| |
| |
| |
Aanteekeningen op de wereldgebeurtenissen
Door Mr. J.C. van Oven.
XLIX.
De Labour-regeering. - Wilson †.
Gewezen arbeiders dragen thans de schitterende titels van de raadslieden en baronnen der middeneeuwsche Engelsche koningen, huizen in de patricische paleizen, hun als ambtswoning aangewezen, nemen representatieve plichten waar met nauwelijks minder gemakkelijkheid dan hun gekroonde voorgangers en verschijnen aan het hof in gala-rok met korte broek. De tijden veranderden en met hen de geest der volkeren en de Britsche natie toont opnieuw haar verbazingwekkende gave om nieuwen wijn in oude vaten te doen, de evolutie mee te maken, zelfs voor te gaan op het pad van vooruitgang en niettemin de oude vormen trouw te blijven. Ongetwijfeld een gebeurtenis van groote draagwijdte, ook voor andere volken: waar de moeder van het parlementaire stelsel voorging, zal ook elders een arbeiderspartij er eer toe komen de verantwoordelijkheid van het gezag op de schouders te nemen, en het zelfvertrouwen der arbeidersklasse in Engeland en elders zal nog versterkt worden, nu het in waarheid vertoond is dat ook voor haar de
| |
| |
hoogste posten en waardigheden weggelegd zijn, zelfs in een land dat geen revolutie gekend heeft en dat in zoo menige instelling nog middeneeuwsche karaktertrekken bezit. En ook: een daad van grooten moed van den kant dezer arbeiders, om, steunend op een minderheid van ongeveer een derde in het lagerhuis en op de niet eens toegezegde medewerking van een burgerlijke partij, staande tegenover een oppermachtige oppositie in het hoogerhuis, niettemin den last der regeering op zich te nemen. Een bewijs van gezond politiek oordeel ten slotte, bij die andere partijen, die inplaats van zich als ‘burgerlijke partijen’ aaneen te sluiten met op zij zetten van onderlinge geschillen en de arbeidersregeering onmogelijk te maken door het vormen van een nieuwe coalitie met groote meerderheid in beide huizen van 't parlement, den nieuwen mannen een ‘fair chance’ geven om die maatregelen tot stand te brengen waaromtrent eensgezindheid bestaat tusschen arbeiderspartij en liberale en misschien zelfs conservatieven. Kortom, dit optreden der regeering-Mac Donald en de wijze waarop liberalen en conservatieve staatslieden, pers en openbare meening haar ontvangen hebben, is een nieuw bewijs der gezondheid van het politieke en parlementaire leven in Groot-Brittannië, toont weer eens hoe daar ginds het parlementaire stelsel diep geworteld is in de volksmentaliteit en welk een voortreffelijk stelsel dit is, als het naar zijn geest wordt toegepast. Terwijl men elders praat en schrijft - om niet te zeggen zeurt en leutert - over de schemering van het parlementaire constitutionalisme, bewijst Engeland met de daad, dat van zulk een verval geen sprake hoeft te zijn, dat het integendeel kerngezond en levend is, zoo het wordt uitgevoerd met ruimen zin en gezond verstand. Voor onze politieke leiders, die zoo juist in een niemand bevredigende oplossing van een crisis hun onmacht om het stelsel te hanteeren manifesteerden, is dit tegelijkertijd
een beschamend en een hoopgevend voorbeeld: niet aan het stelsel hapert het, maar aan de menschen; niet in de dictatuur is de redding
| |
| |
gelegen, maar in een herstel van den geest van het parlementaire politieke leven; niet in Italië en Spanje liggen onze voorbeelden, maar aan den overkant der Noordzee.
