Een onbekende Rembrandt
Een dezer dagen was ik zoo gelukkig de hand te leggen op een onbekend werk van Rembrandt. Daar het schilderij geheel ingeschoten was, liet ik het regenereeren, bij welke behandeling de handteekening van den meester en het jaartal 1631 te voorschijn zijn gekomen.
De voorstelling, Ariadne en Bacchus op Naxos, heeft Rembrandt aan Ovidius' metamorphosen ontleend. Treedt bij de Andromeda, (collectie Dr. A. Bredius) welke omstreeks dienzelfden tijd ontstaan en waaraan dit schilderij in compositie nauw verwant is, het dramatische op den voorgrond, zoo treft ons hier het tragische. Gezeten voor de steile rots waarvan Ariadne zich in zee had willen storten, uit vertwijfeling over de hartelooze verlating van Theseus, tracht Bacchus met een zacht liefkoozend gebaar de door smart geknakte dochter van Minos te troosten. Van de onrustig klotsende grijsgroene zee, even oplichtend aan den verren horizon, waarboven een grauwe lucht met zware wolken zich loom welft, gaat een stille weemoed uit.
Het licht, hoe geconcentreerd ook op de zilverblanke naaktheid van Ariadne, is overal. In de grijsgroen gedragen hoofdtoon schikken het gedempt goudbrokaat van Ariadne's mantel, haar kroon, haar roomkleurig hemd, het diepglanzend pauwgroen der mantel over haar knieën, en het lichtend zilver van haar even rozigende lichaam zich tot een gloeiende kleurenschittering.
De uitvoering is van eene precieus delikate breedheid.
In de figurengroep valt de pyramide-vorm op, die zoo dikwijls in Rembrandt's composities voorkomt.
Dit schilderij vermeerdert weer de reeks mythologische voorstellingen (de roof van Proserpina, Kaiser Friedrich Museum, de roof van Europa in de collectie Kappel te Berlijn, de Andromeda, collectie Bredius) welke Rembrandt tusschen 1630 en 1632 geschilderd heeft.
J.O. Kronig.