Onze Kunst. Jaargang 5
(1906)– [tijdschrift] Onze Kunst. Geïllustreerd maandschrift voor beeldende en decoratieve kunsten– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 166]
| |
Eenige beschouwingen over de litho's van S. MoulijnEENIGE beschouwingen... Men verwachte geen uitvoerige, den artist tot in de kleinste bijzonderheden teekenende beschrijving. Het resultaat zal daardoor misschien wat schimmig zijn; doch, wanneer uit deze schim mag blijken, wat het wezen, het afzonderlijke is van Moulijn's kunst, dan zal ik nochtans m'n doel bereikt achten.
Ontegenzeggelijk heeft Moulijn zich in z'n litho's wel het meest volledig en zuiver uitgesproken, en spiegelt zich in dit wel-is-waar voorname onderdeel van z'n arbeid z'n persoonlijkheid het duidelijkst weer. In z'n teere gevoelige steen-teekeningen, zoowel trouwens als in z'n schilderijen en krijt-teekeningen, betoont Moulijn zich vóor alles, naar den geest van z'n tijd, een stemmings-artist; en aan deze eigenschap waarschijnlijk is 't o.m. te danken, dat men z'n werk wel eens literair genoemd heeft. Nu is er voor deze bewering inderdaad veel te zeggen, er valt ongetwijfeld op meer dan éen punt gelijkenis aan te wijzen. Immers, in de Noord-Nederlandsche literatuur van onze dagen is eveneens een tijdlang een overheerschend streven naar stemming, naar ook een teere - als men wil verfijnde - stemming vooral, waar te nemen geweest. Maar niet alleen in de bedoeling, ook in het uitkiezen en toepassen van materiaal (het éen hangt trouwens nauw samen met het ander) is er overeenkomst tusschen Moulijn's litho's en zoovele recente letterkundige producten. Ze ademen een zelfden geest, want evenals de talrijke geschreven, zoogenaamde ‘schetsen’, zijn Moulijn's steen-teekeningen in hoofdzaak stemmings-stukjes; 't is ‘klein-werk’, dat tot in het minutieuze is afgewerkt, en waarbij hij voornamelijk het gewenschte effect (dat eigenlijk geen effect in den meer-gebruikelijken zin is) tracht te bereiken door fijne en eenvoudige | |
[pagina 167]
| |
middelen, door een totale negatie van elke grove of goedkoope truc - ja, hoe soberder de uitvoering hoe liever. En ook bij hem speurt men te vergeefs naar aangedikte, geforceerde zwaarte of rethorische gezwollenheid: hij zoekt mede z'n kracht, legt de quint-essence in kleine bijzonderheden, in uiterste verfijningen, die - en dat is éen van z'n zeer te waardeeren verdiensten, - consequent doorgevoerd niettemin te zamen een sterk, harmonieus geheel vormen. Zoo zijn ook Moulijn's litho's evenmin overweldigend van forschheid of passie, als verbijsterend van samengestelde compositie geworden. Och neen, op het allereerste gezicht lijken ze vrij simpele, bijna onnoozele prentjes, maar prentjes, die zéer winnen bij nadere beschouwing: dan komen de fijne details tot hunne waarde, dan bemerkt men hoe alles met liefde en ernst is waargenomen, en uiterst zorgvuldig en uitvoerig is neergeteekend, dan blijkt het geheel te zijn: wáar, eerlijk, getrouw en zuiver, en niet zelden van een ongewone charme. Deze litho's kan men, mag men, móet men eigenlijk op den keper beschouwen, dan eerst komen ze tot haar volle waarde, want hoe langer men er op kijkt, hoe meer men er in ontdekt. En men zal mij toegeven: dergelijk werk, het werk, dat een diepere toets doorstaat, ja erbij wint, moet wel ernstig en echt zijn! S. MOULIJN: Het Muiderslot, (litho).
Ook door het kiezen van z'n gegevens, z'n onderwerpen, doet | |
[pagina 168]
| |
Moulijn aan onze literatuurGa naar voetnoot(1) denken: ook hij onthoudt zich liefst van een toevallig treffend of lief gevalletje, of eenig sentimenteel opzet (wat in de schilderkunst nog zoo dikwijls een belangrijke factor is, ik herinner slechts aan de ontelbare ‘Moeders bij de Wieg’ enz.); hij geeft meestal slechts een brok natuur, zoo innig en fijn, zoo waar en sober mogelijk, en alles wat maar eenigszins hinderen, ‘eruitspringen’ kan, wordt eenvoudig weggelaten, terwille van de stemming, waar 't om gaat: ten einde die zoo volledig en gaaf mogelijk weer te geven. S. MOULIJN: Bij den Vijver. (Litho de reeks ‘De Duno’, niet in den handel).
Soms is deze stemming een romantische, zooals o.a. in het ‘Muiderslot’, dikwijls een teer droomerige of sprookjesachtig-fantastische (‘Avond-stemming’), maar altoos is ze fijn en gevoelig, nooit banaal of grof.
