Gesellschaft für Vervielfältigende kunst Wien
HET voorname Weener Gezelschap en het door dien kring uitgegeven tijdschrift Die Graphischen Künste brachten onlangs het vijf-en-twintigste jaar van hun bestaan ten einde en niettegenstaande dien eerbiedwaardigen levensduur blijven beide nog vol levenskracht en levenslust en hunne uitgaven wel de merkwaardigste in hunnen aard, die in Europa verschijnen.
Zoo ontvingen wij nu de laatste aflevering van den 25n jaargang en de eerste van den 26n. Behalve mededeelingen van huishoudelijken aard bevat de eerste der twee afleveringen een artikel over Rudolf von Alt ter gelegenheid van zijn 90sten verjaardag. Met frissche pen geschreven is het artikel rijk geïllustreerd. Het bevat talrijke afbeeldingen in den tekst, namelijk verscheiden gezichten uit Oud-Weenen en daarbij drie platen buiten den tekst: een wezenlijk prachtige kleurendruk, een gezicht op Dürnstein naar eene akwarel, en twee etsen, de eene van W. Woernle, de andere van William Unger, beide meesterwerk, eveneens naar waterverfschilderingen van den jubilaris.
De eerste aflevering van den 26n jaargang bevat een dikken bundel ‘Studiën und Forschungen’ over allerlei wetenswaardigs, een uitvoerig artikel over den hooggevierden schilder Franz Stuck, met een schat van afbeeldingen binnen en tusschen den tekst: etsen, fotogravuren en autotypien. Een tweede uitvoerig artikel handelt over den onlangs afgestorven schilder Ludwig von Gleichen-Russwurm in gelijken trant geillustreerd.
Daarbij zendt het gezelschap aan hare leden eene groote prachtige ets van William Unger naar Franz Stuck's Bacchantenstoet, verbazend van kleur, van leven, van malschheid en wel het moedwillige, haast baldadige van 's kunstenaars teekening en schildering weergevende.
Verder liet het Gezelschap nog verschijnen zijn Jahres-Mappe, bevattende zes groote bladen, een kleurenets door Richard Ranft, drie etsen door Oscar Graf, Richard Müller en Otto Uhbelohde, een kleuren-lithographie door Emiel Orlik en een heliogravure naar eene teekening van Felix Jeneweins: alles kruimige, springlevende kunst.
M.R.