Onze Kunst. Jaargang 7
(1908)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |
Elberfelder batiks
| |
[pagina 34]
| |
Vooral bij een nog jonge techniek als het batikken kan de school een gewichtigen invloed uitoefenen. Hier kan door ruimere hulpmiddelen veel meer gezocht en beproefd worden dan ooit een alleenstaand werker in de praktijk mogelijk is. En wat gevonden is, blijft niet, zooals vroeger, particulier eigendom, dat angstig voor derden wordt behoed, doch komt vruchtbaar in het bezit der gemeenschap. CARL BUCHHOLZ: Buiten- en binnenzijde van een linnen portefeuille.
Als leerkracht heeft men bovendien de rustige gelegenheid studies te maken en men kan door een aantal leerlingen het gevondene doen uitwerken in zoo groote mate, dat men sneller dan anders de kwaliteiten en fouten kan opmerken. In deze richting arbeidend doet de kunstnijverheidschool op het gebied der toegepaste kunst hetzelfde, wat de universiteit voor de wetenschap doet en het behoeft niet met nadruk gezegd te worden, dat er voor de veronachtzaamde sierkunst werkelijk wel eenige steun van bovenaf mag komen. Bij het liberale bewind, dat de Pruisische regeering over haar scholen voert, was het in Elberfeld mogelijk, de studie van het batikken geleidelijk te ontwikkelen. Hoewel het hier iets nieuws gold, dat gewoonlijk duchtig bezinken moet, eer een regeering lot hulp te bewegen is, ontving ik reeds in 1905 een assistent met het doel, mij meer vrijen tijd te laten, een bijstand, die ik te meer waardeeren moet, daar deze betrekking aan de Pruisische scholen niet bestond en dus ook een ambtelijke noviteit was. In aansluiting met de klasse voor kunstbinderij werd het batikken het eerst voor boekbanden aangewend, ook in dit kunstvak nieuw leven brengend. | |
[pagina 35]
| |
Want vroeger bezat de artistieke boekbinder slechts de handvergulding met ledermozaïek en het snijwerk in leder als middelen ter versiering. En nu is het drukken met stempels iets, dat heel mooie resultaten kan geven, maar men is daarbij aan de donkere kleur van het blinddrukken en aan de goudkleur gebonden. Ook met de kleuren van het leder is men geheel afhankelijk van hetgeen de fabrieken maken en bij minder bloeiende kunsthandwerken, zooals het boekbinden, is het slechts zeer zelden mogelijk een grooten voorraad van verschillende lederkleuren beschikbaar te hebben. Voor de versiering is men weer afhankelijk van den stempel voorraad en feitelijk staat de kunstbinder met handen en voeten gebonden, kan zich allerminst in vorm en kleur vrijelijk uiten. GUSTAV BENSE: Gebatikte Wandversiering voor kerkelijk gebruik.
Daarbij komt een overwegend bezwaar! De technische volmaking der machines, die in grooten getale banden afleveren, waarbij wel degelijk groote, ornamentale vrijheid bestaat, dwingt tot het inslaan van andere wegen, die in vroegere periodes niet noodig waren. Toen was de handvergulding het eenige en mooie middel zonder andere, ernstige mededinging. Sinds dien zijn en handvergulding en machinale gouddruk enorm verbeterd en nu staat men voor den zonderlingen toestand, dat een uitstekende band in handvergulding bijna niet te onderscheiden is van een machinalen gouddruk. Men moet al een zeldzaam kenner zijn om dat kleine verschil te kunnen opmerken. Slechts het verschil in prijs is gemiddeld honderdvoudig. Het batikken van leder en perkament voor boekbanden stelt wel is waar hoogere eischen in artistieke kracht, geeft daarentegen vollere vrijheid in | |
[pagina 36]
| |
vorm en kleur. Het individueele in den werker kan zich rijper uiten en ook het aansluiten bij het boekkarakter kan volkomen verkregen worden. Met het batikken is een nieuw moment in de oude boekbandkunst ingetreden, die bovendien de eeuwenlange overheersching van Parijschen smaak over boord werpt. WILLY DEFFKE: Gebatikte perkamenten band.
