Victor Gilsoul
(Naar aanleiding van een tentoonstelling zijner werken in zijn atelier te Brussel, van 1 tot 9 Februari 1902)
EEN echt kunstenaarstemperament, een schilder naar den bloede is deze jonge meester die met een bewonderenswaardige hardnekkigheid, zonder ooit af te wijken naar links of rechts, de gaven heeft ontwikkeld, die de natuur hem zoo kwistig heeft geschonken.
Hij debuteerde een jaar of tien geleden, en zijn kranige kracht, zijn vurigheid overrompelden ons als 't ware van den aanvang af, niettegenstaande zijn toen nog wat zware en gure techniek. Toch kon men toen reeds zijn sappige kleuren, zijn flinke toets, zijn krachtige en spontane visie bewonderen
Weldra onderscheidde hij zich van het meerendeel der landschapschilders door zijn streven naar compositie en schikking in zijn schilderijen, door de keus der behandelde landschappen, en vooral wat de schilders in hun dieventaaltje de ‘mise en page’ noemen.
Tot dit nu reeds verwijderde tijdvak - ik keer terug tot 1893 - behoort de Brand in een Fouragemagazijn, een gele laaie, op vreemde wijze der droeve winternacht vergoudend in een hoekje van een voorstad met een vaart; verder een thuiskomst in het Kasteel, werkelijk geschilderd, zou men zeggen, met verlangen en heimwee naar het groote-heerenleven, zooals het beschreven wordt in de verhalen en verzen van Henry de Régnier - een stuk waarvan de stoffage, de schikking der boomen in een eerelaan, het karakter van den omheinigsmuur, het toegangshek, het getemperde licht van den dalenden dag - alles er voornaam uitziet, en spreekt van majesteit en opperste aristocratie. Een waar dichter openbaarde zich in dit landschap, waarvan Gilsoul later nog wel het grootsche en stijlvolle weervond, maar nooit overtroffen heeft.
Verder schilderde hij een Oude Kade bij Nacht met haar