Onze Kunst. Jaargang 15
(1916)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 183]
| |
Twee Belgische houtgraveurs te LondenI. Albert DelstancheToen België werd overrompeld, was Albert Delstanche mooie prentjes van de Vlaamsche kust aan het snijden. Een kostbaar werk: de illustratie van Verhaeren's Guirlandes des Dunes werd hiermede onderbroken. In de overijling der vlucht, kon hij slechts enkele proefdrukjes zijner platen medenemen. Deze prenten munten uit door de hoedanigheden die men van een gedichten-illustrator verwachten mag. Deze heeft een heel andere taak dan een illustrator van romans of novellen. Het gedicht draagt alle klanken en teekenen van schoonheid in zich. De verluchting welke men er bij voegt, wordt valsch, indien zij uitgroeit boven de personaliteit van den dichter. De illustratie vergezelt den tekst, maar mag dien niet completeeren. Zij behoeft niets aan de beteekenis van het geschrevene toe te voegen, zooals voor ander letterkundig werk wel eens wordt gevergd. De Guirlande des Dunes, door Delstanche geïllustreerd, is een volkomen harmonisch boek. Op alle bladzijden wordt de stemming gedragen. Waar men leest dat ‘le moulin fait sa croix de haut en bas sur le village’ ziet men den ouden molen, oprijzend tegen een woelige lucht, boven de lage hutjes. ‘Au Cimetière’ wordt geïllustreerd door een kruisbeeld, dat evenals de plaat der ‘Bouges’ aan de traditioneele houtsneetechniek herinnert. Bij de andere platen valt het procédé te nauwer nood te onderkennen. ‘Les Tours aux bords des Mers’ en de zooeven vermelde molen doen veeleer denken aan zekere penteekeningen. Ik bedoel teekeningen uit den tijd toen die een.... huiselijk karakter droegen. Men denke daarbij aan de vlugge krabbels die onze vaders of grootvaders met een gewone schrijfpen op 't eerste 't beste stukje papier | |
[pagina 184]
| |
zetten. In deze platen, evenals in die der Little Towns of Flanders, waarover wij verder zullen spreken, vindt men dezelfde vlugge, in éenzelfde richting loopende streepjes, met andere daarover heen gekruist. Eigenlijk zouden moderne houtgraveurs niet heelemaal voldaan zijn door deze werkwijze, welke niet met hun opvattingen strookt. Maar met meer voldoening zullen zij andere bladzijden van hetzelfde boek beschouwen. Hier geene halftonen meer, verkregen door het schrappen met de stift op het hout. Enkel volle en open partijen; de druk is dan naar het Japansche procédé uitgevoerd. ‘Le Ramasseur d'épaves’ (4 kleuren) is een verrukkelijke proeve van dit procédé. ALB. DELSTANCHE: ‘Le Saule’.
Houtsnede (verkleind) voor La Guirlandes des Dunes, van Emile Verhaeren. (Uitgave der ‘Cinquante’). In een Kalender voor 1913 had Delstanche een dergelijke werkwijze toegepast. Het zijn vijf platen, op linoleum gesneden. De omtrekken en kleurmassa's zonder hachuren, vormen aantrekkelijke, frissche | |
[pagina 185]
| |
ALB. DELSTANCHE: ‘Au Cimetière’.
Houtsnede voor La Guirlandes des Dunes van Emile Verhaeren. (Uitgave der ‘Cinquante’). | |
[pagina 187]
| |
figuren, die in België overigens veel succes hadden. De eerste plaat bevat de kalender, met bloemen en vruchten omlijst. Vier andere bladzijden verbeelden de jaargetijden. De frissche, heldere kleuren zijn die van den aquarellist. Het drukken dezer prenten in kleur moet den kunstenaar een genot zijn; zij zijn ons een kostbaar bezit. ALB. DELSTANCHE: Schets in O.-I. Inkt.
