Onze Kunst. Jaargang 7
(1908)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 131]
| |
Berlage's meubelsTot een van de oudsten onzer jonge Ambachts- en Nijverheidskunst-beweging, tot een van de eerste en beste voorgangers, op dit gebied, die nog steeds met onverflauwde kracht voortwerkt en op den eenmaal ingeslagen weg met beslistheid voortgaat is de algemeen bekende architect H.P. Berlage. Een levensbeschrijving en historisch overzicht van het werk van Berlage zal ik in dit opstel niet trachten te geven. Dit zou een uitvoerig werk vragen. Daarbij zou niets achterwege mogen blijven, en zoowel van zijn leven, zijn studietijd, zijn werk van vroeger, en van het keerpunt in zijn kunstopvatting moeten verhaald worden, om een duidelijk beeld te verkrijgen van den tegenwoordigen arbeid van dezen kunstenaar. Dan zou moeten verhaald worden van zijn reizen en zijn beschrijvingen daarvan, van zijn letterkundigen arbeid in verband met architectuur en gebruikskunst, waardoor zijn denkbeelden duidelijker nog in zijn werk op architecturaal en gebruikskunst gebied zouden uitkomen. De toekomstige kroniekschrijver van dit rijke kunstenaarsleven, zal daarbij den gouden draad die door al dat velerlei werk heen loopt, duidelijk kunnen laten uitkomen, zonder zich eenig geweld te behoeven aan te doen. Dit leven te beschrijven zal zeer zeker een mooie, leerzame en voldoeningschenkende arbeid zijn, want het streven en bewegen van een kunstperiode zal daar van zelf in besloten liggen. Toen Berlage zijn werken op historisch Renaissance gebied vaarwel zegde, en dit als een afgesloten periode van zijn leven achter zich liet, moet daar een geweldige worsteling aan vooraf zijn gegaan, waardoor de loutering kon plaats hebben, waarvan zijn werk na die Renaissance-periode getuigde. Mochten in de aanvang van de nieuwe periode, nog af en toe enkele reminisensen aan bestaande stijlvormen zoo hier en daar in zijn werk zich vertoonen: meer en meer weet hij zich daarvan te zuiveren, en beslist zijn weg op eigen beenen vervolgen. Bijna iedere eeuw heeft haar eigen vormenspraak gehad, dat moet ook | |
[pagina 132]
| |
onze eeuw hebben. Deze stelling heeft als regel gediend, waardoor den weg werd aangegeven, waarop hij zich voort beweegt. Afb. 1. - H.P. BERLAGE. Schrijfbureau in eikenhout met geelkoper beslag.
Uitgevoerd door 't Binnenhuis, te Amsterdam. * * *
Uit het hierbij afgebeelde werk van meubelkunst, spreekt dat principe zeer duidelijk. Geen der afgebeelde meubels heeft reminisensen aan vroegere stijlvormen, en toch zien wij er den voortbouw in, op der eeuwen kultuur. Het zou dwaasheid zijn, te veronderstellen dat hij deze ontwerpen zóo had kunnen maken, zonder ernstige studie van de oude stijlvormen. Toegerust met grondige kennis van de kunstontwikkeling, zal 't pas mogelijk zijn, zonder gevaar voor stranding verder te gaan. Men zal daardoor leeren wat wel gedaan, en wat vermeden moet worden. Wat van blijvende waarde is, en wat slechts van voorbijgaande smaak, luim of mode is: wat persoonlijke uiting is, of wat tot het gemeenschappelijke behoort, wat mede zal werken tot de verkrijging van een eigen vormenspraak. Door de studie van de bestaande stijlvormen zal men zich kunnen toerusten met een helderen kritischen blik, en een duidelijk begrip, zoo noodig om zelf goede kunstwerken te kunnen maken. Daardoor zal men zich leeren beheerschen, en spaarzaam zijn met het | |
[pagina 133]
| |
tegelijk toepassen van gevonden vormen. ‘In der Beschränkung zeigt sich der Meister’. Berlage doet zich door die ‘Beschrankung’ als de kunstenaar kennen. Nimmer zijn zijn meubels, noch is zijn architecturale arbeid, overladen. Spaarzaam weet hij als de rechte meester zijn motieven te beheerschen en daardoor juist rijk aan te wenden. De schrijfbureau (afb. 1), doet ook daardoor zoo voornaam aan. Er is niets te veel en niets te weinig aan. De hoofdvormen, uit de noodzakelijkheid van het gebruik geboren, zijn in schoone verhoudingen tot één harmonisch gehéel gebracht. Hoeveel mooier doet deze eenvoudige schuine opschuifbare klep aan in vergelijk met de vroeger algemeen gebruikelijke cylindervormige geplakeerde op een waaier ronddraaiende klep. Afb. 2. - P. BERLAGE.
