Boeken & tijdschriften
De kunstnijverheid hand- en studieboekje tevens vademecum voor bezoekers van musea en tentoonstellingen
Naar Dr Bruno Bucher's ‘Kunst im Handwerk’ met een inleidend woord van J.R. de Kruyff, oud-directeur der Rijksschool voor Kunstnijverheid te Amsterdam. Derde herziene druk, geheel gewijzigd, uitgebreid, en van talrijke illustratiën voorzien door J.W.H. Berden, directeur der Rijksschool voor Kunstnijverheid te Amsterdam. Haarlem, H.D. Tjeenk Willink & zoon, 1905.
Het verschijnen van dit boekje komt in dezen tijd nu de schare van hen, die belang stellen in kunstnijverheid, grooter wordt, zeer zeker gelegen, en wij wenschen het in veler handen, waar het ongetwijfeld door zijne beknopte, maar meestal juiste en eenvoudige beschrijvingen der verschillende stijlen en technieken, verduidelijkt door eenige afbeeldingen, kan medehelpen om menig verkeerd begrip door beter te doen vervangen. Want alles wat de moderne kunstnijverheid aanbelangt, heeft zich in dezen tijd niet te beklagen over gebrek aan belangstelling bij het publiek, maar het is dikwijls niets meer dan belangstelling van een liefhebberig-oppervlakkigen aard, slechts voortkomende uit een modieuzen zin voor het ‘moderne’. Vooropgesteld een goeden smaak en een logischen kijk op de dingen, is voor een juiste beoordeeling van kunstnijverheidsvoortbrengselen eenige kennis der gebruikte technieken en stijlen een eerste vereischte, en zal allicht daardoor meer waardeering worden gewekt voor het werk van hen die nog dikwijls met al te veel moeite, zoowel moreel als financiëel hebben te kampen, om de gebruikskunsten tot nieuwen bloei te brengen.
Bij de uitgebreide stof, die in dit boekje te behandelen viel, is het mogelijk dat er wel eens kleine onjuistheden voorkomen, die wij hopen dat spoedig kunnen worden hersteld bij eenen eventueelen vierden druk.
Zoo wijzen we b.v. op de op pag. 121 aanvangende beschrijving van de techniek der lithographie, waar van het drukklaar maken van den steen een beslist onjuiste voorstelling wordt gegeven. Handelde de drukker als daar aangegeven, er zou van de steenteekening weinig overblijven. Vóór dat men met water op den steen mag komen, moet deze zoogenaamd ‘geprepareerd’ worden, dat is, bedekt met een mengsel van arabische gom, water en salpeterzuur; eerst dan is het proces voltrokken, en neemt de schoongelaten steen het water aan en de daarop met vettige inkt of krijt gemaakte teekening niet, waardoor op deze teekening de vettige verf zich hechten kan.
Iets verder wordt de lithografie een hoogdruk procédé genoemd. Dit is niet juist, wijl de teekening niet merkbaar verheven is op den steen, en de druk mogelijk wordt gemaakt door eene scheikundige bewerking. Daarom wordt de steendruk in tegenstelling met boekdruk (hoogdruk) en koper- of staalgravure (diepdruk) juist vlakdruk genoemd, uitgezonderd enkele gevallen wanneer door herhaaldelijk etsen de teekening verhoogd wordt. Nog eenige kleinere onjuistheden over den steendruk gaan we voorbij, wijl deze slechts voor verder doorgevoerde techniesche behandeling van belang zouden kunnen zijn.