Onze Kunst. Jaargang 8
(1909)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
Het Maria-Altaar van den meester der Virgo inter Virgines in het museum te SalzburgHet Museum Carolino-Augusteum te Salzburg, bezit een wonderwerk der kleur, dat door den rijkdom aan vinding, aan uitdrukking en kracht der voorstelling, alles ver overtreft wat daar aan werken van inheemsche kunst te zien is. Hoewel het altaarstuk uit de Saliner-kapel te Hallein, het kleine, om zijn zoutmijnen beroemde stadje, in de huurt van Salzhurg af komstig is, kreeg ik dadelijk den indruk dat er hier geen sprake kon zijn van een werk uit de Beyersch-Oostenrijksche school, maar van een Nederlandsch, en dan kon slechts de hand van éen enkelen meesier in aanmerking komen: van den zonderling, dien wij naar zijn stuk in het Amsterdamsche Rijksmuseum den Meester der Virgo inter Virgines noemen. En tot mijn vreugde bevond ik dat ook een der beste kenners van Oud-Holland en in 't bizonder van dezen kunstenaar, Max J. Friedländer te Berlijn, reeds voor mij tot hetzelfde inzicht was gekomen en in zijn recensie over de uitgaveGa naar voetnoot(1) van Dülberg ‘Frühholländer’ kortelijks van het Salzburger altaar had gewaagd. Aangezien volgens hem ‘das feinste Werk des Malers im Salzburger Museum aufbewahrt wird’ kan ik tot lof van dit altaar moeilijk iets aanvoeren dat meer gewicht in de schaal legt, dan dit woord uit den mond van een kenner, wiens aanmerkingen over de kunst van dezen meester, de lezers van ‘Onze Kunst’ zich nog herinneren zullenGa naar voetnoot(2). Niettegenstaande deze aanduiding van Friedländer heeft het stuk echter nog nergens elders de aandacht getrokken en daarom geloof ik dat enkele aanmerkingen dienaangaande niet overbodig zullen zijn. Dat enkel de hand van den meester der Virgo inter Virgines in aanmer- | |
[pagina 102]
| |
king komen kan, wordt ons reeds hij nauwkeurige beschouwing van het middenluik duidelijk. De eigenaardige typen met de hooge voorhoofden, de in klissen neerhangende haren vallen dadelijk in 't oog; verder zijn de huppelende houdingen, de uiteen gespreide en korte vingeren, de kleederdrachten en gewaadplooien hij dezen meester zeer karakteristiek Tevens verraadt de geheele compositie de geestige, uitzonderlijke manier van dezen kunstenaar: men lette slechts op de door de lijst afgesneden architectuur, den man die over 't muurtje kijkt en van wien enkel 't bovenlijf te zien is, de schuine stelling der ruïne en het zeer handig verdiepte landschap rechts, benevens de door den kunstenaar graag aangebrachte ruiterstoet. ST JAN EN ST LUCAS. Buitenzijde dur luiken van het Maria-Altaar in het Museum Carlino-Augusteum te Salzburg.
In de groote verscheidenheid van beweging en de dramatische handeling, herkennen wij den vindingrijken geest van dezen grooten navolger van Geertgen tot Sint Jans. Niet genoeg dat van rechts, de drie koningen met levendige gebaren het zeer kleine knaapje hun geschenken brengen, ook van links treden herders heftig gestikuleerend aan en spieden geïnteresseerd door 't venster; twee engelen houden op den achtergrond der ruïne een voorhang- | |
[pagina *2]
| |
MEESTER DER VIRGO INTER VIRGINES:
DE VERKONDIGING, DE VISITATIE, DE VOORSTELLING IN DEN TEMPEL DE KINDERMOORD TE BETHLEHEM. (Zijluiken van het Maria-Altaar in het Museum Carolino-Augusteum te Salzburg). | |
[pagina *3]
| |
MEESTER DER VIRGO INTER VIRGINES: DE AANBIDDING DER KONINGEN.