Met dat al, hoe gewichtig dit ook zij en hoe veel stof tot nadenken het moge geven, van onmiddellijk wereldbelang zal het optreden der Labourregeering toch eerst zijn als haar moed bekroond wordt door succes; als zij niet slechts blijkt te durven, maar ook te kunnen. Want slaagt zij niet, dan is er wellicht meer verloren dan gewonnen; dan staan de tegenstanders klaar met hun ‘ziet ge nu wel?’ en ‘wat deden ze ook in de kou?’ en dan wordt wat nu frissche moed schijnt, roekeloosheid die de partij en de belangen waarvoor ze in het krijt treedt voor lange jaren schaden zal. En natuurlijk zijn haar kwade kansen vele in getal: een enkele onvoorzichtigheid waardoor zij de sympathie der liberalen verspeelt, en de motie van wantrouwen wordt met overstelpende meerderheid gestemd door Whig en Tory. Aan den anderen kant is te groote voorzichtigheid een misschien nog ernstiger gevaar, want een arbeiderskabinet, dat ‘kapitalistisch regeert’ verliest het vertrouwen bij de eigen partij, welker extremisten het steunen op een burgerlijke partij van den beginne af veroordeeld hebben, en bovendien zou zij leiden tot een werk- en machteloosheid die aan haar optreden elke waarde zouden ontnemen.
Beide gevaren zijn reeds terstond na Mac Donalds verschijning in het lagerhuis opgerezen. Een maatregel van een der arbeidersministers ten gunste van werkeloozen in een Londensch district bedreigde de regeering met een aanval van liberale zijde, en aan den anderen kant was na de redevoering van den premier het oordeel der openbare meening gereed in die ééne frase: ‘zulk een rede had ook Asquith of Lloyd George of zelfs Baldwin kunnen houden’. Het zal daarom niemand verbazen wanneer vandaag of morgen het regeeringsschip met zijn arbeidersbemanning aan 't zij Scylla 't zij Charybdis ten prooi valt en de ‘man in the street’, die eerst het optreden van deze arbeiders als hooge heeren heeft be- | |
| |
schouwd als een interessant en merkwaardig ding, dat Engeland eer aandeed, begint, nu het nieuwtje er af is, te voorspellen dat Mac Donald en de zijnen geen half jaar aan 't bewind zullen blijven, want zulk een termijn is immers genoeg voor de ‘fair chance’.
Mocht 't inderdaad zoo gaan, dan blijft de Engelsche arbeidersregeering een episode zonder wereldbelang. Maar 't kan ook anders uitkomen, en wij - die de Britsche politiek uitsluitend willen beoordeelen naar den invloed dien zij uitoefent op de wereldgebeurtenissen, d.i. voor 't oogenblik in hoofdzaak op het herstel-probleem - wij geven de hoop nog niet verloren, dat onder Mac Donald's frissche leiding er van Londen een krachtige drang zal uitgaan tot verzoening en herstel, de eenige weg immers uit het moeras van werkeloosheid en malaise en...... de fatale bezuiniging! Dit is de bestemming, de roeping, de opdracht van Mac Donald's regeering: de verkiezing van 6 Dec. heeft geen meerderheid opgeleverd voor eenige bepaalde partyleuze, maar zeer duidelijk heeft het Britsche volk zich uitgesproken in dien geest van pacifisme, verzoening en herstel. De nederlaag der conservatieven, de verwerping van protectie als redmiddel uit de malaise laat geen anderen uitleg toe, en Mac Donald, pacifist, voorstander der verzoening, aanvaardde deze staatkunde door de regeering op zich te nemen. En daarom ook wagen wij 't - in alle bescheidenheid en met alle mogelijke voorbehoud, zooals 't past in staatkundige zaken - de profetie der Londensche openbare meening te betwijfelen, want 't komt ons voor dat het belang der liberalen medebrengt, de leiding van deze politiek, die immers ook de hunne is, voorloopig in handen te laten van de Labour-partij, die daarmee tevens de verantwoordelijkheid voor een mogelijke mislukking draagt.
