| |
| |
[pagina t.o. 157]
[p. t.o. 157] | |
THOMAS VINÇOTTE: BORSTBEELD VAN DEN HEER MERTENS.
| |
| |
| |
De beeldhouwer Thomas Vinçotte
ONDER de verschillende vormen van plastische kunst is die van den beeldhouwer het minst toegankelijk voor het begrip van het groote publiek. Om er de ernstige schoonheid geheel van te kunnen bevatten moet men reeds tot een trap van beschaving - een gave om tot zich zelf in te keeren, zijn gekomen, grooter dan die welke door eenvoudige liefhebbers ooit wordt bereikt. Een beetje instinkt, een beetje aangeboren smaak zijn wel voldoende om de voorliefde der groote menigte heen te leiden naar de schilders koloristen en naar hen die aantrekkelijke onderwerpen weten te behandelen, maar een dergelijk gemakkelijk succes bestaat er voor de beeldhouwers nooit. Hun scheppingen eischen uit den aard der zaak een degelijkheid, een wetenschappelijken ondergrond en een vastheid van wil, die geheel onafhankelijk zijn van den bijval der groote massa en hun meest onberispelijke werken blijven door hun zeldzaamheid, hun omvang, hun moeilijke verplaatsbaarheid en het mysterie van hun innigst wezen, onbekend bij het groote publiek.
Want beeldhouwers genieten maar zelden een wereldroem, die anders een bekend zijn in de groote wereld van zelf met zich brengt en de gunst van het internationaal snobisme heentrekt naar beroemde ateliers.
Laten we eens uit de bloeitijdperken der kunst, de glorie der schilders met die van de gelijk met hen levende beeldhouwers vergelijken! Voor de eersten alle triomfen en luide toejuichingen, voor de laatsten een bijval, die zeker niet te versmaden valt en van de beste soort - vereerende bestellingen op kleine schaal, maar toch slechts een bescheiden schemerduister, naast den schitterenden glans van de beroemdheden van den dag.
Het schijnt echter dat er tegenwoordig tusschen beide kunst- | |
| |
uitingen een juister evenwicht begint te ontstaan.
THOMAS VINÇOTTE, naar een fotografie.
Door het verspreiden van fotografische afbeeldingen, krijgen we, evenals van het gemakkelijk verplaatsbare en sedert lang gepopulariseerde schilderij, dagelijks ook meer reproducties van beelden, of groepen van beelden onder de oogen. Het werk van den beeldhouwer treedt uit het isolement, waarin zijn over 't geheel architecturale bestemming het geplaatst had en wordt een soort van esthetisch gemeengoed, dat ieder voor zich meent gewonnen te hebben, terwijl de vele studies en gedrukte opstellen, namen brengen onder de aandacht van velen, die vroeger alleen bij de ingewijden waren bekend.
Onze moderne kunstenaars hebben veel voordeel getrokken uit deze publiciteit en Auguste Rodin bijv., is op 't oogenblik niet minder beroemd dan een van zijn kunstbroeders van het Institut of de Royal Academy, wier naam al lang is gemaakt.
In ons eigen land, zoo klein als 't is, gaat 't nog volkomen op dezelfde wijze toe. Terwijl de Pleïade onzer beeldhouwers dichter en rijker is in werken van beteekenis dan eenig andere kunstenaarsgroep, zijn de namen van deze meesters veel beter dan die van hun werken bekend. Hun verdiensten worden nog niet op de juiste waarde geschat, ze genieten alleen een soort van vage bewondering, die hen, tamelijk onrechtvaardig, alle op gelijke wijze beoordeelt.
Velen ontbreekt nog de wijding van het succes in den vreemde. Wanneer Constantin Meunier, Jef Lambeaux, Karel Van der Stappen, Jules Lagae er eindelijk - en hoe laat dan nog - in hebben toegestemd om hun gezamenlijke werken in Londen, Parijs, Weenen en Duitschland ten toon te stellen en daarmee den verwonderden lof der critici en der geestelijk hoog ontwikkelden hebben ingeoogst, zijn er nog vele anderen, die eenzaam in de vredige rust van hun atelier blijven doorwerken, niet in staat om het iniatief te nemen voor al de voorbereidende maatregelen en groote kosten, die onafscheidelijk aan
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: BORSTBEELD VAN PROFESSOR CHANDELON.
