Onze Eeuw. Jaargang 21(1921)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 340] [p. 340] Verzen Van Johan Schwencke. Herfst. 't Weemoedig eind van veegen zomer daagt... Al killer worden nevel-dunne luchten, Weer naakt de tijd van overrijpe vruchten, Gemaald in kleur, die stom te plukken vraagt. De grachten liggen doomend-stil; er waagt Geen vogel 't nukkig twist-lied ijdler kluchten, In val van schemer beeft het donkre duchten Voor 't licht, dat smart van scheiden in zich draagt. En teere tinten vloeien blâren binnen, In goud en rood zijn d'allerschoonste tonen... Zal zoo de vreê van zelf-verstilde zinnen Mijn hart, na 't spel des levens, ook bewonen...? Zal rijke rust mijn loutrend lijden kronen, Als 't nachtlijk hemelzilver lichte tinnen? [pagina 341] [p. 341] Herfst. De herfst..., o innig schoon getij der tijden, Uw ijle stap versterft door bosch en laan... En waar gij gingt, daar wuift uw gouden vaan, Komt gloed van kleurenspel de wegen wijden. Het veld bevolkt met maagden, blond-gereiden, De lucht gevuld met tonen onvergaan En eindloos ruischend uit in weidsche baan... Zoo vaart de zomer uit in lachend lijden. O eeuwig leven, wie zou niet verstillen Bij 't schouwen van dien wonder-rijken gang! Wie is nog, dom, voor lijflijk sterven bang, Waar alles spreekt van altoos leven willen? De zomer sterft, maar hoor... de sferen trillen Van diep-verborgen, gistens-sterken drang! [pagina 342] [p. 342] Neerlands taal. De taal! O rijk-bespeelbaar instrument, Dat aller zielen tonen geeft te hooren, In regel-maat met barenswee geboren In 't levend woord, met adel-geest geënt! Het hoogste leven, in uw kern latent, Ligt wachtend in uw windsels, als bevroren In 't koel geschrift, maar gloeiend treedt 't naar voren, Zoo 's menschen ziel zich teeder tot u wendt. Gij zijt alzijdig, 't meest veeleenig wonder! Uw stoere stam doet beeldhouw-bouw verrijzen, Ja, vormen 't fijnste werk van kunst-matrijzen, Te schild'ren weet de sier'ge zin bijzonder, Ge ruischt als harp-gezang of gromt als donder.... O godsgeschenk aan kunstenaars en wijzen! Vorige Volgende