina t.o. 142]
| |
GERARD HONTHORST: Christus vóór den Hoogepriester
(Sacristij van Santa Croce, Rome. - Particulier bezit). | |
[pagina 143]
| |
alcuni autori in materia della pittura... etc.’ Aan het slot volgen eenige biografische opleekeningen, o.a. over Rubens, Paulus Bril en Elsheimer, waarbij ook aan Honthorst een bladzijde gewijd is. Mancini schijnt den schilder persoonlijk te hebben gekend en de twee werken te Florence, die hij ter sprake brengt, heeft hij zonder twijfel zelf gezien. GERARD HONTHORST: De Geboorte van Christus (1621).
(Galleria degli Uffizi, Florence). ‘Over Gerardo. - Geboren werd in (Utrecht) een stad in Nederland, Gerardo (Honthorst) en na eenige jaren onder (Abraham Bloemaert)Ga naar voetnoot(1), een Nederlandsch schilder van groote vermaardheid, te hebben geleerd, kwam hij naar Rome in den tijd waarin de manier van Caravaggio algemeen werd nagevolgd; en de leerscholen van de levende werkelijkheid doorloopende gaf hij blijk van uitnemenden zin voor de teekening. Sedert werden er eenige schilderwerken van hem gezien, zooals het stuk van Johannes den Dooper in de Madonna della Scala en verschillende schilderijen, die zich in particulier bezit bevinden, en laatstelijk [maakte hij] voor den aartshertog van Toscane een Vroolijk GastmaalGa naar voetnoot(2), waar de figuren door twee kunstlichten worden beschenen, hetgeen met zekere weerschijnen en verglijdingenGa naar voetnoot(3), gepaard met de verdubbeling van het licht, veel kunstvaardigheid vertoont. En thans werkt hij aan een Geboorte van Jezus, waar de personen | |
[pagina 144]
| |
hun licht erlangen van den geboren Christus zelf, en al mag dit een vondst van Correggio zijnGa naar voetnoot(1), die na dezen ook door Annibale Caracci met veel kunstigheid werd toegepast, zoo mag dit stuk van Gerardo er toch ook wezenGa naar voetnoot(2). G.J. HOOGEWERFF. |
|