Boeken & tijdschriften
Peter Bruegel l'ancien son OEuvre et son temps etude historique, suivie des catalogues raisonnés de son OEuvre dessiné et gravé par rené van bastelaer et d'un catalogue raisonné de son OEuvre peint par Georges H. de Loo Bruxelles, librairie nationale d'art & d'histoire G. van Oest & Cie MCMVII
Nu dit vroeger hier aangekondigde werk volledig is, en er reeds een soort vervolg op verscheen, meenen we er nogmaals de anndacht onzer lezers te moeten voor vragen. Het is een indrukwekkend en inderdaad monumentaal boek geworden, door zijn verzorgde uitvoering en zijn schat van voortreffelijke illustraties een begeerenswaardig bezit. Maar, - wat méer zegt, het beantwoordt ook door zijn innerlijk gehalte aan de hooge eischen, die men aan een boek over een onzer grootste kunstenaars mag stellen.
Bruegel behoorde tot vóor weinige jaren, tot de nog te weinig of liever tot de te slecht gekenden. Zijn beroemdheid was, als van nog menig Vlaamsch meester, oppervlakkig. Wie ‘Brueghel’ zei, dacht aan fratsen en kwasterijen - aan boerengrappen of grof gekorrelde geestigheden. Minder de kunstenaar zelf, dan zijne tallooze copisten en navolgers hadden daaraan schuld - want juist zij waren het, die, ter wille van een goedkoop succès, des meesters werk tot in het oneindige vermenigvuldigden, zonder dat zij er steeds in slaagden, om iets van den eigen geest en het eigen wezen van zijn kunst vast te houden.
Om den waren, ouden Bruegel te leeren kennen, was het in de allereerste plaats noodig om zijn OEuvre te zuiveren van alle vreemde toevoegsels, die van den meester vaak een geheel verkeerde voorstelling geven. Met groot geduld en kunde hebben twee kunsthistorici deze laak volbracht: Van Bastelaer voor de teekeningen van den meester en de prenten naar zijne werken - G. H(ulin) de Loo voor zijne schilderijen. Uitvoerige en nauwkeurige catalogi werden van al deze werken opgemaakt, waaruit de meester eindelijk in zijn ware gedaante te voorschijn trad. Zijn leven, zijn karakter en eigenaardigheid, de beteekenis van zijn kunst worden dan nog nader toegelicht in een uitgebreide historische studie van van Bastelaer, waarmede het boek geopend wordt - terwijl Hulin het sluit met een overzicht der werken van Bruegel's navolgers.
Het is onmogelijk om een overzicht te geven, van wat dit zaakrijke, 400blz, tellend boek aan nieuwe gegevens, nieuwe gezichtspunten bevat. Het is zonder twijfel een der volledigste en betrouwbaarste werken, die ooit over een Vlaamsch meester werden geschreven, en het kan verdere historici onzer schilderschool gerust tot voorbeeld strekken. Hoewel van Bastelaer en Hulin niet in engeren zin hebben samengewerkt - d.w.z. er zich toe bepaald hebben ieder voor zich een vooraf omschreven gebied te bewerken, sluit hun werk vrij goed ineen; ieder behoudt zijn eigenaardigheid, zijn wijze van zien en van verstaan, maar beiden zijn ze genoegzaam van denzelfden geest doordrongen, beiden doorvoelen ze Bruegel diep genoeg opdat uit hun werk een volkomen gaaf en zuiver beeld van den kunstenaar zou oprijzen.
Men zal dit bock niet sluiten, zonder een