Onze Eeuw. Jaargang 24
(1924)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 188]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Leestafel.Prof. Dr. P.J. Blok. Geschiedenis van het Nederlandsche Volk. Derde, herziene druk Afl. 1. Leiden A.W. Sijthoff's Uitgeversmaatschappij. De twee deelen, waarin dit standaardwerk aanvankelijk is verschenen, dragen de jaartallen 1892 en 1893. Ongeveer twintig jaar daarna, in 1912, zag het eerste deel van den tweeden druk, van de nieuwe uitgave, het licht. Inmiddels waren tusschen 1901 en 1912 de vijf deelen der Duitsche editie van de Gothasche persen gekomen. Eene andere hand dan die des schrijvers bewerkte de (eveneens vijf) deelen, welke voor Engelsche en Amerikaansche lezers bestemd waren. En thans, elf jaar na den tweeden, ligt de derde druk voor ons, ook deze ‘herzien’, d.i. bijgewerkt, gewijzigd, aangevuld naar aanleiding van het vele, dat sindsdien aan nieuwe vondsten, ontdekkingen en inzichten op dit gebied is gewonnen, althans voor zoover de schrijver zich daarmede kon vereenigen. Deze herziene, derde druk zal in ongeveer 45 afleveringen, elk van circa 4 vel verschijnen (4 deelen). Hetgeen zeggen wil, dat het werk naar schatting 180 vel, d.i. ruim 2800 beslaan zal van die compres gedrukte, in den geserreerden stijl van prof. Blok zooveel wezenlijken ‘inhoud’ bevattende bladzijden. Na hetgeen in Onze Eeuw reeds vroeger over dit monumentale werk van Blok is gezegd, kunnen wij bij de verschijning dezer eerste aflevering van den derden druk met de enkele vermelding van dit feit volstaan. Maar dat toch niet, zonder den schrijver ermee geluk te wenschen, dat zoo klaarblijkelijk vraag naar zijn ‘Geschiedenis’ blijft bestaan. Waaraan tevens wel een gelukwensch aan ‘het Nederlandsche volk’ mag verbonden worden, omdat het dezen historiograaf heeft gevonden. H.S. Waarschuwende Cijfers uit de Staats-Financiën. Vergelijkend overzicht van ontvangsten en uitgaven van den Staat volgens de begrootingen voor 1914 en 1924, samengesteld op verzoek van de Centrale Commissie voor Bezuiniging, ingesteld door de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel te Haarlem, z.j. Hoeveel kostte ons in 1914 onze staatshuishouding en op hoeveel zal zij ons in 1924 komen te staan? Over welke middelen beschikten | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 189]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wij toen en welke hebben wij thans tot bestrijding van de uitgaven? Dat wij nu een veel duurder huishouden hebben dan tien jaar geleden, weten wij allen wel. Maar in welke mate? en waar schuilen de belangrijkste bronnen der kostenvermeerdering? Natuurlijk is het voor ons allen van overgroot gewicht, een antwoord op deze en andere daarmee samenhangende vragen te kennen, maar slechts ingewijden in de zeer ingewikkelde materie kunnen een op betrouwbare, onderling vergelijkbare offers berustend antwoord geven. De begrooting voor 1924 is anders ingericht dan die voor 1914 was (o.a. reeds dadelijk door de veranderde verdeeling van de staatswerkzaamheid over onderscheidene departementen). En elke begrooting is feitelijk zoo opgesteld, dat gij niet zonder veel zoeken en tasten, splitsen en combineeren een beeld kunt krijgen van wat eenig bepaald onderdeel der staatswerkzaamheid aan uitgaven vordert. Ziedaar slechts zeer enkele, de meest voor de hand liggende moeilijkheden, waarop men stuit als men uit de begrootingscijfers van 1914 en van 1924 den groei van ons budget zou willen aflezen. Het was, daarom, van de Centrale Commissie voor de Bezuiniging zeker een gelukkig denkbeeld een nauwkeurig onderzoek te doen instellen naar de verschillende onderdeelen, waaruit beide begrootingen zijn samengesteld; bij dat onderzoek moest met allerlei tusschen beide cijfer-opstellingen voorkomende verschillen rekening worden gehouden en moest ook voorts velerlei in aanmerking genomen worden, wilde men uit de officieele stukken overzichten opmaken, welke onderling zonder bezwaar voor een zuivere vergelijking naast elkaar konden worden geraadpleegd. In haar uitvoerige Inleiding legt de Commissie volledige verantwoording af van de wijze, waarop zij met haar accountant dezen moeitevollen arbeid heeft verricht. Het komt mij voor, dat zij daarbij op juiste wijze is te werk gegaan en dat dus inderdaad, voor zoover zulks bereikbaar was, de bijeengebrachte gegevens voor de vorming van een betrouwbaar beeld omtrent ontvangsten en uitgaven in 1924 en in 1914 mogen worden gebezigd. Natuurlijk moet men, bij de kennisneming van de Bijlagen, welke de cijfers bevatten, in het oog houden hetgeen omtrent de groepeering enz. in de Inleiding is meegedeeld. Het bestek eener aankondiging zou ik verre overschrijden, wanneer ik den aandrang niet weerstond om, al was het slechts in groote lijnen, het waarlijke verontrustend beeld te schetsen, dat ons uit deze staten tegemoet treedt. Wel zeer zorgwekkend is onze geldelijke toestand. Terwijl ik slechts ermee volstaan wil de lezers van Onze Eeuw opmerkzaam te maken op deze jongste, leerrijke uitgave der Centrale Commissie voor de Bezuiniging (aan welke wij ook reeds waarschuwende cijfers omtrent de gemeentefinanciën danken), wil ik toch niet nalaten - als proeve - hier de eerste der bijlagen weer te geven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 190]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vergelijkende Cijfers uit de Staatsbegrootingen 1914 en 1924.