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: BORSTBEELD VAN DEN HEER MOREEL DE STADENE.
| |
| |
deze practische en vrucht afwerpende zwerftochten van hun werken verbonden zijn - die liever besloten blijven binnen den engen kring van hun plaatselijke bestellinkjes en bewonderingetjes en zich tevreden stellen met het voortbrengen van meesterstukken, zonder zich om onmiddellijken roem te bekreunen, zeker gewaarschuwd door een soort van instinkt dat de toekomst hen voor hun belangeloosheid beloonen zal.
In België, maar wellicht ook alleen maar in België, kent iedereen den naam van Thomas Vinçotte en weet in ieder geval dat hij de vervaardiger is van prachtige bustes. Zijne portretten hebben zijn naam in de verschillende kringen bekend gemaakt, waarin zijn gewone modellen zich bewegen, maar hoe weinigen maar zijn er met de geheele belangrijke serie zijner monumentale werken bekend, stukken die te omvangrijk zijn, te zwaar en te massief om gemakkelijk plaats op tentoonstellingen te vinden en zoo opgemerkt te worden door de kritiek en de gewone expositiebezoekers. Uitgevoerd op de plaats zelve waarvoor ze waren bestemd, heeft men ze maar eenmaal door een tamelijk onverschillig publiek doen opmerken. Enkelen onzer, wanneer het toeval er ons eens voorbijbracht - hebben onze oogen naar die mooie, ernstige dingen opgeheven - maar later hebben we er niet meer aan gedacht. Brussel bergt vele der groote werken van Vinçotte - vele andere zijn in onze slaperige, afgelegen provinciestadjes verscholen en nooit of maar ternauwernood bekend geworden dan door 't inzenden van een pleisterfragment naar 't een of ander salon.
Zoo herinneren we ons bijv. dat Vinçotte eens twee allegorische groepen voor 't station te Leuven heeft ontworpen, een groote decorative figuur voor het station te Doornik, het standbeeld van den chirurgijn Palfijn, dat te Kortrijk is opgericht, het monument voor Louis de Naeyer te Willebroeck en twee grootsche composities voor de waterpartij van het koninklijk slot van Ardenne. Zijne werken, die te Antwerpen en Brussel zijn geplaatst, kennen we wel wat beter. De Geniï voor het nieuwe Museum te Antwerpen, het magistrale basrelief voor het Gebouw van Schoone Kunsten te Brussel (het tegenwoordige Oud-Museum, dat al van 1880 dateert) het Godecharles monument, waar de groene takken van het park zachtjes overheen wuiven - de standbeelden van Agneessens, deken van de Vierkronengilde en het monument van den bekenden scheikundige Staes en de Paardenmenner, die op het Rond Point van de Louisa-Laan te Brussel een plaats heeft gevonden.
Met toenemend ongeduld, misschien omdat de stijgende beroemdheid van den meester er ons meer naar doet verlangen, verwachten wij de voltooiing der groote werken, waaraan hij nu op 't oogenblik
| |
| |
bezig is, het Tweespan op den gevel van het Antwerpsche Museum en het Vierspan op den gevel van den monumentalen boog van het vijftigjarig gedenkteeken, dat door hem - in samenwerking met Jules Lagae wordt gemaakt, - het Zénobe-Gramme monument te Luik en het groote gevelstuk, dat voor het herbouwde Koninklijk Paleis bestemd is.
THOMAS VINÇOTTE: DE MUZIEK. Bas-relief van den voorgevel (linkervleugel), van het Oud-Museum, Brussel.
Vinçotte beschikt over een verbazende werkkracht. Zijn zeer ernstig opgevat professoraat aan het hooger kunstinstituut te Antwerpen en al het andere werk, waaraan hij zijn vlijt en krachten wijdt, doen in 't minst geen afbreuk aan het voortbrengingsvermogen van den portrettist, die letterlijk met bestellingen overstroomd wordt en toch altijd denzelfden grooten eerbied blijft behouden voor zichzelf en voor zijn kunst. Men begrijpt echter dat de fantaisiestukjes, zonder onmiddellijke bestemming, zeldzaam voorkomen in het oeuvre van dezen meester, want hij heeft nooit bepaald voor den handel gewerkt. En het is heel jammer, dat niettegenstaande zooveel voltooide dingen, sedert den Giotto in het Brusselsche Museum, de lijst maar zoo kort is van de werken, waarin de scheppende kunstenaar zijn eigen spontane inspiratie kon openbaren, zonder zich om den onzekeren uitslag van besteld werk te bekreunen, dat zich aan een zeker geijkt genre aan te passen had.
