| |
| |
| |
| |
Iets over Deensch porcelein
In de laatste zestig jaren heeft de porceleinfabrikatie in Denemarken zich tot zoo'n belangrijke hoogte ontwikkeld, dat haar vermaardheid zich over bijna geheel Europa verbreid heeft. Van de koninklijke porcelein fabrieken Bing en Gröndahl - beide gevestigd te Kopenhagen, - is 't vooral de laatste geweest, die aan het Deensche werk den uitmuntenden naam heeft gegeven, welken het om zijn origineele schoonheid dan ook ten volle verdient. Het is niet alleen vrij gebleven van eenigen vreemden invloed, het cachet heeft door den groei van het artistieke bedrijf zich verinnigd tot een bekoorlijkheid, die in haar wezen een goed stuk van een nationaal karakter weergeeft. De essence van de Deensche pottenbakkerij, het wondervol-typische, vindt men vooral in de versiering der voorwerpen en de lijn der beelden. De kunst is hier niet onderhevig aan de wisselende inzichten van één persoon, die, zoeker nog, in model, ornament en techniek zijn juisten weg nog niet gevonden heeft, en, hetzij door overdrijving of onlogische combinatie, dan wel door onoprechte uiting en effectnajagerij een product tracht te verkrijgen van dadelijk opvallende uitmiddelpuntigheid. Hier geen tasten en pogen in allerlei richtingen zonder bepaald einddoel. De weg is gevonden, en het voortbrengsel is het resultaat van een kunstbeoefening, welke plaats heeft met uiting van rustig schoonheidsgevoel.
D. JENSEN: Soedansche hond.
Op de laatste, groote, Parijsche tentoonstelling maakte het Deensche porcelein voor het eerst zijn glorieuze entrée in de kunstwereld. Het ‘Dokument des modernen Kunstgewerbes’ schrijft naar aanleiding van de Deensche inzending: ‘Man war der traditionellen, kalten Repräsentationsvasen von Sèvres und der puppen und puppenartigen, in der Farbe oft geschmacklosen Meissner Porzellane satt, und sehnte sich nach einer Keramik, die zu der modernen, intimen prärafaelitisch differenzierten Wohnungs- | |
| |
einrichtung passte, nach einer Keramik im Geiste Watts, Burne Jones, Rosettis. nach einer Kunsttöpferei, die nicht för die in Gold und Krystall schillernden Spiegelsäle Ludwigs XIV, sondern för die modernen intimen, wie japanische Teehäuser anmutenden Villen und Landhäuser passte. Und diesem Zug der Zeit verslanden die Kopenhagener und Stockholmer Porzellanfabriken am meisten Rechnung zu tragen.’
D. JENSKN: Gekruist ras.
De gansche werking van de beide genoemde porceleinfabrieken, waar een groot deel van den versierenden arbeid met de hand verricht wordt, kan aan andere instellingen van dien aard, vooral in de streken van louter massaproductie, tot voorbeeld gesteld worden. Zoowel de Koninklijke als Bing en Gröndahl bepalen zich volstrekt niet lot de vervaardiging van luxe-artikelen; zij leveren het volk in en buiten Denemarken de serviezen bij duizenden stellen, in elk stuk waarvan niettemin, zij 't ook in een sobere ornamenteering, de kunst harer artisten zichtbaar is. En terwijl zij hun stempels en chablonen gebruiken alleen voor het maken van nuttige zaken, als knoopen en isolatoren, terwijl zij slechts het vormen van het eenvoudige voorwerp overlaten aan gietleest en persmachine, worden voor het eigenlijke sierwerk bekwame kunstenaars in dienst genomen, zoodat op rationeele wijze het artistieke streven aan de groot-industrie wordt aangepast. De stukken, welke uit de handen van die arlisten komen, worden verkocht tegen prijzen, die berekend zijn naar kunstwaarde. De eigenaren der beide instellingen staan
| |
| |
vast in hun schoenen. Zij hebben in hun ateliers personen, die een degelijke opleiding hebben genoten, en wier kunst dus goed betaald moet worden. Zij waardeeren daardoor de capaciteit der werkers, houdt die ook voor het publiek op respectabele hoogte, zonder de kunstwaarde der luxe-voortbrengselen op te drijven, gelijk soms elders op onoordeelkundige wijze met ceramische proeven gedaan wordt. En toch, hoewel zij het bedrijf niet populariseeren, door tot gemakkelijk financieel voordeel geheel te werken naar den smaak van schellinkjesmenschen, geven zij ook kunstvoorwerpen voor het volk.