Vanzelf spreekt hierbij, dat de Javaansche techniek in ongerepten vorm voor dit doel niet bruikbaar is. Ginds batikt men uitsluitend stoffen en voor gansch ander materiaal moet ook de techniek gewijzigd worden. Vloeibare was dringt, indien het iets te warm is, in het perkament en laat dan donkere vlekken na. Schellak-vernis doet dit niet en als men een glazen buisje gebruikt, verkrijgt men dezelfde mooie, weeke lijnen als bij was-batik. Niet het minste onderscheid is daarin te zien! Slechts de wasbreuken vallen weg en dit is geen te betreuren nadeel. Op boekbanden - kleinere vlakken dus - zal een meer gedetailleerd ornament het meest geschikt zijn en daarin zouden wasbreuken zeer storend doen. Ook op Java vermijdt men bij de fijnere patronen steeds het breken der was en rekent dit voorkomen zelfs als een fout aan. Met deze lakbatik, reeds in Leiden met Smits gevonden, openen zich voor het batikken nieuwe wegen. De schellak-lak is als reservage voor leder en perkament beter geschikt dan was, dat bij elke te groote hitte in het materiaal doordringt en vetvlekken nalaat en het is evenzeer als was tegen beitsen en verven bestand. Voor leder is de keuze in beitsen niet groot, | |
[pagina 37]
| |
bestaat slechts in de bruine nuances van licht tot donker. Daarentegen kan men voor perkament beschikken over rood, geel tot donkerbruin, blauw, groen en zwart. Deze beitsen zijn alle lichtecht en verdragen het afwasschen zeer goed. De gebatikte perkamentbanden zijn voor ons vochtig klimaat duurzamer dan de lederen banden met handvergulding. Hoeveel leder is reeds niet door vocht bedorven en hoe slecht is het niet met de lederkleuren gesteld! In enkele jaren is soms de blauwe kleur in vuilig bruin veranderd en door het wegvallen der oude looimethodes is het leder zoo teer geworden, dat het niets meer verdragen kan; vandaar, dat de kostbare banden steeds in etuis bewaard moeten worden en het beste bewaard blijven, als... ze niet gebruikt worden. Het perkament verlangt zulke overdreven voorzichtige behandeling niet. Het wordt spoedig zoo hard als hoorn, is ongevoelig voor vocht en krassen en andere beschadigingen komen weinig voor. Na verloop van eenige jaren wordt het materiaal steeds geler en transparanter, wint aan schoonheid. Men behoeft slechts in enkele bibliotheken oude perkamenten en lederen banden te vergelijken om van de schoonheid en duurzaamheid van het eerste materiaal ten volle overtuigd te zijn. En men kan het dan van harte betreuren, dat ons mooie perkament, dat vroeger toch het meeste gebruikte in Holland was - men had zelfs perkamentbinders in iedere stad - onder den invloed der bibliofielen in onbruik geraakt is. GUSTAV BENSE: Studie op rundsleder gebatikt.
Natuurlijk is deze gebatikte perkamentband geen kostje voor den gewonen boekbinder. Met behulp van calques en plaatwerken kan men, zonder veel teekenen te kennen, versieringen in handvergulding ‘ontwerpen’ en uitvoeren. Maar het batikken vraagt ernstiger voorbereiding en wie geen teekenpotlood hanteeren kan, moet ook het batikken in rust laten. In mijn afdeeling geldt dan ook als vaste regel, dat slechts die boekbinderleerlingen batikken leeren, die aanleg en tijd voor teekenen en ontwerpen hebben. Leerlingen, die bijv. slechts een half jaar de school bezoeken, zijn uitgezonderd, daar ze | |
[pagina 38]
| |
geen lijd hebben voor teekenarbeid. Dat is nu wel hard, maar toch beter dan het kweeken van dilettanten! WILLY DEFFKE: Studie op papier gebatikt.
Doch ook buiten het boekbindersvak heeft deze lakbatik beteekenis! Ten eerste het gebruik voor oorkonden en geschriften, die onvergankelijk en onveranderlijk moeten zijn. Goed perkament vervult deze voorwaarde ten volle en de tekst, door goede beitsen vastgelegd, laat zich nimmer veranderen of verwijderen. Geen onbevoegde hand, geen ongeluk met lekkage kan het schriftstuk bederven en, afgezien van de esthetische voordeelen, is dit van onuitsprekelijk belang. In de klasse voor ornamentaal ontwerpen, die eveneens onder mijn leiding staat, is verder het batikken van papier, hout en andere materialen ingevoerd. Er zijn steeds een aantal leerlingen, die later als teekenaars hun brood moeten verdienen en dus geen tijd kunnen missen om een handwerk erbij te leeren. Ook heeft niet iedereen daartoe aanleg. En toch is het zoo nuttig, als zulke lui in aanraking komen met techniek, als ze proefondervindelijk zien, welken invloed een techniek op het ontwerp kan uitoefenen. Hiervoor dient het batikken op papier, dat weinig tijd om te leeren kost en tevens een aangename afwisseling van het eeuwige papierteekenen geeft. Men kan er bovendien mooie dingen mee maken, die meer dan schoolwerk zijn. De gebruikte verfstof dringt in het papier door en verkrijgt meer diepte in tint dan bij het gewone aquarelleeren te bereiken is. Ook voor zincografische reproduktie zijn deze papierbatiks in zwart op wit zeer geschikt. Voor het versieren van hout, ivoor en metalen kan de lakbatik prachtig aangewend worden. Ter uitvoerige, kleurige versiering van hout heeft men slechts de intarsia ter beschikking en dit werk kost zeer veel tijd en heefthet nadeel in een vochtig klimaat na eenige jaren hier en daar los te springen. | |
[pagina 39]
| |
Nu is men, vooral bij de Hollandsche meubelkunstenaars, over versiering bij meubelen niet bizonder goed te spreken, maar het is toch niet te ontkennen, dat bij grootere vlakken, zooals tafelbladen en kast- of wandpaneelen, een fraaie, ornamentale versiering dikwijls zeer geschikt kan zijn; men denke slechts aan de mooie werken in den Renaissancetijd gemaakt, een toepassing van versiering, die later door overdaad berucht is geworden! Theoretisch laat het zich echter niet veroordeelen en het komt geheel op de uitvoering en het aansluiten bij den meubelvorm aan, of een versiering het doet. GUSTAV BENSE: Gebatikte Wandversiering voor een Krematorium.