Wat ook de toekomst moge brengen, Mac Donald is ferm van wal gestoken, en al had dan Baldwin evengoed de rede kunnen houden waarmee de arbeiders-premier voor het parlement verscheen, er zijn dan toch een aantal
| |
| |
maatregelen genomen of ontworpen, die onder Baldwin niet tot stand waren gekomen. Zoo is de erkenning van Sovjet-Rusland in vollen gang en hoe men nu ook over het communistisch regime oordeelt, er valt weinig tegen in te brengen, dat zulk een erkenning voor West-Europa gaandeweg een noodzakelijkheid is geworden. De Sovjet-regeering heeft sinds zes jaar de macht in handen en daar er blijkbaar niemand in of buiten Rusland bij machte is deze te breken - aan hulp uit den vreemde heeft het immers den contra-revolutionnairen niet ontbroken - is er geen mensch ter wereld mee gebaat als men de Sovjet-republiek nog langer van de rest der wereld geïsoleerd houdt, terwijl integendeel herstel der politieke betrekkingen, onder bepaalde voorwaarden, groote voordeden voor West-Europa kan opleveren en er kans komt op economisch herstel van Rusland, zonder dat dit in de armen van de Duitschers geworpen wordt. De erkenning van Sovjet-Rusland is derhalve een veelbelovende maatregel, die ook door de liberalen zal worden gesteund, terwijl zij - en hier blijkt duidelijk, in hoe voordeelige positie de liberalen zijn gekomen - niet getroffen zullen worden door de schande eener mogelijke mislukking der onderhandelingen, want het kan nog altijd zeer goed zijn, dat er evenmin als vroeger overeenstemming te verkrijgen is over de erkennings-voorwaarden, die men in Rusland natuurlijk kapitalistisch van aard zal achten, al komen zij van een arbeidersregeering.
Vervolgens gaat van Mac Donald een streven uit naar opneming van Duitschland en Rusland in den Volkenbond en het zou een moeilijk te overschatten winst zijn, als hij deze inderdaad kon tot stand brengen. De Bond heeft tot dusver niet veel anders dan klein werk volbracht, maar hij zal ook eerst tot iets anders in staat kunnen zijn als Duitschland, Rusland en de Vereenigde Staten niet meer ontbreken in zijn vergaderingen.
Ziedaar reeds twee posten van belang op Mac Donald's credit en men twijfele niet of de rekening zal spoedig
| |
| |
worden uitgebreid, vooral als de binnenlandsche moeilijkheden den jongen premier niet meer handicappen als tot dusver: de havenstaking bond hem de handen en legde zijn werkkracht een week lang vast, maar de spoedige bijlegging werd een nieuw succes voor hem en zijn medewerker Tom Shaw, zelf als vakvereenigingsleider ‘nourri dans le sérail’.
Nog eens, de verkiezing van 6 Dec. in Groot-Brittannië is een lichte dag geweest in de overigens zoo weinig verkwikkelijke wereldgeschiedenis der laatste jaren. Had zij het conservatieve bewind bevestigd, dan zou een tarieven-wetgeving de internationale moeilijkheden hebben vergroot; thans bestaat er althans kans op sneller beterschap.