D. JENSEN: Spelend katje.
De onvervalschte, geheel kunstlooze groot-industrie, waarbij enkel maar de rechte technische toepassing en het economisch materiaalverbruik hoofdzaken zijn, worden vertegenwoordigd door de knoopen- en -isolatoren-afdeeling; de artisten leveren de kostbare origineelen, terwijl de verkleinde reproducties hiervan benevens de versierde, huishoudelijke artikelen bestemd zijn voor het groote publiek.
Vroeger werd in Denemarken veel kaoline van Bornholm gebruikt, maar dit materiaal, hetwelk geen zuiver-wit baksel gaf, werd langzamerhand door superieure materiaalsoorten uit Frankrijk, Engeland en Duitschland vervangen. Nadat de grondstof machinaal gemengd en gekneed is, gaat zij naar de werkplaatsen, waar zij verder in behandeling komt. De arbeidsverdeling wordt er toegepast door artisten en copiïsten. Vorm en versiering worden elk apart behandeld; zelfs wordt de vorm alweer onderscheiden in dien, welken het vaatwerk hebben moet, en den sculpturalen voor de beelden, de figuren, waaraan de Deensche ceramische kunst niet het minst haar beroemdheid te danken heeft.
D. JENSEN: Familiegeluk.
Die figuren, - van dieren vooral -, ontworpen naar levende modellen, zijn geen exacte weergaven, maar humoristische, caricatuurachtige beelden, waarin de meest typische eigen- | |
| |
schappen van het model door een geprononceerde pose zijn aangeduid.
D. JENSEN: Konijntjes.
Ze zijn zwierig opgebouwd. Geen eigenlijke, opzettelijk-primitieve caricaturen, maar beelden van hetgeen de Deensche modelleur in het vóór hem geplaatste wezen aan zieleleven heeft waargenomen. Het hypochondere philosofeeren van een aap, de dartelheid van een visch, de fragiele, aarzelende bewegingen van een jongen vogel, de schranderheid van een zeehond, de wilde forschheid van een arend, het gluiperige van een hyena worden door den Deenschen artist vastgelegd in een markante pose, die wel sterk verduidelijkend, maar niet gechargeerd is. Die dierfiguren kunnen sculpturale instantanneetjes van het dierenleven genoemd worden, geobserveerd door den voor ceramiek werkenden kunstenaar, die het wezen wil weergeven, niet om diens onfeilbaren, opmerkenswaardigen of wonderbaarlijken lichaamsbouw, maar zoo duidelijk mogelijk hetgeen er in het diepe beesten-binnenst wel moet omgaan, tracht te verzinnebeelden door de pose. En juist door die symboliseeringsneiging van den Deenschen boetseerder, neiging, welke hij fragmentarisch heeft overgehouden van zeer oude volken, ook door zijn opmerkingsgave is hij zoo juist in staat, om eerst te ontleden, daarna het geobserveerde geval in zijn gedachte te verzinnebeelden en ten slotte die aldus aangevulde visie in zijn grondstof vast te leggen. Men zou dus kunnen zeggen, dat de Deensche porceleinfiguren-beeldhouwer onbewust werkt in drie achtereenvolgende stadia: de stille analyse voor zich zelf van het oogenblikkelijke gemoedsleven van het diermodel, het geleidelijk komende streven tot verzinnebeelding, waarbij natuurlijk de lijn, de houding en hetgeen de blik uitdrukt, in gedachte geaccentueerd worden, en eindelijk de opzet. In dit geval is het model dan ook slechts een hulpmiddel, in de eerste plaats dienend voor de observatie van het karakteristieke, dat er in hem is, en daarna voor de detailleering van de opgezette kleifiguur. De weergave richt zich niet naar nauwkeurige
| |
| |
lichaamshouding, maar naar de verzinnebeelde opmerking van het korte gemoedsleven-moment. Toen ik bij Bing en Gröndahl in het atelier der sculpteurs was, zag ik juist de figuur van een kat afmaken naar een model. Eigenlijk was er weinig reëele gelijkenis tusschen het beeld en het dier, dat ergens in een hoek, op zonbelichte plek ineengedoken lag, want de figuur gaf een rechtopzittende, in peinzing kijkende kat te zien, zooals de artist het beest had gezien in zijn optreden als model.
C. MORTENSEN: Dartele visschen.
Dierfiguren worden ook aangebracht als relief-versieringen van het vaatwerk, en aan de wijze, waarop deze mooie boetseerkunst in de beide fabrieken wordt toegepast op gebruiksvoorwerpen, kent men de hand van denzelfden meester, die er van houdt, het typische denken en doen van het dier in wondere plastiek uit te drukken.