Zijn Gevangene, een Medusa,
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: ZEEPAARD EN NEREÏDE. (Waterpartij van het Koninklijk Slot te Ardenne).
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: MANSROMP. (Studie voor een groep voor het Koninklijk Slot te Ardenne
| |
| |
een Groep Paarden, een Catilina, die een zeer eigenaardig karakter draagt, met tegelijk iets moderns en iets van de Florentijnsche Quattro-Centisten, het Geitje, een marmer-groep, twee heilige Cecilias, een Mannentors een studie voor een der groepen van het slot Ardenne die Vinçotte geloof ik nooit in duurzamer stof gemaakt heeft dan in de eerste pleisterproef - deze vormen ongeveer de volledige lijst van de werken - waarin het schijnt dat de kunstenaar wel het beste van wat in hem was, gegeven heeft.
In al de werken, die door Vinçotte zijn voorbereid of uitgevoerd, vinden we twee overheerschende elementen, ten eerste de menschenfiguur, of liever het menschenhoofd, dat als 't ware beschouwd mag worden als een sprekende spiegel van het karakter van de geheele menschheid - de verwezenlijking van het individueele begrip - dus het psychologisch-intime moment en waarvan mooie proeven in brons in de musea van Brussel, Berlijn, Buda-Pesth en Gent te vinden zijn, ten tweede, de mooie, bewegelijke vormen van het paard, die dan het plastisch, decoratieve moment zouden moeten vormen. Hierdoor krijgt de artist gelegenheid tot het tegenover elkander stellen van massale vormen, het vinden van schilderachtige standen, het groepeeren van mooie, architecturale verhoudingen, die vooral zoo goed passen bij verre verschieten in de open lucht.
De geheele loopbaan van Vinçotte levert werken op van deze soort - van af de Paarden, een eenvoudige pleister-groep, die in 1885 was tentoongesteld, tot aan het Tweespan en het Vierspan met hun reusachtige afmetingen, waarvan we eerlang de voltooiing te gemoet mogen zien.
Zijn Paardenmenner van de Louisa-Laan te Brussel en de Watergroep in het Koninklijk Park te Ardenne, zijn hier wel de eigenaardigste uitdrukking van.
De Paarden van Marly, aan den ingang van de Avenue des Champs-Elysées, de talrijke motieven, die overal door het Park van Versailles verspreid zijn, mogen beschouwd worden als de geestelijke voorouders der concepties, die later door Vinçotte in zijn eigen persoonlijken stijl zijn hernieuwd, zonder dat zij daarom iets aan de xviiide eeuw te danken hebben.
Een geheel nieuwe wijze in het aanbrengen der plastische vormen, heeft met de oude, wel een weinig willekeurige formules gebroken, die echter zoo uitstekend pasten hij de Bouwkunst van den Grand Règne en bij de tijdperken van kunstmatig, schitterend leven, die er op zijn gevolgd. Het conventioneele is nu geheel verdwenen - nu geen heraldieke figuren meer - geen geplooide steenen draperieën. De groep, zooals ze daar staat, is het onmiddellijk gevolg van een oordeelkundige en juiste waarneming der natuur, in een gekozen
| |
| |
rythme vastgehouden - een samenstel van vormen, genomen in hun bewegelijke harmonie.
De wijze van uitvoering past volkomen bij deze nieuwe opvatting. Stevig, sober, gedrongen, nerveus, bekreunt ze zich niet om overbodige details en werkt met breede vlakken, die het licht van den hemel in doorloopende, volgehouden partijen opvangen, gedragen en geschraagd door diepe schaduwdeelen.
De indruk van het spontaan geschapene blijft in het voltooide werk voortbestaan en uit zich in de slierten licht, die de vormen doen leven.
De door een Nereïde gemende Zeepaarden in het Park van Ardenne behouden, wanneer men ze op een afstand ziet, de eenvoud van lijn, de massale statigheid, die bij hun oorspronkelijke monumentale bestemming passen en van nabij gezien verraden ze de gezonde vreugde van een volmaakte uitvoering - het knappe werk van een ervaren technicus.