***
In waarheid is er sinds 't begin van dit jaar reeds verbetering ingetreden in de internationale verhoudingen, 't zij dan onafhankelijk, 't zij mede als gevolg van de regeeringswisseling in Engeland. De toestand in het Roer-gebied, die geen merkbaren invloed had ondervonden van de capitulatie der Duitsche regeering in zake het lijdelijk verzet, verbeterde stap voor stap nadat de bezettende overheid overeenkomsten sloot met de industrie en het gevolg is dat de hand van den bezetter gaandeweg minder zwaar op het land begint te drukken. Dan was er de groote gebeurtenis van het slagen van de rente-mark, 't geen niet anders beduidt dan dat het de Duitsche regeering gelukte, de daling van de mark te doen ophouden toen deze gekomen was tot op een biljoenste van haar oorspronkelijke waarde. Daarmee slaagde zij Duitschland, althans voor 't oogenblik, een waardevast ruilmiddel terug te geven en daarmee wel is waar niet den economischen nood te lenigen, maar toch wel een einde te maken aan de volledige verkeersontwrichting die 't gevolg was van de ontzagwekkende dalingen. Zij schiep daardoor meteen een gunstiger positie voor den fiscus, want, belastingen binnengekomen in papieren geld, dat sinds den belastingaanslag
| |
| |
eenige honderden malen gedeprecieerd was, konden moeilijk een ledige schatkist vullen. Aldus staat de Duitsche regeering nu niet meer met leege handen als zij onderhandelt met haar vroegere vijanden over schadeloosstelling en herstel. Voor den leek op financieel en economisch gebied - en misschien ook wel voor den deskundige - blijft 't een raadsel, waarom deze stabilisatie nu opeens mogelijk was, juist nadat aan ieder die het hooren wilde, verteld was dat de Roer-bezetting Duitschland volslagen insolvent had gemaakt, en terwijl jaren achtereen de regeering machteloos heette tegenover de daling, edoch..... hij verdiept zich daar liever niet in en aanvaardt het als een heugelijk teeken van mogelijk beginnend herstel. Alleen is hij bang dat vandaag of morgen de daling weer inzet, en zooveel begrijpt hij wel van de wetten die de internationale waarde van nationale ruilmiddelen beheerschen, dat hij zulk een nieuwe daling ducht voor 't geval de onderhandelingen die nu in Berlijn aan den gang zijn tusschen de deskundigen van geallieerden en Duitschers, met medewerking van een Amerikaansche missie, eens niet tot een goed resultaat mochten komen. Maar ook daarover luiden de berichten zeer rooskleurig en zoo ligt de onderstelling voor de hand, dat de gunstige wind, die de overwinning bij den stembusstrijd in Engeland aan arbeiders en liberalen bracht, ook over het Europeesch vasteland blaast. Zoo is het: ook de Franschen voeren een andere politiek dan zij gedurende de laatste vijf jaar deden.
Wat daarvan nu weer de reden is? Binnenlandsche of buitenlandsche factoren? Vermoedelijk het een en het ander. Dat de briefwisseling tusschen Poincaré en Mac Donald zoo uiterst vriendelijk was, heeft natuurlijk niets te beduiden: er werden nooit onvriendelijke brieven gewisseld tusschen de beide wapenbroeders, en toch was hun verhouding vaak zeer gespannen. Wel mag men aannemen, dat de zekerheid, met een pacifistischen Engelschen premier te doen te hebben, die, als 't niet anders kan, niet zou opzien tegen een breuk in de Entente,
| |
| |
van invloed is geweest op Poincaré's houding. Nog belangrijker was vermoedelijk de angstwekkende daling van de franc, die toch wel 't gevolg geweest moet zijn van de alom veldwinnende overtuiging, dat Frankrijk zijn budget niet zou kunnen herstellen met behulp van de Duitsche schadeloosstelling indien bij de oude taktiek volhard werd. Het logisch gevolg was dus: een verzoenende houding jegens de Duitschers op de deskundigen conferentie en tegelijkertijd belastingverhooging in Frankrijk.
Zoo brokkelt Poincaré's politiek af terwijl de man zelf nog de scepter zwaait. Wellicht niet voor langen tijd meer, want zijn meerderheid brokkelt eveneens af en de kans schijnt niet gering, dat hij vóór de nieuwe verkiezingen ten val wordt gebracht. Een wereld-gebeurtenis zal ook dat niet wezen; al is Poincaré's naam verbonden aan een politiek die wij, neutrale toeschouwers, onjuist hebben geacht, 't is niet zijn persoon die beslist over de voortzetting dier staatkunde.
