een neiging naar weelde, daar een stoer vasthouden aan de waarheid puur en consequent: - een streven van onomwonden eerlijkheid, voorzichtig uitgesproken, wel overwogen zonder aanstellerij, zonder gebaarmaking, - bezield. Dit doet er iets in zijn van 't altijd schoone.
De eenvoud der vormenspraak is hier niet een voorwendsel, doch gevolg van kernachtig distilleeren, met waarachtige inleving, soms fijn treffend wat bedoeld is, soms 't bedoelde niet bereikend. - Zoo komt 't dat men bij 't eene bemerkt een neiging naar fijnere vormenwereld, bij 't andere een neiging die in de timmermanswereld en niet in die des meubelmakers thuis hoort. - Niettegenstaande deze laatste min eigene kwaliteiten voor meubels, getuigt 't geheel van grondige studie der ouden, doch geeft van deze studie niet 't directe bewijs in royale zegging, als van een die nu den vorm beheerscht, maar van een die stamelt als een kind dat onder een bekoring leeft der eerste zonnestralen van een nieuwen dageraad.
* * *
Mooie houtsoorten gebruiken, die met een lakpâte te bedekken, te behoeden voor verkeerde invloeden, - is rationeel. Meubels te beschilderen met vlakke kleuren en eveneens met een vernislaag te bedekken beantwoordt aan een verlangd effect, en doet denken aan de voorbereiding van een nieuw procédé van lakwerk, zooals dergelijk reeds eeuwen terug bestond in China, Japan en vooral ook in Frankrijk. - Wat de constructie betreft doen zich in enkele gevallen min gelukkige oplossingen voor, terwijl 't geheel wordt beheerscht door den hoofdfactor der Gothische meubelkunst, nml. 't uit ‘rechte lijnen bestaande samenstel’, met een enkele neiging naar Empire-lichtheid die dan wat overgaat naar 't magere. - Zeker spreekt uit dit werk 't Germaansche levensbloed, en niet 't passief deemoedige van den Oosterling: - actief dus; rustig door haar zuiver metrum.
Zoo staat dit werk, dat speciaal Klaarhamer's werk is, niet alleen, doch getuigt van 't verband met de essence, die altijd in 't begin van alle groote kunstperioden 't werk beheerschtte, nml. spontane liefde en naief positivisme.
We komen er zoo licht toe 't universeele der kunst voorbij te zien, alles te bepalen naar onze provinciale aangelegenheden; - dit niet willend in ons beweren, brengen we ons zelf toch heel dikwijls op dien verkeerden weg. - Toch mag, dit in 't oog houdend, Utrecht trotsch zijn op een jong kunstenaar die, geheel alleen staand in de vierde stad van ons vaderland, zoo ernstig zijn weg bepaalt en wars van alle vooringenomenheid, wars van alle indringerigheid, uitsluitend alles wat onedel of onzedelijk is op kunstgebied, - staag voortwerkt