De geboetseerde modellen van het Tweespan, die het Museum te Antwerpen bekronen moeten, zijn er zoo geheel op berekend om op dertig meters afstand van den beganen grond gezien te worden, dat men er van nabij mee in de war raakt, niet alleen door de verbazende grootte en den eenvoud der uitvoering, maar nog meer door de enorme, gapende ruimten tusschen de onderdeelen van deze zeer decorative groepen. De groote afstand tusschen de twee paarden en het wapperende tuig, zullen op een afstand eerst hun juiste verhoudingen krijgen en eenheid geven aan het geheel, zonder dat de klaarheid der schikking verstoord wordt.
De groote verdiensten van deze werken zijn even zoovele vaste waarborgen voor het welslagen van het Vierspan, dat hemelhoog op den Triomfboog van het Paleis van het Jubeljaar zal worden opgericht, die Vinçotte volgens zijn eigen verlangen in broederlijke samenwerking met Jules Lagae heeft vervaardigd. Ditmaal werkten de beide kunstenaars op geheel ongewone schaal en heel hun juist instinkt en de practische ervaring van hun beproefd talent is er noodig geweest om het harmonieuse welslagen van het geheele werk te verzekeren.
Het witmarmer bas-relief boven den linker voorgevel van het Gebouw van Schoone Kunsten te Brussel, is een symbool van de Muziek. Het is een der eerste belangrijke werken van Vinçotte. Hij heeft daarvoor ten deele gebruik gemaakt van de Orpheus-Mythe en in zijn compositie de edele bevalligheid van het naakte menschenlijf met de lenigheid der roofdieren weten te vereenigen. Heel architecturaal in de mooie lijnenverhouding, heel edel van houding en sober
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: BORSTBEELD VAN MEVR. PAUL ERRERA (Ivoor).
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: BORSTBEELD VAN MEJ. DE BRUYN.
| |
| |
van modélé, openbaart dit werk reeds volkomen het juiste begrip van het geheel en de verschillende onderdeelen, dat zoovele der volgende werken van den meester zou onderscheiden.
Maar het wordt tijd dat ik een woord ga zeggen over de onvergelijkelijke reeks bustes, die achtereenvolgens, gedurende de laatste vijf-en-twintig jaren uitgevoerd werden en ons toekomstig Pantheon met prachtige portretten zal verrijken, waarvan elk op zichzelf een volmaakt kunstwerk is.
De bustes van den Koning en de Koningin waren de eerste, die de bewonderende aandacht van het publiek trokken.
Zonder eenige hovelingenkunst - met eenvoudige waardigheid, had Vinçotte het uiterlijke en het innerlijke van het Koninklijk Paar saamgevat. Na vijf-en-twintig jaren moest hij het kunststuk uitvoeren, van hetzelfde werk nog eens te herbeginnen, doch nu naar modellen, die het leven zelf veranderd had en waarop de langzame werking der gedachten, van het lijden, van de ziekte en van de wilskracht na zooveel jaren zou moeten uitgedrukt worden.
De beide bustes van den Koning zijn in alle opzichten vol uitdrukking. De eerste onthult nog niet veel van wat in de tweede de zeer duidelijk sprekende persoonlijkheid van een buitengewoon machtig en ingewikkeld wezen zal doen kennen. Er moest nadruk worden gelegd op zeer zeldzame eigenschappen, zonder iets te verbergen van het innerlijke van het model; en in hetzelfde gezicht moest de uitdrukking gelegd worden van de bekwaamheid, de vasthoudendheid, de ondernemingsgeest, het temperament, waarop vijf-en-twintig jaren geschiedenis het volle licht had doen vallen.
De portretten van de Koningin duiden in zekeren zin een hervorming in tegenovergestelden zin van hare persoonlijkheid aan. In het eerste een zekere wereldsche bevalligheid - een beetje trotsch en afgezonderd - maar door veel teederheid en goedheid getemperd. Het tweede toont de sporen van veel teleurstellingen, die het leven met zijn wreede wonden achtereenvolgens brengen zou aan de gade, aan de moeder en aan de koningin. De trekken, door lichamelijk en zedelijk lijden verfijnd hebben nog, in geheele beheersching van het physieke verval, een oneindig edele, berustende en roerende waardigheid behouden. Het geheele werk ademt deze waardigheid, evenals het tweede portret van den koning een machtige, zegevierende wilskracht verraadt - de zelfbewuste stoutheid van den Uebermann, die het toppunt der ontwikkeling zijner geweldige persoonlijkheid bereikt heeft.
