Gedichten
Van Willem de Mérode.
Waanzin.
Ik leef niet meer, als ik u niet aanschouw.
Mijn denken is in leegte weggezonken.
'k Zie 't licht niet meer, maar ballen vuur en vonken,
En dan duikt alles in een nacht van rouw.
Er is een luide suizing in mijn oor,
Waar alle stemmen effen in vervloeien,
Tot klanken, schoon als bloemen, openbloeien,
En met een schok is 't dat 'k u noemen hoor.
Dit is beminnens waanzin, zeer gevreesd,
Daar niemand uit haar weerloosheid geneest,
Noch van haar laten wil dan om te sterven.
Daar is geen leven buiten uw verband.
Blindelings tast ik langs den wereldwand
En stoot mij zelf gelijk een vaas aan scherven.
Uit den spoedig te verschijnen bundel: Het kostbaar bloed, van Loghem, Slaterus en Visser, Arnhem.