Onze Eeuw. Jaargang 21(1921)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Gedichten Van Jacqueline E. van der Waals. Oktober. De blaadjes waaiden Langs alle wegen, De blaadjes draaiden In kringen rond - Ik liep te drentelen En kwam ze tegen, Ik zag ze wentelen Over den grond. Het was Oktober, Wanneer de blaren, Rood als rood koper, Of geel van kleur, In dichte scharen Neer komen strijken - Ik liep te kijken En snoof den geur. [pagina 102] [p. 102] Als november is gekomen......... Rondeel. Als November is gekomen En de regentijd breekt aan, Als de boomen in de laan, - Ach, de bladerlooze boomen! - Om de glorie, hun ontnomen, In de mist te schreien staan, Als November is gekomen, En de takken traan op traan Op den vochten grond doen stroomen, Waar de bladerkens vergaan Na hun goude' Oktoberdroomen En hun korten vrijheidswaan - Als November is gekomen...... [pagina 103] [p. 103] Herfst. Vreemd, dat boom en tak zoo stil staan In het gouden licht vandaag, Dat de bladertjes zoo stil gaan, 't Een na 't ander, naar omlaag; Dat het zonlicht zoo voorzichtig Door de ijlheid straalt van 't lof, En het groene blad doorzichtig En veel eed'ler maakt van stof; Dat het windje in de twijgen Zoo behoedzaam gaat te werk En alleen wat blaadjes zijgen Doet op 't pad en 't bloemenperk, Zonder 't wazig diep te raken Waar de groene schemer blauwt, Of den goudglans schuw te maken In het ijlbebladerd hout, Of te roeren aan den vijver, Waar zeer statiglijk en traag Twee voorname zwanen drijven Met hun spiegelbeeld omlaag, En wat late najaarsrozen, Als bewasemd amathyst, Al den weemoed hunner broze Schoonheid heffen in den mist. Vorige Volgende