Een portret van Carel Fabritius
Ofschoon reeds van Bleiswijck en Samuel van Hoogstraten Carel Fabritius tot een der grootste kunstenaars van zijn tijd rekenden, werd hij tot nog voor korten tijd slechts in kleinen kring naar waarde geschat.
Vermoedelijk omstreeks 1620 geboren, kwam hij op tragische wijze om het leven bij de kruitontploffing van 12 October 1654 te Delft.
In een met al zijn werken geïllustreerde studie vat Dr. C. Hofstede de Groot te zamen wat tot nu toe over hem bekend was.
Hieruit blijkt, dat hij tusschen de jaren 1640 en 1642 zoo niet als leerling dan als kunstvriend Rembrandt's atelier bezocht. 't Kon niet anders of deze omgang moest nawerken in zijn kunst zonder haar echter zijn individueele karakter te ontnemen: zoo de dateering nog intakt is, ontstond 't portret van Abraham de Notte in het Rijks-Museum in dien tijd, namelijk 1640.
Denkelijk nog vóór dit portret ontstond 't hier afgebeelde mansportret nu in de verzameling van Alen te Londen.
't Heeft hetzelfde koloriet, wijnrood op bruinen grond met groenachtige schaduwen hoewel ietwat harder, doch de de Notte is verpoetst en heeft veel door slechte restauratie geleden. De breede pastooze toetsen om en op de oogen, 't sterke rood langs de irissen, de behandeling van haar, snor, baard en kraag met die eigenaardige kleine energische toetsjes, de vaste krachtige teekening van neus, mond en gezichtsplooien, de licht-groengrijze donker uitloopende achtergrond waartegen de gestalte zich vrij en scherp afteekent zooals ook in 't mansportret in het Museum Boymans te Rotterdam, verraden dezelfde hand als die van het portret van Abraham de Notte.
Het Rijks-Museum bezit zoo niet een kopie dan toch een zwakke repetitie van deze schilderij. Het is no 227 van den tegenwoordigen Catalogus.
J.O. Kronig.