Schrijfbureau (zie af b. 1) open. Uitgevoerd door 't Binnenhuis, te Amsterdam. Hoe juist zijn de gesneden versieringen in overleg met den beeldhouwer Hack, op de paneelen en de leggers aangebracht. Hoe een voornaam meubel is het door de mooie verhoudingen van de afmetingen geworden, waaraan te werken een waar genot voor den bezitter moet zijn. Afbeelding 3 geeft van het snijwerk, dat zeer geslaagd mag heeten, een duidelijker beeld. Eenvoudig doch schoon is het ornament in overeenstemming met de geaardheid van het eikenhout gecomponeerd. Geen enkele verzwakking. Met eenvoudig min | |
[pagina 134]
| |
diepe steek is door de bizondere inzet daarvan een mooie reliefwerking verkregen. Het paneel, is in volle waarde paneel gebleven, even als het raamhout, van zijn krachtige hoedanigheid blijft getuigen. Afb. 3. - H.P. BERLAGE Amsterdam.
Deel van de schrijfbureau. Uitgevoerd door 't Binnenhuis, te Amsterdam. Het raamhout aan alle meubels van Berlage is steeds z.g. ‘koud vergaard’. Dat wil zeggen: de dorpels en stijlen staan rechthoekig op elkander, en zijn met pen en gat in elkander vergaard, terwijl dwars door de pen een opsluitnagel is gedreven. Hierdoor berust de verbinding dus niet alleen op de lijm, doch blijft ook na het vergaan daarvan het raamwerk stevig in elkander bevestigd. Ten onrechte wordt in de kortelings verschenen catalogus van de meubelen in het Nederlandsche Museum voor Geschiedenis en Kunst te Amsterdam, door den opsteller van de inleiding, het verstek, d.w.z. een verbindingsnaad die van de dorpels en de stijlen diagonaal verloopt dus onder een hoek van 450, voorgetrokken boven de eerste omschreven verbindingswijze. Uitzetten en krimpen blijft hout bijna altijd doen, althans zoolang er zich op het hout nog geen isoleerende laag heeft vast gezet en de opperhuid van het hout verhard is. Bij het minste krimpen van het hout, trekt het verstek al licht open en maakt niet alleen een onaangenamen slordigen indruk, maar | |
[pagina 135]
| |
Afb. 4. - H.P. BERLAGE.
HUISKAMER TE ENKHUIZEN, IN GROUW GEBEITST EIKENHOUT. BLAUW EN GROEN GESTREEPTE MOQUETTE BEKLEEDING. UITGEVOERD DOOR ‘'T BINNENHUIS’ TE AMSTERDAM. | |
[pagina 136]
| |
verzwakt bovendien in hooge mate de soliditeit van het raamwerk. Dat het verstek zoo veel fraaier staat, kan niet gezegd worden. In ieder geval geeft de ‘koud vergaarde’ verbinding een veel krachtiger indruk en is ook inderdaad veel sterker. Dat ik over de verbindingswijze, een wat uitgebreide technische beschouwing hield, zal men mij wel willen vergeven. Hij oplettende beschouwing zal men begrijpen dat juist dergelijke details veel tot het bizondere in het karakter van het meubel bijdragen. Deze en dergelijke technische factoren, spreken een zeer ernstig woord mede, bij de samenstelling van de ontwerpen des kunstenaars. Daardoor zal hij zijn vormen zóo moeten concipiëeren, dat ze aan de hand van die gestelde technische eischen uitvoer zijn. Makkelijker is het natuurlijk zich daar niet aan te storen en zich slechts aan de uiterlijke verschijning te houden, en de technische vragen over het hoofd te zien, en daarvoor den uitvoerder, den maker te laten zorgen. Is zulk een gebruikskunstenaar echter wel kunstenaar te noemen? Juist door de inachtneming van de technische eigenschappen van de materialen, zullen verbindingen en vormen ontstaan; en de geheele compositie van het voorwerp een eigen uitgesproken karakter verkrijgen.
