straat 115, Amsterdam werd gebouwd onder leiding van den bekenden Amsterdamschen architect J.F. Staal Jr. Behalve het groote aandeel dat deze architect als scheppend kunstenaar aan dit werk gehad heeft, komt hem een woord van erkentelijkheid toe namens de Nederlandsche kunstnijveren. Hij toch, zelf artiest zijnde, kon medewerkers naast zich verdragen, gaf onderdeelen over aan andere kunstenaars, en vooral, hoe goed heeft hij zijne helpers gekozen uit de besten van het land.
En wat heeft dit alles er toe meegewerkt een gebouw tot stand te brengen, zoo in alle opzichten kunstzinnig en verzorgd. Wanneer ik dit feit dan ook speciaal releveer, dan is het omdat ik weet dat velen mijner collega's den architect Staal erkentelijk zijn voor deze werkwijze, maar ook, omdat helaas velen zijner collega's nog zoo heel anders en zoo onzuiver te werk gaan. Wij weten maar al te goed dat vele architecten, met veel minder capaciteiten dan de heer Staal, zoogenaamd alles zelf doen, steeds met naamlooze medewerkers, of met fabrikanten die op hun beurt weer anonieme krachten aan het werk zetten. Aldus het pure commercialisme met het kwaad in zich van onpersoonlijk leverantiewerk, geven.
De richting van Staal's werk is even anders, in andere wending dan het soort dat wij kennen uit het beginwerk van de eerste jaren der nieuwe ambachtskunsten. Het heeft gelukkig een zeer eigen kant. Toch is het constructieve element niet verwaarloosd, zooals we ander werk in dezen geest kennen; ja, wij weten zelfs dat door eenige zeer modernen dezen constructie-eisch smalend ontkend wordt. Een aardig specimen van Staal's werk is de palisander tafel in den achterwinkel, al blijft een boven het blad uitstekend knopje even bedenkelijk. Ook de daarbij geplaatste armstoelen zijn goede werkstukken. Mooi is ook de trapopgang met de lambriseering en marmerbekleeding. Flink belijnd is het geheele front met den doorgang naar boven en de zijgangen naar beneden. Boven dezen middentrap is het portret van Daguerre door Zijl gehouwen in steen. Ook werd door hem het decoratieve werk aan traplambriseering en eenige wapens voortreffelijk gesneden.
Mendes da Costa maakte een prachtig beeldje in palisanderhout: ‘De zegen van het licht’, als eindvorm van een trapbaluster. De hierbij gereproduceerde afbeelding laat zoo goed zien de grootheid der lijnen met de voortreffelijk breedgehouden onderdeelen, als b.v. de dijbeenen, de voeten en handen, kortom de zuivere monumentaalheid der geheele opvatting. Het beeldje is aardig in de ruimte geplaatst en mooi verlicht.
Behalve de twee bovengenoemde beeldhouwers werkte nog een