Met de beitsen, die een chemicus Zimmermann te Barmen, gevonden heeft, is de lakbatik ook voor hout zeer bruikbaar. De meeste dezer beitsen zijn lichtecht en ook het afwasschen met water oefent geen schadelijken invloed uit. Hiermee zijn eveneens zeer mooie dingen te maken. De weeke lijnen geven het ornament een bizondere bekoring en de nerf van het hout, die overal blijft doorloopen, verlevendigt de versiering in buitengewone mate. Vooral op eikenhout zijn in kleur werkstukken te maken, die op meubelgebied nieuw leven kunnen brengen. Voor deze lakbatik opent zich dus een geheel nieuw gebied, dat stellig ter verrijking der sierkunst verder bearbeid kan worden! Met deze proeven met lakbatiks zijn de twee eerste jaren van mijn hierzijn voorbijgegaan en toen kwam vanzelf de oude wasbatik om zijn rechten vragen. Voor het batikken met was stonden ons nu wel de Hollandsche ervaringen, nl. die van het Koloniaal Museum te Haarlem ten dienste, maar toch leek het beter een eigen weg te zoeken. | |
[pagina 40]
| |
Plantaardige kleuren zijn van veel waarde, wat kleurschoonheid betreft, maar ons leek het meer aktueel op uitsluitend chemisch gebied de passende verfstoffen te vinden. Wanneer men ziet, welk een enorme uitbreiding de vervaardiging van chemische verfstoffen heeft verkregen, hoe elke kleur wordt verkregen en steeds meer verbeterd, dan zou het reaktionnair zijn bij de oude, plantaardige verfstoffen te blijven staan. Nu trof het, dat in Elberfeld een reusachtige fabriek van chemische verfstoffen is, die met duizenden werklieden en eenige honderd gestudeerde chemici werkt. En deze was bereid ons ter hulp te komen en richtte in een der lokalen een proefververij in, van alle noodige hulpmiddelen voorzien; zelfs een droogkast ontbreekt niet. Tevens stelde deze firma Bayer & Co, verfstoffen en chemikaliën ter beschikking en de hoofden der afdeeling katoendrukkerij hielpen ons met raad en daad. Deze proeven zijn met goed resultaat bekroond. Als batikmateriaal wordt was zonder eenig toevoegsel gebruikt en in de groep der zwavelkleurstoffen (Kategenfarben) zijn de bruikbaarste verfstoffen gevonden. Deze zijn zeer echt en door geschikte menging zijn er mooie kleuren mee te maken, die met de plantaardige gelijk staan. Daarbij komt, dat de toebereiding veel en veel eenvoudiger is! Men vermengt de verfstof met zwavelzure natrium en soda, kookt het even door en als de verfstof koud geworden is, kan ze gebruikt worden. Het is ongelooflijk, wat deze verfstof verdragen kan! Onmiddelijk na het verven wordt de stof afgespoeld en zoolang met zeep gewasschen, tot het niet meer afkleurt (blutet, zooals men hier eigenaardig zegt). Dan kan ze gerust koken, zelfs een uur lang in zeepwater en geen minimum kleur vermengt zich in het water. Dat is een paardemiddel, die zelfs de Javaansche batikkleuren niet uithouden! Naar mij bij proeven gebleken is, gaat de sogankleur zelfs zeer spoedig bij koken in zeepwater uit; alleen de indigo is beter bestand. Ook staat met deze chemische kleuren een grootere kleurengamma ter beschikking en wel geel tot donkerbruin, blauw, groen en zwart, die vermengd nieuwe nuances geven. Bood ontbreekt nog en wordt slechts duurzaam en mooi verkregen door het zoogen. Paraminitrit procédé, dat echter te kostbaar door de ingewikkelde toepassing wordt. Naast deze voordeelen hadden echter deze kategen-verfstoffen een groot nadeel. Om diepe kleuren te verkrijgen was het noodig een sterk gecomprimeerd verfbad te maken, dat kwantitief zoo groot moest zijn, dat men de stof gelijkmatig kon onderdompelen. Daarbij ging veel verfstof verloren en ook bij het verven van verschillende stukken, die dezelfde kleur moesten hebben, deden zich zwarigheden voor; elke lap neemt een hoeveelheid kleurstof mede en daar per minuut geverfd moet worden, levert zelfs een meerdere verftijd van 30 seconden verschil in kleur op. | |
