Kunstberichten van onze eigen correspondenten
Uit Den Haag
Hollandsche, Fransche en Engelsche meesters in Pulchri studio
Wat de Londensche en Amsterdamsche firma Van Wissenlingh & Co van deze meesters laat zien, vult al de expositie-zalen van het gebouw. Eene respectabele hoeveelheid dus.
De Hollanders zijn het best, de Engelschen het minst goed vertegenwoordigd. Evenals de poëzie der laatsten heeft ook hunne beeldende kunst over 't algemeen iets aantrekkelijks. Men valt er weinig als bij de Duitschers over grootsche bedoelingen en kwasi-diepzinnigheid. Ze hebben dit voor, dat ze over 't algemeen helder zijn en vaak ongezocht dichterlijk. Whistler en Swan zijn de eenigen die hier eene serieuze kritiek tot hechte waardeering kunnen brengen. Whistler met zijn ongemeen dichterlijke verbeelding, zijn ietwat decoratieve neiging, toonde zich wat men zou kunnen noemen een kunstenaar die de psychologie van stemmingen door middel van kleur tot uitdrukking bracht.
Swan's stilleven heeft uitstekende kwaliteiten, maar is wat ondoorzichtig van atmosfeer. Een knappe techniek beschreef het uiterlijk der dingen buitengewoon kranig, maar wist ze niet te omhullen met dat bewogen ongewone die sommige oude Hollanders en nu nog Verster soms weet te suggereeren. Van den brons-modelleur Wells is hier een rustende boerevrouw, met in het gelaat iets van die diepe physische uitstraling, welke evenals bij Millet's rustende wijngaardenier verzuiverd wordt en vergeestelijkt in de sfeer der schoonheid.
Legros verplaatst ons met zijne etsen en teekeningen bij voorkeur in eene wereld van zinnebeeldige voorstellingen. Eenvoud bij schijnbare gecompliceerdheid is het kenmerk van dit werk. Het is als de aandacht van een kinderlijke verbeelding die te luisteren zit aan het vlammende haardvuur van oude, primitieve verrukkingen.
Daumier, met zijn ontzagwekkende meening, die een wereld heeft doen ontstellen door de bovenmenschelijkheid van zijn rechtenden hoon, hij toont zich in zijn Wagon 3e klasse tevens een schilder met een zeer algemeene levenshouding Een zeer gewoon, physiek sterk ontwikkeld wijf is geschilderd in een toover van licht die haar bij alle enormiteit iets van een heilige geeft. In Cour de ferme, dat waarschijnlijk van ouder datum is, ontwikkelt hij een schildermatig vermogen en een diepte van ziening bij eene eenigszins tragische geesteshouding die dit werkje in zijn eenvoud tot iets zeer bizonders stempelen.
Van Fantin Latour is hier ook zoo'n eenvoudig bloemstukje: dahlias, zeer gewoontjes gecomposeerd, maar toch met eene zoo sterke uitdrukking van wat men het wezen dezer min of meer boersche sierbloemen zou kunnen noemen, dat ze in de werkelijkheid uwer aandacht beginnen te fleuren en geuren als echte dahlia's.
De diepzinnige Rousseau geeft in zijn Paysage een sterk sprekende weerstemming, het wonderlijk schijnen en reflecteeren van door regenwolken onderbroken licht langs een groen- en ruig-