(Middenstuk van het Maria-Altaar in hot Museum Carolino-Augusteum te Salzburg). | |
[pagina 103]
| |
sol omhoog, dat Jozef voorzichtig terugslaat, om omzichtig het kindje te naderen, waarhij hij eerbiedig 't hoofd ontbloot. Ook van de andere zijde der ruïne, kijken herders met ingespannen vrome uitdrukking naar binnen en de gewone ruiterstoet is eveneens vol levendige opwinding en beweging. Uitstekend sluit het afwisselingsrijke, bewoudde landschap het stuk naar achteren af. ST MARCUS KN ST MATTHEUS. Bnitenzijde der luiken van het Maria-Altaar in het Museum Carlino-Augusteum te Salzburg.
Wellicht mag men beweren dat de kunstenaar nooit een gelukkiger compositie in groote verhoudingen geschapen heeft. Juist de groote Kruisiging in Barnard Castle in het Noorden van Engeland, zoowel als de daarbij behoorende vleugels met Kruisdraging en Kruisafname, zijn een bewijs, hoe veel gelukkiger de Meester in het Salzburger altaar was dan in de moeilijke tooneelen van de passie, waar op gelijke wijs als bij zijn tijdgenoot Engebrechtsen, de al te talrijke en al te sterk bewogen figuren, in tegenstelling staan met zijn nog weinig ontwikkelde techniek bij de weergave dezer veelvuldige bewegingsmotiven. De Aanbidding der Koningen, zooals de Meester der Virgo inter Virgines die opgevat heeft, is een idyllisch tooneel, | |
[pagina 104]
| |
want mogen den kunstenaar enkele stukken vol hartstochtelijke uitdrukking ook uitstekend gelukt zijn, het best bleef hij toch altijd in voorstellingen met weinig figuren, zooals in de Graflegging te Liverpool en de Kruisiging te Florence. In ons altaarstuk echter zien wij de kunst van dezen veelzijdigen schilder van alle kanten en in een rijkdom als in geen tweede zijner overige werken. De vier voorstellingen op de zijluiken verhoogen den beteekenisvollen indruk van het geheel. Met groote handigheid heeft de kunstenaar zich hier aan 't smalle formaat aangepast en zoodoende eenige composities van groote oorspronkelijkheid geschapen. Reeds zijn Verkondiging, wijkt van het gebruikelijk schema aanmerkelijk af; eigenaardiger nog wellicht dan de schikking der figuren, is de ruimteverdeeling, met de, in sterk verkort naar achter vliedende lijnen van het vertrek, dat in den grond in donkeren toon is gehouden. Op de Visitalie, die als voorstelling niet heel veel indruk maakt, is het gebouwengedeelte echter zeer belangrijk; uit het eenvoudige, zuiver-regelmatige plaveisel van den binnenhof, de bijna geometrisch aangelegde bloembedden, spreekt reeds denzelfden behagelijk aandoenden geest, die later de stukken van Pieter de Hoogh zal vervullen. Ook het luns links op den middelgrond, met zijn eenvoudige, rechthoekige lijnen, zijn smalle deuren en vensters, maakt een gelijken indruk als een Binnenhuis van een der latere meesters. De Voorstelling in den Tempel, is eveneens op geestvolle wijs, in de ruimte ondergebracht. Naar voren is de bogenbouw in de schuinte aangelegd, maar toch heeft de voorliefde voor een landschapachtergrond den kunstenaar bewogen om van de realistische weergave eener binnen-architectuur af te zien. Het eenige wildbewogen tooneel onder al de hier voorgestelde, is de Kindermoord te Bethlehem. De gewrongen houdingen en fanatieke gezichten van de beulen, herinneren hier sterk aan het altaarstuk in Barnard Castle, doch waar ons de uitdrukking minder geslaagd voorkomt en de teekening, van de handen bijv. belachelijk valsch is, munt niettemin juist dit zijluik door een landschap van zoo groote schoonheid uit, als slechts in weinig achtergronden van dezen kunstenaar zijn aan te wijzen. Op de buitenzij der luiken, zijn in groote, staande figuren, in grauwschildering, de 4 Evangelisten voorgesteld. Dit is werk van minder allooi, dat waarschijnlijk door leerlingen uitgevoerd is. Toch zal, in zijn geheel beschouwd, het Salzburger altaarstuk volstaan om ons zijn meester als een der meest beteekenisvolle en veelzijdigste Oud-Hollandsche kunstenaars te doen kennen. Hermann Voss |
|