Onze Kunst. Jaargang 7
(1908)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 199]
| |
Jacob van den BoschDroomen. - En toch weten wij, dat die droom en niet gansch illusies zijn. Veel is er gedroomd in de laatste tien jaren der voorbijgegane eeuw. Droomen van groote krachtige herleving en van een deel hebben der kunst in het vol nieuwe schoonheid opgebloeide gemeenschapsleven... Het ontnuchterend ontwaken deed dikwijls het droom-zoete in bittere alsum veranderen en maar al te vaak ondervonden de droomers het aan - den lijve - dat onze maatschappij in den strijd om het bestaan, kunstidealen maar zelden als wapenmakkers erkende. Toch bleven de illusies wenken en al was het ook bij vallen en opstaan, de strevers wisten iets te bemachtigen en te verwezenlijken uit die heerlijke droomen, zoo spoedig vervaagd door den scherpen strijd met het leven. Twintig jaren geleden ontmoette ik den man wiens naam aan het hoofd dezer beschouwing is geplaatst. Enthousiast en vervuld van heerlijke toekomst-plannen leken hem de komende tijden licht en vol genot van gemeenschappelijken arbeid in dienst der kunst. Van een droomer, is hij nu genoegzaam wakker geworden al heeft hij nog vele illusies behouden. Nog steeds tracht hij velen bij elkâar te brengen tot behartiging der gemeenschappelijke belangen van hen, die de Ambachtsen Nijverheidskunst beoefenen. Het kwam mij daarom van belang voor, om, nu in zoovele tijdschriften, allerlei bijzonderheden worden meegedeeld uit het leven van verschillende ontwerpers op het gebied van versierings- en gebruikskunsten, eenige bladzijden te wijden aan Jac. van den Bosch en zijn werk. Hij was een der eersten in de Hollandsche beweging en zijn artiestiek streven kan niet met stilzwijgen worden gepasseerd. Wel ben ik geen groot voorstander van de beschouwingen over het zoeken en werken van nog levende artiesten. Het necrologisch karakter is | |
[pagina 200]
| |
daarbij zoo moeilijk te vermijden. Gemakkelijk komt men er toe een leven door datums en jaartallen in te deelen, terwijl de voortzetting van dat leven veel kan duidelijk maken, wat heden nog vaag en onbegrijpelijk schijnt. Toch moet men, om den kunstenaar goed te beoordeelen, meer van nabij met zijn intieme leven bekend zijn. Het betrekkelijke, tusschen omstandigheden en daden komt duidelijker te voorschijn en afkeuring of waardeering krijgen andere graduaties. JAC. V.D. BOSCH
1898 Afb. 2. - Eikenhouten boekenkastje met koper beslag. Het zuiverst beoordeelt men den arbeid onafhankelijk van den persoon die het maakte, maar men moet dan ook als beoordeelaar, alles weien weg te | |
[pagina 201]
| |
cijferen wat voor of tegen den kunstenaar inneemt. Sterk en hoog moet men zich dan voelen, van eigen superieure ontwikkeling overtuigd zijn, om zich als de naald in het huisje van de balans te kunnen plaatsen. Aan dezulken laat ik het over om na te gaan of het weinige van den één evenveel weegt als het meerdere van den ander. 't Is mij niet mogelijk te vergeten, dat er kan worden gewogen en iets op de schaal kan worden gelegd, dat van gewicht en beteekenis is voor nu en de toekomst. In Amsterdam geboren - 19 Oct. 1868 - komt van den Bosch, na een paar jaren bij een boekbinder te hebben gewerkt, ziek thuis en vindt na zijn herstel gelegenheid zijn lust te volgen op het atelier van eenen décoratieschilder. JAC. V.D. BOSCH. 1898.
Afb. 3. - Tegel patroon (z.g. Hollandsche tegel). JAC. VAN DEN BOSCH, 1898.