[pagina 41]
| |
Maar ook dit nadeel is overwonnen en de groote, kostbare verfbakken staan tegenwoordig in zoete rust. De gebatikte stoffen blijven op de ramen opgespannen en de verfstof wordt met een spons van gummi opgedragen. WILLY DEFFKE: Gebatikte perkamenten portefeuille. Geschenk der stad Elberfeld aan den Duitschen Keizer.
Dit gaat uitstekend! Door het wegvallen der verfbakken wordt het verven minder kostbaar en de verfstofbesparing is buitengewoon. Ook door het opgespannen verven vermijdt men alle wasbreuken, die bij menig ornament hinderlijk doen. Wil men wasbreuken, dan wordt de stof op kleur geverfd, van het raam afgenomen, gebroken en zwak nageverfd; de wasbreuken zijn dan steeds ondergeschikt aan de hoofdkleur zonder te sterk te spreken. Met deze manier verkrijgt men weer geheel nieuwe effekten. De stof wordt bijv. donkerbruin of olijfgroen geverfd; geen enkele breuk komt er dan in. Daarna wordt de was gebroken en met geelbruin of geel nageverfd, zoodat op de wit gebleven gedeelten teere wasbreuken van geelbruin te voorschijn komen. Ook met de toepassing van dit wasbatikken wij verder gegaan. Eerst zijn natuurlijk kussens en dergelijk kleingoed gemaakt, maar al spoedig volgden grootere panneaux voor wandversiering. Deze, die tot nog toe alleen geweefd en geborduurd werden, zijn sneller en haast even mooi met het batikken te maken De wandversiering voor het krematorium, in deze afl. afgebeeld, kostte aan het batikken en verven slechts vijf dagen tijd en | |
[pagina 42]
| |
voor dergelijke wandversieringen is het van veel belang, dat ze afneembaar en gewasschen kunnen worden. Een eveneens veelbelovend terrein biedt de vrouwenkleeding aan en hiermee werken we parallel met de Javaansche vrouwenkunst. Kleederen, die wasch- en lichtecht zijn en tevens artistieke waarde hebben, die hebben veel te lang ontbroken. Door het snellere procédé is een uitvoeriger versiering mogelijk, die door de teere lijnen steeds decent blijft. In kleur kan men de kleederen naar de huidkleur ‘abstimmen’ en de versiering kan men zoo vormen, dat ze zich nauwkeurig bij de figuur aansluit. Om snel een kleedingstuk te versieren hebben we de wasbreuken ter hulp genomen. Voor blouses bijv. wordt de geheele stof met wasbreuken versierd en daarop komen gebatikte strooken voor mouwen en hals, die het beweeg der breuken afsluiten. Voor het eigenkleed der vrouw is het batikken hiermee van veel belang geworden. Met de zeer vereenvoudigde verftechniek komt het binnen het bereik van vele artistieke vrouwen, die nu slechts het tijdroovende en oogenvermoeiend borduren ter hunner beschikking hebben. Door de artistieke vermooiïng wint zelfs gewoon materiaal als katoen in waarde en kan met niet veel kosten een fraai kleed gemaakt worden. Natuurlijk speelt het artistieke ook hierbij de groote rol. Wel zal men aanvoeren, dat men geen tijd heeft. Echter, als men ziet. hoeveel tijd door meisjes vermorst wordt met schilderen, dan blijkt het alleszins mogelijk op dit eenig vrouwelijk gebied met meerderen ernst betere, bruikbare resultaten te verkrijgen, die met recht tot het ‘Eigenkleid der Frau’ in heuschen zin kunnen leiden. Elberfeld, April, 1908. J.A. Loebèr Jr. |
|