kennen, veel aandacht trok en er goede prijzen werden besteed. Wij noteerden de volgende: No 1. Weide met koeien, fl. 510; 2. Vaartbocht, 500; 5. Kanaal, 600; 6. Zeestrand, 1025; 12. Koeien in de bocht, 600; 17. Molenrij, 660; 19. Weiland, 550; 20 Lichteffect, 525; 21. Duinlandschap, 600; 22. Boerenhuis, 620; 43. In de polder, 870; 48. Ophaalbrug te Noorden, 560; 50. Boerenhuizing, 1310; 52. De Steenen Molen, 920; 61. Riviergezicht, 750; 73. Doorkijkje, 500; 76. Avondschemering, 600; 77. Boerenhuis, 1750; 78. Intérieur, 3150; 79. Avondeffect, 1600; 83. Havenkant, 2500; 84. Te Noorden, 600; 85. Schelpenvisschen, 1560; 87. Vaart, 1520; 88. In den tuin van den schilder, 610; De Groote Molen, 2200; 90. Polderlandschap, 6050; 91. Brug te Noorden, 925; 92. Havenkade, 2500; 93. Polderlandschap, 8700; 106. Mooie najaarsdag, 800; 107. Waterrijk landschap, 500; 108. Duinig kindschap, 725; 109. De Schelpenvisscher, 7650, alle schilderijen. Van de aquarellen verkocht men o.a.: No 94. Brug te Noorden, fl. 500; 99. Dekkers duin, 875; 102. Woningen aan een vaart, 1125; en 104. Strand, voor 1475. Onder de koopers waren voornamelijk de Heeren Buffa, Preyer, familie van Weissenbruch, Dr. Bredius, Bignel, Cremer, e.a.
Twee weken vóór deze veiling werd door de firma C.F. Roos & Co te Amsterdam een collectie moderne schilderijen aan de markt gebracht waaronder enkele belangwekkende stukken. Bijv.: een amusante Bakker Korff, voorstellend twee oude dames die meewarig de zenuwachtige rillingen gadeslaan van een mager haze windje, dat zonder eenige bedekking met zijn in bont gewikkelde meesteres door de kou op bezoek is gekomen (fl. 1100); een Bisschop, ‘Le Baiser’, van een ietwat vervelende sentimentaliteit (fl. 800)); een Boerenmaaltijd, van Blommers (fl. 875); een groote Bosboom, de Kerk te Hooghstraeten, uit zijn vroegen tijd en daardoor niet courant (fl. 1550); een ‘Synagoge’, uit een betere periode (fl. 2900), en een aquarel, een gezicht in de St. Jacobskerk te Antwerpen voorstellend (fl. 860); een kleine Calame, wat leeg van compositie (fl. 1225); een interessant stuk van Jozef Israëls, uit 1852, dus uit een tijd toen hem nog niet de melancholieke eenvoud van het visschersleven was geopenbaard. Het stelde het gezin van Johan van Oldenbarneveld voor op het oogenblik dat het diens afscheidsbrief ontvangt; het vertoonde groote technische bekwaamheden, maar was nog te veel doordrongen van Arie-Scheffer-achtige, sentimenteele affectatie om aangenaam te kunnen worden genoemd (fl. 4000), naar Duitschland; een klein, later stukje, ‘La Bergère’ (fl. 3300); een zonnig, bergachtig landschap in Luxemburg, door B.C. Koekkoek (fl. 3000); een wat donkere J. Maris, een meisje staande bij de kinderstoel van een klein zusje (fl. 9000); een strandgezicht van Matthys Maris, zeer vroeg: 1854 (fl. 1475); Weiden, van Willem Maris (ff. 1350); een charmant Geldersch landschapje uit 1861, door A. Mauve, reeds met veelbelovende partijen en anderen die nog wat te veel aan Van Os herinneren (fl. 1150); een frissche, heldere Schiedges, gezicht op een Hollandsche plas (fl. 1425); een kapitaal stuk uit von Uhde's
weinig oorspronkelijken tijd, een vroolijk gezelschap à la Jan Steen voorstellend (fl. 3250); en tot besluit een alleraardigste, levendige Verboeckhoven, in vergelijking van Potter, dien het poogt te evenaren, wel inférieur, maar, den tijd van ontstaan in aanmerking genomen, toch verdienstelijk (fl. 1425).
Iets later, van 23-26 Februari, brachten de Heeren Frederik Muller & Co ons in ‘De Brakke Grond’ een veiling die allerlei moois op verschillend gebied omvatte: oude schilderijen, moderne en aquarellen, antiquiteiten, etc. Er waren onder de werken der oude meesters eenige zeer verdienstelijke stukken: No 1, een keurige Asselyn, helder en warm van kleur, met uitstekend geteekende figuurtjes; het stelde de Ponte Molle bij Rome voor (fl. 1050); een fijn, zonnig gezichtje op den Haag, door J. ten Compe, 1750, een interessante meester en late, doch zeer verdienstelijke navolger van J. Van der Heyden (fl. 870); een vroege A. Cuyp, zeer sober van kleur (fl. 2800); eenige van Goyens, waaronder twee zeer mooie, de een voorstellend zeilscheepjes op een meer bij somber regenweer, met een prachtige lucht, zeer dun geschilderd