Afb. 4. - Tegel patroon. (z.g. Hollandsche tegel). Als zoovelen onzer kunstnijverheidsmannen zocht hij daarna meer ontwikkeling te krijgen aan de toen nog kort geleden opgerichte Kunstnijverheid, teekenschool, ‘Quellinus’ en de Rijksschool voor Kunstnijverheid te Amsterdam waar hij van 1885-1890 werkte. De théoretische opleiding dezer scholen moest de gebrekkige praktijk der werk- | |
[pagina 202]
| |
plaats aanvullen. Toch stond deze opleiding, vooral van de laatstgenoemde inrichting, te veel buiten het verband met het leven en van den Bosch, die al van jongs af zijne studie door harden avondarbeid had moeten bekostigen, begreep dat hij den weg naar een bankroet opging. Hij aarzelde dan ook niet de werkkring over te nemen van ons beider vriend van Ishoven, toen deze van meubelontwerper bij de firma van Houtum, in 1891 tot leeraar in het meubelteekenen werd benoemd. Wij waren toen nog in de perioden der Renaissance kamers, veel beeldhouwwerk met leeuwen, engelen en cartouches, met veel gelijm in elkaar gezet en schijnbaar van groote soliditeit. Groot was het technisch kunnen; eene herinnering van schitterende teekenvaardigheid is mij uit dien tijd bijgebleven. Onze beste bouwmeesters van nu waren meesters in het maken van geestig geteekende projecten. Wie herinnert zich uit dien tijd niet de schitterende ontwerpen voor koninklijke paleizen, beursen en pleinen, raad- en landhuizen, waarbij zeer veel aan uiterlijke schijn was geofferd. JAC. VAN DEN BOSCH
1898 Afb. 5. - Tegel patroon. z.g. Hollandsche tegel). Dokter Cuypers heeft gelukkig niet te vergeefs geleefd; ofschoon weerstrevend heeft hij velen onder den invloed weten te brengen van het meer pure zijner kunstbeginselen. Verscheidene artiesten uit dezen tijd hebben door het gezondmakende rationalisme met den schijn gebroken en bestudeerden met voorliefde de beroemde werken van den grooten Franschman Viollet-le-Duc. De nawerking ervan deed zich gevoelen in den arbeid van vele jongeren onder de bouwmeesters en eene gezonde ontwikkeling ontstond ten gevolge van den strijd tusschen de vereenigingen der ouderen en jongeren. Overdrijving van den eenen, geringschatting en miskenning van den anderen kant maakten, dat een frisch streven het duffe, wat er in ons kunst- | |
[pagina 203]
| |
leven was gekomen, wegvaagde. Ook in de schilderswereld treedt een groep jongeren naar voren en wij zien, ten gevolge daarvan, Berlage het oude Arti et Amicitia meubelen en stoffeeren, wel nog onder den invloed onzer schoone meubelstijl der 17e eeuw, maar met eigen karakter en goed toegepaste beginselen. JAC. V.D. BOSCH
1900 Afb 6. - Zonnehoed Gaslamp. De uitvoering van vele dezer meubelen werd opgedragen aan de meubelfabrikanten Gebr. van Houtum, en voor het eerst komt nu van den Bosch in aanraking met den man, dien wij allen nog als een der eerste baanbrekers der moderne kunstopvattingen vereeren. Ieder meubelontwerper moest erkennen het goede der gezonde denkbeelden en beginselen, die deze en andere mannen in vormen van hunnen tijd trachten weer te geven. Glibberig was het pad! Doorde traditie geheel los te laten, miste men dan ook dat geraffineerde, geschoolde, zoo eigen aan de voorwerpen uit voorbijgegane kunsttijdperken. Men was in den beginne onbeholpen, en trachtte vooral de samenstelling, de constructie in den vorm te demonstreeren. De meubelen overvloedig van uitstekende pennen en kijlen voorzien, zijn daar, om te bewijzen, hoe men nu meende, dat een meubel moest worden geconstrueerd, overeenkomstig de eischen van het gebruikte materiaal. Een