Alvorens zich op de houtsnede toe te leggen, had Delstanche op koper gegraveerd. En nog vroeger had hij een heel anderen werkkring gehad: hij was advocaat geweest, en later assistent aan de Koninklijke Bibliotheek te Brussel. Maar een onweerstaanbare drang voert hem tot de kunst. Na zes jaren dienst, op het oogenblik dat hij hulpconservator zou genoemd worden, verlaat hij de Bibliotheek, om zich aan de gravuur te wijden. Van dien tijd af heeft Delstanche zeer veel gewerkt. 's Winters verblijft hij te Brussel; 's zomers op ‘Mariahuis’, een landsche woning te Oudenburg bij Oostende. Daar arbeidde hij ijverig, in gezelschap van den uitstekenden schilder Jan van den Eeckhoudt. Daar voerde hij ook de reeks groote etsen uit, direct naar de natuur gedaan, welke door alle kenners werden bewonderd. In dit zonnige en gelukkige verblijf is hij begonnen op hout te snijden. Dáár ook werkte hij aan | |
[pagina 188]
| |
La Guirlande des Dunes, toen de Duitsche inval hem naar Engeland deed uitwijken. Gedurende de eerste maanden der ballingschap was hij druk in de weer om de Belgische kunstenaars bij te staan, en om de gevoelens van sympathie tusschen deze en hunne Engelsche collega's te bevorderen. Na drie maanden van onafgebroken zorgen, begint hij, op verzoek van een Londenschen uitgever, zijn boek over the Little Towns of Flanders. Behalve enkele teekeningen en schetsen in O.I. inkt - meestal vrouwenfiguren in hun interieur, - meen ik dat dit boek het best des kunstenaars werk in Engeland vertegenwoordigtGa naar voetnoot(1). De arbeid van mes en stift is dezelfde als ik geprezen heb in la Guirlande des Dunes. Echter past het nog beter bij de onderwerpen welke de kunstenaar hier te behandelen had: gezichten van kleine en groote Vlaamsche steden. Hij vertoont ons geen zonneland met sterke tegenstellingen van licht en schaduw. Bij Delstanche is alles gehuld in een grijs licht, als gebroken door mat glas. In warme streken kent men deze kleur der atmosfeer slechts vóór of na het vallen van den regen. Er is eigenlijk zeer weinig onderscheid tusschen licht en donker. Dit geeft de techniek van den graveur zeer gevoelig weer, door het zwart tot in het oneindige te verdeelen. Het schijnt - wanneer men de houtsneden beschouwt buiten hunne kunstwaarde om - dat op hun oppervlak het wit overal tegen het zwart opweegt. Men schijnt hier een techniek voor oogen te hebben, die evenveel witte als zwarte hachuren gebruikt. En toch weten we, dat hier nòch de eene, nòch de andere te vinden zijn, want het zwart wordt niet verkregen door een kras, maar door het uitgespaarde hout. Nooit werd het hout op deze wijze behandeld. De factuur is haast te angstvallig; zij verschuilt zich, waaraan degenen, die in de kunst vooral aan techniek hechten, zich kunnen ergeren. Deze factuur is niet krachtig. Zij is traag en droomerig, als de poëzie der Vlaamsche steden. Ik weet niet met welk procédé men beter de grijze trilling van de Groene Rei of de zware massa van het Belfort te Brugge zou kunnen weergeven. De stift - ik zeg niet het burijn - heeft elken steen omlijnd; zij maakt den achtergrond der kade tot een trillenden sluier; en van een pannendak maakt zij een strofe van heerlijke poëzie en innigheid. De vensters zijn als blind; alles is onbeweeglijk. | |
[pagina 189]
| |
ALB. DELSTANCHE: Mechelen.