Als lithograaf neemt Moulijn inderdaad een afzonderlijke, scherp-afgebakende plaats in: z'n werk is onmiddellijk te herkennen, zoo o.a. aan de eigenaardige etherische stapelwolken, die hij veelal boven z'n landschappen teekent, of aan de verre, lichte, scherp- en uitvoeriggeteekende verschieten. - Hij is een figuur: geen zware forsche, | |
[pagina 169]
| |
S. MOULIJN: DE HUNNESCHANS.
(Litho uit de reeks: ‘De Duno’, niet in den handel). | |
[pagina 170]
| |
geweldige, geen hartstochtelijke of geniale, niet éen, die alles kan en zich verlustigt in het breede vlotte werk, dat als vanzelf onder hem groeit, aan hem ontbloeit - maar een hoogst-gevoelige, eerlijke en nauwgezette; éen, die zich niet grooter, rijker of knapper voordoet dan hij is, maar die liever bescheiden en zuiver zichzelf geeft, dan een slappe navolging of handige compilatie van and'rer werk; éen, die nochtans bij alle zachtheid en gematigdheid van temperament scherp weet waar te nemen en weer te geven. S. MOULIJN: Uitzicht in de richting Doorwerth.
(Litho uit de reeks ‘De Duno’, niet in den handel). Daarbij is hij een gestadig en ernstig werker, die uiteraard al het fijne, dat hij in zich heeft, moeilijk manifesteert, maar die koppig volhoudt, en niet aflaat voor en aleer hij het doel, zich te voren klaar en volkomen gesteld - want transigeeren is bij dit werk vrijwel uitgesloten - bereikt heeft. Hij geeft de litho, wat deze kunst-soort speciaal zoozeer toekomt, ja eigenlijk niet ontberen kan, namelijk: geduld-vol-toewijding. Moulijn houdt van z'n steen, den koelen, maar bij het papier vergeleken zooveel fluweeliger steen; hij vindt zoo'n steen iets om zacht te streelen met z'n behoedzame handen, om te caresseeren - en dat doet hij hem dan eigenlijk ook door er met z'n teekenstift z'n fijne, liefde- en poëzie-volle zieningen overheen te weven. Uit deze genegenheid is 't wellicht te verklaren, dat hij, die in z'n schilderijen blijkbaar zoozeer met het materiaal te kampen heeft, in z'n litho's zoo dicht het doel te naderen, de gewenschte stemming en den daarmee-samenhangenden teeren toon door den steen | |
[pagina t.o. 170]
| |
S. MOULIJN:
Oorspronkelijke lithografie, opzettelijk uitgevoerd voor ‘Onze Kunst’. | |
[pagina 171]
| |
te verkrijgen weet. Ook schijnt 't, dat Moulijn, - die, zooals ik reeds opmerkte, niet tot de geweldigen behoort in het strijdperk der kunst - dat Moulijn's aard zich tot nog toe meer tot het maken van intieme, fijne en nauwgezette teekeningen aangetrokken gevoelt en ook eigent, dan tot het breed, smeeïg schilderen van machtige concepties, en dat z'n fijne hand tevens gemaklijker en volkomener de lichte teekenstift hanteert dan de breedere penseel met de zware verwen. In z'n litho's voelt Moulijn zich op bekend terrein, daar voelt hij zich thuis en beweegt zich gemaklijk; daar toont z'n werk een klare en rustige bewustheid. - Een treffend voorbeeld hiervan is de bij dit artikel gereproduceerde litho: Bij de Vijver, misschien wel éen der beste, ooit door Moulijn gemaakt. Hoe vast en zeker is hier op het doel afgegaan, hoe gemaklijk en eenvoudig, als van zelf, lijkt de gewenschte expressie bereikt. Hoe goed staat alles in het kader en geeft het een het ander z'n waarde. Bij alle teerheid is er kracht in deze teekening, die waarlijk zoomin aan stemming als aan stof-uitdrukking te kort komt. Zwaar, massief tegen den lichteren wijkenden achtergrond staan de knoestige ruig-effen-grijze beukenstammen met de donkere schaduwholten tusschen de bloot-geraakte, wijd-om-zich-heen-graaiende wortels, terwijl het teere horizontaal-gespreide blad aan de ondertakken.... Niet waar, men zou meenen 't te zien trillen in het gedempte bosch-licht?
Nu dient niet uit het oog verloren, dat men sommige zijner litho's als Gezicht op Laren en Zomer bijvoorbeeld, wel wat minder stijf en hard, en met meer atmosfeer zou kunnen wenschen. Maar al zijn z'n prestaties op dit kunstgebied nog niet allen volmaakt te noemen, zeker is 't, dat hij reeds zeer mooie resultaten in dit genre heeft bereikt, en de hiernevens gereproduceerde: Avondstemming, Muiderslot, De Hunne Schans en Bij de Vijver, (de beide laatste met een achttal andere een album uitmakend: de Duno, verleden jaar in opdracht van den heer Scheffer, eigenaar van het bekende landgoed bij Oosterbeek, vervaardigd) zijn daar mijns inziens de doorslaande bewijzen van.
Een tijd lang verkeerde de lithografie in verval. Ze was toen uitsluitend in handen van vak-lithografen, die o.a. door middel van de litho het schilderij te copieeren trachtten, en daartoe soms wel twintig steenen voor de verschillende kleuren en teere gebroken half-kleurtjes aanwendden. Met het gevolg natuurlijk, dat er slechts een waardeloos pretentieus à-peu-près te voorschijn kwam. Aan Moulijn komt met eenige anderen, waaronder: Hoytema, Jan Veth, Roland Holst, Derkinderen, Hart Nibbrig, Holswilder en | |
[pagina 172]
| |
Edzard Koning de voornaamsten zijn, de eer toe hier te lande de litho voor het eerst weer in haar juiste - zij 't ook bescheidener - waarde hersteld te hebben. Moge hij, met de andere genoemden, door nog menig mooie litho bewijzen, dat deze prentkunst thans bij hen in goede handen is. J. Everts Jr. Laren (N.H.) Januari 1906. |
|