|
1914 | 1924 | in % van 1914 | |
---|---|---|---|
Huis der Koningin ............ | f 905.000.- | f 1.700.000.- | 187 |
Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin .... | 811.313.50 | 2.107.585.49 | 259 |
Departement v. Buitenl. Zaken .... | 1.468.527.- | 4.318.799.- | 294 |
Departement v. Justitie .... | 11.774.828.75 | 29.768.691.- | 252 |
Departement v. Binnenl. Zaken en Landbouw | 9.249.159.34 | 20.347.163.- | 220 |
Departement v. Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen... | 35.488.577.- | 155.330.350.- | 437 |
Departement v. Marine...... | 21.240.187.35 | 42.686.076.- | 201 |
Departement v. Financiën. | 39.510.653.50 | 141.745.491.19Ga naar voetnoot1) | 358 |
Departement v. Oorlog .... | 35.032.788.- | 62.196.514.- | 177 |
Departement v. Waterstaat | 51.630.076.96 | 115.442.197.- | 223 |
Departement v. Arbeid, Handel en Nijverheid | 10.383.280.50 | 53.966.483.- | 519 |
Departement v. Koloniën. | 2.843.779.50 | 6.208.745.- | 218 |
Nationale schuld ............... | 38.593.112.80 | 100.932.134.55 | 261 |
Onvoorzien ...................... | 50.000.- | 50.000.- | 100 |
f 258.981.284.40 | f 736.800.229.23 | 284 |
Zoo ooit, dan dringen cijfers als deze tot de klassieke vermaning: caveant consales!
H.S.
Voorschotten Woningwet ...................... | f 23.600.000.- |
Voorschotten Woningbouw met premie ... | f 6.500.000.- |
Voorschotten Landarbeiderswet ............... | f 2.000.000.- |
Voorschotten Diverse Bedrijven............... | f 14.137.520.- |
f 46.237.520.- |
Louis Couperus. Oostwaarts. 's Gravenhage. H.P. Leopold, 1924.
‘Ter recensie’. Maar dit is waarlijk vlug af te doen. Genoeg is het immers, om te zeggen, dat onder den titel ‘Oostwaarts’ de brieven gebundeld zijn, die Couperus als speciaal correspondent van ‘De Haagsche Post’ aan dat blad heeft gezonden tijdens zijn Indische reis. Hoevelen zijn die brieven niet reeds bekend en waartoe zouden zij hier ‘gerecenseerd’ moeten worden? Couperus over Indië......, maar men kan immers weten, men weet immers hoe dit wondere land hem, den zoo gevoeligen kunstenaar, heeft gepakt. Laat mij dan slechts volstaan met de simpele mededeeling dat deze brievenverzameling een welverzorgde bundel is geworden, waaraan heel mooie foto's - en een portret van den schrijver - nog meer aantrekkelijkheid geven.
H.S.
Gustave Cohen. Oeuvres complètes de Molière. Tome II. Amsterdam. S.L. van Looy. 1923.
Met groote ingenomenheid vermeldden wij, dat ter gelegenheid van Molière's derde eeuwfeest deze zeer bijzondere editie der volledige werken met inleidingen en vele noten van den Straatsburgschen professor G. Cohen, te Amsterdam verscheen; wij behoeven niet te herhalen in welke opzichten hier een waarijk zeer bijzondere editie werd bezorgd. Het thans verschenen 2de deel bevat ‘Le dépit amoureux’ en ‘Les précieuses ridicules’. Vooral de ‘notice’ bij de laatste dezer twee comedies is zeer belangwekkend.
