Onze Eeuw. Jaargang 23(1923)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 379] [p. 379] Verzen Van Jan J. Zeldenthuis October-avond Kinderen spelen in den laten avond; Hun kreet klinkt, - door de stille schemering Over mijn eenzaamheid, - moe en gehavend, Sinds droefgeestige maan zacht rijzen ging. October, October. Herfst-gebladert Dwaalt langs de wegen, aan vreugden leeg; Door de twijgen der vrome berken nadert De Rust, de Zanger, die ten zomer zweeg. De kinder-stemmen, zij worden al zwakker, Zij dwalen ver van de vertrouwde straat; In de platanen wordt de wind weer wakker, Hoog zingt het licht, dat even trillen gaat. Nu is alles stil. De straat en de boomen Zijn slechts een deel van dit October-feest: Herfst is vanavond in mijn Ziel gekomen, Die nooit in vreugd zóó eenzaam is geweest..... [pagina 380] [p. 380] November-namiddag De heem'len zijn gebouwd van wolken, zwaar, Diep-dreunend blauw voor kleurloos-effen grijs, Boven de huizen tastend naar elkaar, En dan traag-varend naar de kimme op reis. De stad is klein, der grachten voor' is vlak, De huizen zijn der wolken fundament, Het oude rood van menig pannen-dak Is nu zoo diep, dat niemand dit herkent. De zon is met het goud geblaert vergaan, De late middag voelt de strenge wil Van deez' November dreigend naast zich staan, En wordt ten regen triest, deemoedig stil. Dit is het einde van Octobers feest, Het donker blauw schuift onafwendbaar voor De klare lucht, die 't schoonst daar is geweest: Dit is het eind': die diepte gaat teloor...... Vorige Volgende