overdrijven ook nu tot het bijna belachelijke. Ruim een jaar na een brand bij de pas genoemde gebr. van Houtum, waardoor bijna alle werk uit den studietijd van v.d. Bosch verbrandde, kwam hij wederom in het atelier van den décorateur en ging nu zelfstandig optredende, verschillende werken uitvoeren, waardoor hij wederom met Berlage in aanraking kwam, die in Amsterdam zijn eerste groote moderne bouwwerken uitvoerde. De ornementale beschildering van de kantoren en winkellokalen van het gebouw der Algemeene op het Damrak, van de traphal en Bodega, van het gebouw der Nederlanden op het Sophiaplein te Amsterdam, en in het gebouw der zelfde Maatschappij te 's Gravenhage zijn er het gevolg van. Intusschen ontwerpt hij voor verschillende fabrikanten als Jansen en Lassance allerlei meubelen. | |
[pagina 204]
| |
Uit dezen tijd dateert ook het ameublement, waarvan hier een kast en stoel zijn afgebeeld (fig. 1)Ga naar voetnoot(1) Het werd ontworpen voor den heer Henri Viotta, hem aangeboden door zijne vereerders, en uitgevoerd bij de Firma Lassance waar van den Bosch nu als chef derwerkplaatsen optreedt. JAC. V.D. BOSCH
1900 Afb. 7. - Dames schrijf- en werktafel. Uilgevoerd in eikenhout door 't Binnenhuis, te Amsterdam. Uit dit ameublement spreekt duidelijk de zucht naar goede rationeele samenstelling. Wel is er in het algemeen overdrijving en gepronk met constructievormen in vele meubels uit deze periode, maar er komt systeem in den opbouw der deelen en zoo zien wij ook in het afgebeelde kastmeubel een gebruik van stijlen, raam en paneelwerk, dat naar betere samenstellingen heenwijst. In de decoratieve schildering was altijd bij van den Bosch een grootere mate van vrijheid en zwier als bij zijn meubelontwerpen. Nimmer heeft het echter iets van dat vraagteeken ornament gekregen, zooals dat uit België werd geïmporteerd door de Art en Crafts te 's Hage. Nooit heeft hij ingestemd met het devies dezer gelukkig verdwenen onderneming, ‘Met veel krullen alles vullen, dat staat zeer charmant’. | |
[pagina t.o. 204]
| |
JAC. VAN DEN BOSCH
Alb. 10. - EIKENHOUTEN HUISKAMER-MEUBELEN. Uitv. 't Binnenhuis, te Amsterdam. | |
[pagina 205]
| |
JAC. V.D. BOSCH 1922
Afb.9 - Eennvoudig dikenhouten buffet Uitv. 't Binnenhuis, te Amsterdam. Voor de aardewerkfabriek ‘Holland’ te Utrecht ontwierp van den Bosch tegelpatronen van een voor dien tijd flink décoratief karakter, waaruit tevens kennis van het materiaal blijkt (fig. 3-4-5). Het zeer gewenschte succes bleef niet uit, want overal vonden deze tegels in den lande toepassing, o.a. in het gebouw van de Witte societeit te s Hage. Pas nu, vindt van den Bosch wederom gelegenheid tot studeeren en uitvoeren van verschillende werken op décoratief gebied. De beschilderingen van de stations te Amersfoort, te Santpoort, te Ymuiden, café ‘de Kroon’ en de vergaderzaal van de Twentsche bank te Amsterdam, dateeren uit dezen tijd. Door de oprichting van de Arts en Crafts te 's Gravenhage ontstond bij | |
[pagina 206]
| |
velen de vrees, dat het gezonde onzer jonge beweging, schade zoude kunnen ondervinden van deze zaak met bedenkelijke en niet Hollandsche richting. Men stak de hoofden bij elkander en eene Vennootschap werd opgericht met de bedoeling eene gelegenheid te scheppen waar de Nederlandsche nijverheidskunstenaars hunne werken zouden kunnen toonen en verkoopen. ‘'t Binnenhuis’ te Amsterdam werd ingericht. Van den Bosch vormde met de Heeren Berlage en Hoeker de directie. Zorgvlied (Dr.) (Wordt vervolgd). H. Ellens. JAC. V.D. BOSCH 1900
Afb. 8 - Eikenhouten stoel. |
|