H.S.
Winterboek van de Wereldbibliotheek 1923-1924. Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. Amsterdam-Sloterdijk.
Dit mag een ‘gezellig’ boek heeten, een dat men eerst met welgevallen bekijkt, doorbladert, even inziet, dan gaat lezen en uitleest om 't straks weer eens voor den dag te halen, als het in den familiekring van hand tot hand is gegaan. Maar het is ook een kloek boek, stevig van inhoud, typografisch goed verzorgd, met acht uitmuntend geslaagde ‘buitentekstplaten’ in vierkleurendruk naar oude en nieuwe meesters, terwijl in den tekst bij Albert Plasschaerts artikel over het winterlandschap in de Hollandsche schilderkunst negen fraaie afbeeldingen voorkomen en er twaalf gegeven worden bij Herman Hana's bijdrage over portretschetsen. Zeg ik voorts nog dat aan dezen bundel meewerkten Carry van Bruggen, Cyriel Buysse, C.M. van Hille-Gaerthé, Joannes Reddingius, Ernest Claes, Henri van Booven, Marie Schmitz, Carel Scharten, Dr. Jac. P. Thijsse, Aart van der Leeuw, M. Scharten-Antink, E.W. Asscher, Annie Salomons, terwijl aan het slot L.S. iets over het procédé van den vierkleurendruk vertelt, dan kan men uit deze simpele opsomming reeds zien dat den lezer hier veel en velerlei en allerlei goeds wordt geboden.
H.S.
Voorts zijn door de redactie ter aankondiging ontvangen de navolgende boekwerken:
D. Meresjkowsky. De veertiende December. Uit het Russisch, door J. de Kruyff. Amsterdam. Wereldbibliotheek. |
Een Mirakelspel van onze lieve Vrouwe, naar het oud-Fransch, door Simon Koster. Tooneelbibliotheek van de Maatsch. voor Goede en Goedk. Lect. Amsterdam. |
Uit Roemer Visscher's Brabbeling, II. Door N. van der Laan. Utrechtsche Bijdragen voor Letterkunde en Geschiedenis. Al Oosthoek. Utrecht. |
Frederik van Eeden. Deutsch-Chinesische Liebes-Mosaik. Amsterdam. W. Versluijs. |
De levensbeschouwing der naaste toekomst door C.J.D.C. Stempels. Haarlem. Tjeenk Willink. |
Windelband. Door Dr. H.M. van der Vaart Smit. Baarn. Hollandia-Drukkerij. |
Naar het groote licht, bekentenissen van een bekeerlinge. Door Egb. C. van der Mandele. Baarn. Hollandia-Drukkerij. |
Eenvoudige geschiedenis der filosofie van K. Vorlander, voor Nederland bewerkt door C.J.D.C. Stempels. Haarlem. Tjeenk Willink. |
Godsdienst, wereldbeschouwing, zondebesef en levensdoel door Prof. Dr. T. Cannegieter. Haarlem. Tjeenk Willink. |
Uit Jezus' openbaar leven, door F. van Eeden. Amsterdam. Versluys. |
De stad op den berg. Rome door Roomschen. Baarn. Hollandia-Drukkerij. |
De religie in onze moderne literatuur, door K.F. Proost. Zeist. Ploegsma. |
Uren met Kant, door Jhr. Dr. B.H.C.K. van der Wyck. Baarn. Hollandia-Drukkerij. |
De kerk in onzen tijd in Nederland, door A. Binnerts Sz. Amsterdam. Mij. voor Goede en Goedkoope Lectuur. |
Marie C. Stopes. Verstandig ouderschap. Vertaald door Dr. A.N. Nolst Trénité. Amsterdam. J.M. Meulenhoff, 1923. |
J. Tielrooy, C. Busken Huet et la littérature française. H.D. Tjeenk Willink Haarlem; Librairie ancienne: E. Champion. Paris. |
H.A. Colijn La decision d.l. Société des nations concernant les îles d'Aland. Drukkerij Holland. Amsterdam. |
Suriname door Dr. M. van Blankensteyn. Nijgh en Ditmar's Uitg. Maatij. Rotterdam. |
Het leven en Sterven van Anne Marjorie Lam door Ellen Forest. Hollandia-Drukkerij. Baarn. |
- voetnoot1)
- Volgens bijlage Ib zijn in 1923 door het Departement van Financiën meer uitgegeven dan in 1914 de volgende posten, die uitgaven betreffen, welke feitelijk tot den werkkring van andere Departementen behooren.