* * *
De eikenhouten huiskamer van den Heer G. Tamson te Enkhuizen, zie afb. 4, waarvan de stoelen met een donker blauw met groene gestreepte moquette bekleed zijn, getuige dat met de door Berlage ontworpen meubels een intiem gezellig interieur te verkrijgen is. Deze kamer draagt een besliste, en gelukkig doorgevoerde schoonheid. Merkwaardig is het dat de mooie perzische kleeden van een bekend schoonheidskarakter, zich zoo goed aansluiten. De goede eigenschappen van beide kunstuitingen verdragen zich en werken mede tot die eene schoonheidsaandoening waardoor wij ons in zulk een vertrek behagelijk gevoelen. De warme, bizonder mooie harmonische kleurengammas van deze karpetten, gelegd op een rustig fond doen heel wat aangenamer aan dan het kleed dat in de kamer van Mejuffrouw Hingst (zie afb. 5 en 6), de vloer dekt. Dit is een nagemaakt Perzisch kleed uit vroegere tijd van de Deventer-fabriek, wel is waar solied, in dit geval helaas te solied, fabrikaat, doch van een onaangename bonte kleuren factuur. Het is dan ook jammer dat dit tapijt die overigens zoo mooie in mahoniehout betimmerde kamer ontsiert. De wandbetimmeringen, de groote boekenkast en het buffet met liftkast aan de linkerkant, zijn naar ontwerpen van Berlage, evenzoo de gaskroonGa naar voetnoot(1). De profden aan het raamhout van de betimmeringen en de kasten zijn | |
[pagina 137]
| |
op deze wijze aangebracht, vrij wat mooier en rationeeler dan de aangeschaafde of aangeplakte profilen zooals men dat zoo vaak aan meubels ziel.
Afb. 6. - H.P. BERLAGE.
Huiskamer te Amsterdam in donker gebeitst dof mahoniehout; links aan het buffet is een liftkast. Uitgevoerd door ‘'t Binnenhuis’, te Amsterdam. Met in achtname van de zooeven aangehaalde koudevergaring, is door het aanbrengen van deze profilen een buitengemeene distinktie rijke versiering | |
[pagina 138]
| |
verkregen. Het mooie donkerkleurige mahoniehout ontvangt daardoor vele zacht-blauwe glimlichten die aan het geheel een innig intieme-gezellige stemming geven, en aangename kleurwerking teweeg brengt. Een kleurwerking, waarvan door sommige binnenhuis-schilders zoo heerlijk verhaald kan worden, als op hun schilderijen die prachtige glanslichten op de donker kleurige meubels zijn aangebracht. Afb. 7. - H.P. BERLAGE.
Ontvangkamer te Amsterdam, in donker gebeitst dof Mahoniehout. Donker blauwen trijpen bekleeding, Uitgevoerd door 't Binnenhuis, Amsterdam. Het snijwerk van deze meubels is van bescheiden werking. Het steeds herhaalde motief op eenvoudige wijze in het hout gesneden, geeft net voldoelde verlevendiging, zonder al te groote aandacht te vragen, en daardoor te vermoeiën. Als deze kamer gecompleteerd zal zijn en de nu nog aanwezig zijnde vreemde elementen eruit verdwenen, kan dit een mooi compleet kunstwerk van Berlage worden. De derde afbeelding (zie afb. 7), van kamer in deze serie is die van een donker mahonie-ameublement in een oud koopmanshuis, aan de Prins Hendrikkade, van de familie Fentener van Vlissingen. De wanden zijn van een warm bruin behang voorzien, terwijl het tapijt en de stoelbekleedingen in hoofdtoon een groenachtig-blauw hebben. | |
[pagina t.o. 138]
| |
Afb. 5. - H. P BERLAGE.
HUISKAMER TE AMSTERDAM. IN DONKER GEBEITST DOF MAHONIEHOUT. UITGEVOERD DOOR ‘t binnenhuis TE AMSTERDAM. | |
[pagina 139]
| |
Door het bij de deur plaatsen van de hoekbank is de tamelijke lange en smalle kamer op gelukkige wijze gezelliger van afmeting en indruk geworden. De achterwand van deze bank, n.m. het vrij in de kamer komende deel is benut voor boekenkast ruimte. Daardoor is het anders, uit den aard ietswat eentoonige achtervlak op aangename fraaie en nuttige wijze aangewend. De crapeaux gewoonlijk als een wel is waar in het gebruik zeer verlokkende gemakkelijke zittingbiedende stoel zich voordoende, doch terwille van dat gemak vaak tot een vormelooze massa kussens die op onverklaarbare wijze recht overeind blijven staan, vergroeid; is hier met dezelfde gegevens voor het behagelijke en het gemakkelijke op heel wat juister wijze gebouwd. Berlage laat zien hoe en waaruit het zitmeubel bestaat. Het noodzakelijke regelgestel, dat onder de schijnkussen crapeaud evengoed aanwezig is, is hier tot een mooi werkende lijnen samenstel zichtbaar bewerkt. Door dat het houtwerk hier en daar tusschen de stof door zichtbaar is, is tegelijk een mooie kleurwerking verkregen. Het geheele vertrek draagt een zeer intiem en gezellig karakter, en herinnert, zonder dat van reminisensen aan bestaande stijlvorm sprake is, aan onze oud hollandsche gezellige vertrekken. v.d. B. |