Dit doen uitkomen van de eigenaardige trekken van een karakter, het aannemen van een vasten regel, waaraan de geheele opvatting van het model onderworpen is, zijn de heel betrouwbare gidsen,
| |
| |
waaraan Vinçotte, altijd met goeden uitslag, het geheim der aangrijpende individualiteit ontleende, die hij aan elk zijner portretten heeft meegedeeld. Door er de geheele ziel van den mensch in uit te drukken, zich altijd houdend aan de juiste weergave van den stoffelijken vorm, zonder zelfs iets van lichamelijke ontsiering of eenige leelijkheid in de onderdeelen weg te laten, slaagt hij altijd in de weergave van de individualiteit van elk model, die hij weet te resumeeren in een kunstwerk volkomen schoon in voorstelling, algemeene vormen en juistheid van uitvoering.
Hoeveel verschillende typen verschenen er niet in zijn atelier, hoeveel verschillende houdingen en gezichten zijn daar niet in onbeweeglijk marmer weergegeven, die nu helaas naar alle winden zijn verstrooid, onmogelijk ooit weer in hun geheel bijeen zijn te krijgen en waartoe bijna alle voorname leden der Belgische groote wereld tegen het einde der xixde eeuw gerekend mogen worden: vorstelijke personnages, mannen der politiek, geleerden, kunstenaars, financiers, dames van de groote wereld, alle verschillend in leeftijd en schoonheid, op verschillende sporten van de maatschappelijke ladder. Alle zijn ze door het doordringend, helderziend oog van den meester onderzocht, die hun meest gewone gebaren heeft bespied, de houding van hun hoofd, de dagelijksche uitdrukking van hun gezicht met éen beweging van zijn vinger in de weeke klei heeft overgebracht, dikwijls zelfs onmiddellijk in het harde marmer gekapt of in kostbaar ivoor gesneden, met al 't behagelijke van goed opgevatte en goed uitgevoerde draperieën en altijd op aangename, harmonieuse wijze voorgesteld.
Éen zelfde voornaamheid, éen zelfde verzorgdheid kenmerken al deze werken, die op zichzelf zóo zeer van elkander verschillen. Zonder iets weg te laten, of iets te vleien, iedereen gevend wat hem toekomt, weet Vinçotte altijd een sprekende gelijkenis te treffen, een persoonlijkheid te ontleden, een temperament te zien en deze eigenschap zal hem nog lang in staat stellen om een heele reeks bustes voort te brengen, zonder ooit in herhalingen te vallen of ooit zijn kracht te zien verminderen, want hij is de getrouwe dienaar van de waarheid en door zijn nauwlettende studie van het leven maakt hij zijn mooiste kunst.
Zóo, zonder ooit reclamewerk voort te brengen of een naakt ten toon te stellen, dat alle pennen in beweging bracht, - alleen door een zeer verzorgde techniek - met een sobere bevalligheid, die wars is van alle mogelijke overbodige ornamenten, door het volhardend, eerlijk streven van een onbegrensde werkkracht, heeft deze beeldhouwer op onweerstaanbare wijze den eerbied en bewondering van allen gewonnen. Deze roem zal telkens grooter worden, zich telkens
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: BORSTBEELD VAN H.D.H. DE HERTOGIN VAN ARENBERG.
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: BORSTBEELD VAN MEVR. JULES BOREL.
| |
| |
verder en verder verbreiden, de naburige grenzen van ons enge landje overschrijden en mettertijd op ruimer gebied de waardeering vinden, die zijn talent verdient.
Een steen, die in een meer wordt geworpen, brengt in den aanvang maar enkele droppels water in beweging, maar de kringen, die hij om het middenpunt trekt, breiden zich uit tot in het oneindige, tot zij de geheele oppervlakte van den eenen oever tot den anderen in trilling hebben gebracht.
Paul Lambotte.
| |
Korte levensschets.