***
Terwijl aldus in ons werelddeel de lucht 'n weinig ophelderde, overleed in Amerika de man die zooveel sneller den staat van zaken had willen tot stand brengen, waarheen wij thans wellicht op weg zijn, Woodrow Wilson, en wij kunnen dit opstel niet besluiten zonder een woord aan zijn nagedachtenis te wijden. Want al moge hij dan hooger verheven en dieper verguisd zijn geweest dan hij verdiende, toch zal de geschiedenis van hem getuigen als van een man, niet alleen van hooge idealen, maar ook van belangrijke daden. Men zou niet beter een boek over Wilson's beteekenis in en na den oorlog kunnen samenstellen dan door een selectie te maken van de ontboezemingen, in den vorm van kranten-artikel en spotprent verschenen in Duitschland en Frankrijk sedert 1914. Eerst ontzien door beide oorlogvoerende partijen, zoolang Amerika neutraal bleef, ofschoon ook wel scherp aangevallen en bespot door beiden - in Duitschland wegens de oorlogsleveringen aan de Entente,
| |
| |
en aldaar om zijn mooie en lange nota's na scheepstorpedeeringen - vervolgens grof beschimpt en bevuild in Duitschland, toen Amerika in den oorlog ging en de Entente tot de overwinning bracht zonder dat Wilson's veertien punten werden verwezenlijkt in het vredesvredrag; in Parijs als een triumfator binnengehaald en als halfgod bewierrookt, en eindelijk in beide landen met schouderophalen en medelijden afgeschilderd als een wereldvreemd idealist die met zijn onpraktische droomen meer kwaad deed dan goed. Ook in zijn eigen land werd dit oordeel aanvaard, totdat juist in de laatste maanden een keer in de openbare meening begon te komen.
Wij die in ons neutrale land buiten de partij-hartstocht konden blijven, hebben Wilson immer beschouwd als een dier typische Amerikanen, die idealisme en praktischen zin pogen te verbinden, zonder altijd erin te slagen een harmonisch geheel te bereiken. Zoo was van 't begin van den oorlog af zijn streven gericht op een spoedigen vrede zonder overwinning aan een van beide kanten. Hij meende dit 't best te kunnen bereiken door neutraliteit. Toen echter de ongebreidelde duikboot-oorlog door Duitschland werd afgekondigd en daardoor de Amerikaansche openbare meening ten diepste werd gegriefd zoodat de oorlogsgeest ook daar vaardig werd over de bevolking, en tegelijkertijd Rusland de Entente ontviel en daardoor de Duitsche overwinning dreigde, toen bracht diezelfde politiek hem tot deelneming aan den oorlog: Amerika's onzijdigheid bracht den vrede niet, zijn deelneming zou de Entente de overwinning bezorgen en Amerika zou bij de onderhandelingen kunnen zorgen voor een vrede gegrond op rechtvaardigheid. Zoo werd ook de oorlog gefundeerd op idealistische motieven en gevoerd met Amerikaanschen praktischen zin - ‘we have a fighting president’ schreef Gerhard, de gewezen gezant in Berlijn, - d.i. zonder kosten te sparen en met inspanning van alle krachten. De overwinning werd behaald en Wilson kwam in Parijs om het tweede deel van het program te voltrekken, de verwezenlijking der
| |
| |
veertien punten. Hoe hij daarbij het onderspit moest delven tegenover Clemenceau, wij herinneren 't ons allen, maar men vrage zich eens af, hoe de vrede er uit gezien zou hebben als destijds het Amerikaansche idealisme den Fransch-Britsch-Italiaanschen overwinningsroes niet had getemperd......
Als een gebroken man is Wilson van die nederlaag weergekeerd en zijn landgenooten hebben hem den genadestoot gegeven door toetreding tot zijn volkenbond te weigeren. Zij zullen op die houding terugkomen en hun isolement opgeven, ja wellicht zal men ook in Frankrijk en Duitschland eenmaal erkennen dat Woodrow Wilson een grooter man is geweest dan Foch en Hindenburg.
Groningen, 22 Februari.
|
|