Maar ook door zijn onderglazuur-versiering heeft het Kopenhaagsche porcelein naam gemaakt, de kleurige versiering, die op de oppervlakte der winddroge voorwerpen gepenseeld of gespoten wordt, en waarover men het glazuur aanbrengt. De onderglazuur-verfstoffen staan dus aan de hevige hitte bloot, die het transparante glazuur vormen moet, de hitte, die tevens de kleuren doet veranderen, de voorwerpen doet inkrimpen. Naar de wijzigingen tengevolge van die geweldige oven-temperatuur moet men dus niet alleen den vorm berekenen, grooter maken, dan het baksel worden zal, maar ook speciale kleurstoffen opbrengen. De werking van het bakken kan dan ook het best worden waargenomen in het atelier der copiïsten. Het gebakken model is eenige centimeters lager dan den nog in behandeling zijnden vorm - proefondervindelijk is men tot de juiste kennis van het inkrimpingsprocent gekomen, zoodat vooruit precies te berekenen is, hoeveel hooger men den vorm moet nemen, om in het baksel de gewenschte afmeting te verkrijgen - en toont bovendien de matte tinten van de versiering, die, liggende onder de glazuur-laag, door deze gedempt en verwazigd worden.
Heeft dus de onderglazuur-teekening, waarvan vooral het lichtkobaltblauw en het bleek-rose twee der fraaiste kleuren zijn, de grootste hitte van den oven te doorstaan, de bovenglazuur-versiering wordt aangebracht op het reeds gebakken, wit verglaasde voorwerp en bij minder hevige temperatuur
| |
| |
ingebrand. Zoo zijn de tinten van deze teekening natuurlijk ook helderder, dan die van de onderglazuur-versiering. In het eerste geval, n.l. als het onverglaasde voorwerp moet worden versierd, is de beschildering van het nog poreuze oppervlak als een snel-aquarelleer-techniek te beschouwen, bij de toepassing waarvan men heel gemakkelijk met het radeermes foutief ingevulde vlakten of uitgevloeide randjes kan wegschrapen, hetgeen soms tot een bijna compleete uitsparingsmethode wordt doorgevoerd. Het opspuiten van verfstoffen, waarover hierboven reeds melding gemaakt is, en dat geschiedt om bijvoorbeeld het fond van een teekening te kleuren, heeft plaats met gebruikmaking van een luchtdruktoestel, een soort vaporisateur, welke aan elke werktafel verbonden is, en waarmee men de gewenschte verfstof in dampachlig-fljne druppeltjes over het vlak van een vaas verdeelen kan.
D. JENSEN: De loerende poema.
De Deensche porceleinfabrikatie heeft in de dierfiguren en de onderglazuur-versiering haar fort gezocht en gevonden. De patronen, aangebracht volgens deze laatste techniek, welke soms op eenzelfde voorwerp gecombineerd wordt met relief- en à-jour-werk, zijn de artistieke vindsels der atelierkunstenaars, die in de vlakornameutale uitbeelding zich bijzonder hebben bekwaamd. In de werkplaatsen van Bing en Gröndahl heb ik ze zien werken: de specialisten van het ontwerp, dat door teekenaars en teekenaarsters op het vaatwerk wordt gecopieerd, en degenen, die met vrije hand, zonder voorteekening of model versieren en op de potten of vazen, welke zij aldus behandelen, patronen van wondere lijnen-zwierigheid weten te verkrijgen.
Zelfs landschappen worden op die wijze decoratief-ornamentaal uitgevoerd, en er zijn dan ook onder die ceramische patronen, dikwijls mooi harmonieerend met de vormen van de vazen, waarop zij zijn aangebracht, juweeltjes van versieringskunst.
In het tijdschrift ‘Haus und Welt’ van 1900 komt ter zake de navolgende
| |
| |
uitspraak voor: ‘Ausschliesslich heimischen Motiven entnommen sind auch die Landschaften: die buchenbeschatteten Sandhögel und die birkenreichen Moore und Haiden, die stillen Waldseen, der brandende Gischt der Nordmeerköste und die sanfteren Wellen der Ostseebucht. Heimisch ist auch die Fauna, die zur Darstellung gelangt, heimisch die Naturerscheinung, das Wolkengewoge und das Wogengebraus - alles kräftiger Dekorationsstil, knorrig und doch könstlerisch vollendet. Es kann nicht wundernehmen, dass, wo Technik und Kunst an Originalität und echter, wahrer Schönheit wetteifern, die Erzeugnisse öberall Anerkennung finden.’
De artisten voor het vrije ontwerp, zoowel versierders als boetseerders, werken geheel naar eigen inzichten, door niemand beïnvloed en al naar gelang van hun inspiratie. Het is door die vrijheid in het bedrijf van uitgezochte werkers, dat in de betrekkelijke afdeelingen der Deensche porceleinfabrieken de ceramische kunst zich zöo hoog heeft weten te ontwikkelen.
J.E. Jasper.
D. JENSEN: De ekster.
|
|