Houtsnede (verkleind) uit The little Towns of Flanders. (Uitgave van Chatto & Windus, Londen). Albert Delstanche heeft, om de uitdrukking zijner prenten te versterken, daaraan een tekst toegevoegd, meestal verzen van Georges Rodenbach en E. Verhaeren, en soms ook stukken van Charles de Coster's vurig proza. Zoo is de Quai Vert vergezeld van dit gedicht van G. Rodenbach, waarvan ik de eerste verzen aanhaal: C'est là qu'il faut aller quand on se sent dépris
De la vie et de tout et même de soi-même;
Ville morte où chacun est seul, où tout est gris,
Triste comme un tombeau avec des chrysanthèmes.
Ik wil nog een woord zeggen over de techniek dezer gravuren. De hooger beschreven verdeeling door insnijding, laat zelden een gedeelte van het hout ongerept. In het Belfort, in sommige mantels van begijntjes, in de zeilen der schuiten vindt men amper eenig vlak zwart. Zoo het zwart, dat men thans als een kapitaal element der houtgravure beschouwt, zeldzaam is, vinden we daarentegen bekoorlijke partijen | |
[pagina 190]
| |
met regelmatige hachuren. Deze partijen zijn effen, en toch trillend, als in het grasplein van het Begijnhof te Dixmude, den achtergrond der Groene Rei, den hemel van Vlaanderen bij Regen. De luchten waarin de wolken door den zeewind worden voortgezweept worden met tamelijk ver uiteen liggende hachuren weergegeven, die zweven als herfstdraden. Zulke beschaduwde lucht treft men aan in het Belfort, waar ze zeer merkwaardig is, in het Stadhuis van Leuven en in de Haven van Nieuwpoort. De verbrokkelde techniek van Delstanche is ook uitstekend geschikt tot het weergeven van het vlietende water, van de kleine golfjes in de binnenvaarten. Het lijnenspel van menige plaat is zoo bewegelijk als een waterspiegel. ALB. DELSTANCHE: Lente.
Houtsnede (verkleind) uit The little Towns of Flanders. (Uitgave van Chatto & Windus, Londen). Naast de poëzie van het ‘métier’, die haar uiting vindt in fijngevoelde nuancen en in de taal van het werktuig, heeft men de poëzie van de opvatting of van de visie. Een kunstenaar van beteekenis vereenigt beide in zijn geest. In Delstanche's houtsneden bemerkt men, | |
[pagina 191]
| |
ALB. DELSTANCHE: Het Belfort van Brugge.
Houtsnede uit The Little Towns of Flanders. (Uitgave van Chatto & Windus, Londen). | |
[pagina 192]
| |
dat zulks het geval is geweest; ik zeide het hooger reeds, bij het vermelden der Groene Rei. De tweede plaat der Little Towns of Flanders getuigt niet minder van een dichterlijke vertolking der werkelijkheid. De Halle schijnt er alleen te dienen als een grondvesting waarop het reusachtige Belfort oprijst, waarvan het toppunt fantastisch verlicht is. De gezichten van Ieperen en Veurne zijn zoo vol locale kleur, dat men haast denkt aan een knappe archeologische reconstructie. Veurne vooral schijnt te wachten op een stoet van zestiend' eeuwsche edellieden. Zoo vertoont ons deze graveur en verteller, behalve Brugge, Gent, Nieuwpoort, Dixmude, Ieperen en Veurne, nog andere Vlaamsche of Brabantsche steden, als Dendermonde, Leuven, Mechelen. En als besluit, twee bekoorlijke landschappen uit Vlaanderen. La Guirlande des Dunes en The little Towns of Flanders zijn méér dan de eerstelingen van een nieuwen houtsnijder. Deze merkwaardige werken brengen ons de openbaring eener nieuwe techniek, en verraden tevens een zeer fijn gevoel voor het land- en stedenschoon van België. Albert Delstanche is overigens in de volle kracht van zijn kunstenaarstalent, en het is als houtgraveur dat hij dit het volledigst uit. (Slot volgt.) J. de BOSSCHERE. |
|