- Thomas Vinçotte is den 8sten Januari 1850 te Antwerpen geboren, waar zijn vader hoofdinspecteur bij het Onderwijs was. Hij zelf studeerde aan de Akademie te Brussel en aan de Ecole des Beaux-Arts te Parijs. Hij is professor aan het hooger Kunstinstituut te Antwerpen; Lid van de Belgische Akademie en Commandeur van de Leopoldsorde.
Zijn voornaamste werken zijn: Giotto (marmerbeeld) in het Museum te Brussel. - Het borstbeeld van den heer Orts (1875). - De twee allegorische groepen voor het station te Leuven. - De beide allegoriën voor de Balzaal in het Koninklijk Paleis te Brussel (1877). - De Studie, allegorisch beeld voor het station te Doornik (1878); - het Godecharle-monument (Park te Brussel) (1879). - De Muziek, halfverheven arbeid in marmer, voorgevel linkervleugel van het Paleis voor Schoone Kunsten te Brussel (1880). - Borstbeeld van den Koning (1880), in het Museum te Brussel. - Borstbeeld van de Koningin (1881). - Barones Lambert de Rothschild (1882). - Prins Ant. van Arenberg. - De heer Chandelon (1883). - Baron Prisse (1884). - De Paardentemmer, bronzen groep, Louisa-Laan. - Gravin Louis de Mérode. - Paardengroep in Pleister (1885). - H.K.H. de Gravin van Vlaanderen. - de Gravin van Lalaing (1886). - de heer van Denterghem. - De heer A. Lambotte. - de heer L. Alvin (in het bezit der Belgische Academie). Generaal Baron Goffinet. - De Gravin van Villeneuve (1887). - Generaal Baron Goethals. - Mevrouw F. Philippson (1888). - Standbeeld van Anneessens te Brussel. - Standbeeld van Palfijn te Kortrijk. - De Gravin Guil. van der Straten-Ponthoz (1889). - St. Cecilia, fragment in marmer. - Catilina. - De heer Moreel de Stadene (1890). - de heer Mertens (1891). - Z.K.H. Prins Boudewijn. - Mevr. Michel Orban. - Medusa (1892). - de heer Emile de Laveleye. - De beide Paardengroepen voor de Waterpartij te Ardenne (1893). - Het Geitje, marmergroep. - Mevr. Halot. - de Prins van Chimay (1894). - Mevr. Paul Errera (ivoor). - Mevr. Raeymakers. - de heer Degive. - Prof. Guil. Lambert (1895). - Het monument van Jan Stas te Brussel. - St. Cecilia, bronzen beeldje. - Geniï voor het nieuwe Museum te Antwerpen (1896). - Mevr. Aug. Buysse. - Mej. de Bruyn (1897). - Mevr. J. Borel. - de
heer Bauduin. - Mej. de Vrière (1898). - 2e Borstbeeld van den Koning. - 2e Borstbeeld van de Koningin. - Graaf de Smet de Naeyer (1900). - Prins Claude de Ligne (1901). - De Prinses van Croy (1902). - De heer Jules Guillery. - De Prinses Ernest de Ligne (ivoor). - De heer Francotte, Minister van Nijverheid en Arbeid. - De heer Liebaert, Minister van Spoorwegen (1903). - De heer Tack, Staatsminister. - H.D.H. de Hertogin van Arenberg. - de Hertog van Ursel, Voorzitter van den Senaat. - De
| |
| |
heer Montefiore. - De heer Maquet, Architect (in het Kon. Staatsmuseum te Brussel (1904). - Z.K.H. Prins Albrecht. - Z.D.H. de Hertog van Arenberg. - Mevr. Delzaert. - De heer Biart, afgevaardigde. - De heer Eduard Empain. - De Graaf van Estampes. - Het Monument van Louis de Nayer te Willebroeck. - Het Monument Zenobe Gramme te Luik (nog onvoltooid). - Het Vierspan voor den Triomfboog in het Park van het Jubeljaar, in samenwerking met Jules Lagae (nog onvoltooid). - Het Tweespan voor het Museum te Antwerpen (nog onvoltooid) 1905.
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: HET GEDENKTEEKEN LOUIS DE NAEYER TE WILLEBROECK
| |
| |
THOMAS VINÇOTTE: BORSTBEELD VAN DEN ARCHITECT MAQUET.
(Kon. Musea, Brussel).
|
|