| |
| |
| |
Aanteekeningen op de wereldgebeurtenissen
Door Mr. J.C. van Oven.
XXVII.
Engeland's zorgen.
Twee jaar geleden, toen de oorlog eindigde, werd algemeen het Britsche Rijk beschouwd als de overwinnaar bij uitnemendheid. Frankrijk had zich heldhaftig verdedigd, maar bloedde uit duizend wonden en zou jaren behoeven om er weer bovenop te komen; Amerika had den beslissenden stoot helpen geven, maar telde overigens nauwelijks tot de overwinnende alliantie; Italië won grondgebied maar was er economisch even ongunstig aan toe als Frankrijk; maar Engeland alleen kwam uit den oorlog te voorschijn met verhoogde glans, voorspoed en macht. Het land had niet geleden, de bevolking was niet angstwekkend gedund zooals de Fransche, al waren er ook Britten bij honderdduizenden gevallen, het koloniaal gebied was belangrijk uitgebreid en de eenige vloot die de Britsche naar de kroon stak, was van de zeeën verdwenen. Engeland zou de kwade gevolgen van den oorlog spoedig te boven komen en de wereld beheerschen als weleer, nu Duitschland ter neer was geworpen en Rusland, ook eenmaal concur- | |
| |
rent naar de wereldheerschappij, bezig was zichzelf te vernietigen.
Maar ziedaar nu dat twee jaar na den wapenstilstand juist het Britsche rijk, misschien meer dan een ander der geallieerden, geplaagd wordt door zorgen die doen twijfelen aan de innerlijke waarde van al die glans en pracht. In Egypte, Indië en het nieuw-verworven Mesopotamië zijn de moeilijkheden niet van de lucht; in Perzië en de Levant bedreigt het Bolsjewisme Brittanje's macht; het bondgenootschap met Frankrijk loopt keer op keer gevaar; in Amerika rijst een geprikkelde stemming tegenover Engeland die van belang kan worden als de vloot welke men daarginds bouwen gaat, eenmaal in vergelijking kan komen met de Britsche, en eindelijk en vooral: het moederland wordt gekweld door den Ierschen burgeroorlog en door arbeids-conflicten, van zulk een ernst, dat het er weinig naar lijkt, alsof het Britsche rijk de gevolgen van den oorlog spoedig te boven gekomen zal zijn. Want dat dit alles gevolgen van den oorlog zijn, het lijdt geen twijfel: ook de Iersche quaestie in het crisis-stadium waarin zij thans verkeert, en ook de arbeids-conflicten, die immers het directe gevolg zijn van de duurte en van de ondervindingen der arbeiderswereld gedurende de oorlogsjaren, op het slagveld en in de oorlogs-industrie. Zelfs al worden alle moeilijkheden overwonnen, het staat vast dat Engeland een ongekende crisis doormaakt en die crisis komt rechtsstreeks uit den oorlog voort. Ook in de andere Entente-landen bestaat zulk een crisis, maar het meest acuut is ze thans in Engeland en dit treft dubbel omdat Engeland weinig verloren en veel gewonnen heeft in den oorlog, terwijl Frankrijk, dat veel verloor en veel minder won, voor 't oogenblik in veel stabieler toestand verkeert dan zijn krachtige bondgenoot.
De mijnwerkersstaking zal bij het verschijnen dezer Aanteekening wellicht reeds tot het verleden behooren, misschien ook zal ze integendeel om zich heen gegrepen en stilstand van het spoorwegverkeer en het transport- | |
| |
wezen hebben teweeg gebracht. In dat geval is de groote strijd tusschen arbeid en kapitaal of tusschen arbeid en overheidsgezag uitgebroken, waarvan de uitslag voor 't lot van het Britsche rijk en ook van de wereld daarbuiten van niet te overzien belang zal zijn. Maar ook als dit niet het geval is en de regeering er in slaagt, door overleggen en veel toegeven den storm te bezweren en het bedrijfsleven van het land aan de gang te houden, dan blijft toch het uitbreken van dit conflict van zeer groot gewicht, omdat het toont hoe onzeker de toestand zelfs in het overwinnende Engeland door den oorlog geworden is. Juist omdat deze strijd uitgebarsten is tegen het consigne van de leiders in, en om een zoo buitengewoon gering verschil tusschen de eischen van de eene en het aanbod van de andere partij. De mijnwerkers wilden staken en toen Lloyd George en Sir R. Horne erin geslaagd waren, in langdurige onderhandelingen met de leiders tot overeenstemming te komen over een tusschenweg die tegelijkertijd het loon en de productie verhoogd zou hebben, gaven de arbeiders zelf het sein tot de staking. Zelfs in deze dagen, nu het lagerhuis zich de zaak heeft aangetrokken, blijft de situatie zoo dat de leiders der mijnwerkers op nieuw overleg zoeken en de leiders van andere vakbonden in vredelievenden geest werken, terwijl van onder op, van arbeiderszijde de drang komt tot voortzetting van de mijnstaking en uitbreiding tot de andere voor het economisch leven onmisbare bedrijven. Ook al weet Lloyd George's beleid den storm te bezweren, deze verschijnselen blijven van het uiterste gewicht.
Ook de burgeroorlog in Ierland, schreven wij, is een gevolg van den oorlog. In 1914 immers, vóór het uitbreken van den oorlog, bestond er wel degelijk eenige kans op een oplossing van het probleem. De liberale partij, aan het bewind sinds 1906, telde de verleening van Home Rule aan Ierland onder haar voornaamste geloofsartikelen en Asquith's regeering was er juist
| |
| |
in geslaagd een Home-Rule-wet in het Statute-Book te brengen, ondanks den tegenstand der unionisten in lagerhuis en Lords. Wel bevredigde deze wet allerminst alle belanghebbenden, want ze ging Sinn-Fein - dat alleen een volslagen onafhankelijk Ierland wil - niet ver genoeg, terwijl de Orangisten uit het noorden van Ierland zich onder Sir Edward Carson's leiding gereed maakten, met geweld de invoering te beletten van een wet die de Protestantsche Ulster-men zou brengen onder het bewind van een in meerderheid katholiek parlement in Dublin. Wel dreigde derhalve ook toen burgeroorlog, maar misschien zou Asquith's beleid en oprecht goede wil in staat geweest zijn dien te voorkomen, vooral omdat deze door het Britsche parlement goedgekeurde regeling gesteund werd door de sterke Iersche Nationalistische partij. In elk geval was men op den goeden weg en 't is niet onmogelijk, dat als de oorlog niet gekomen was, het doel bereikt zou zijn. De oorlog kwam en de Home Rule-wet werd niet ingevoerd. En met den oorlog veranderde het aspect van de Iersche quaestie geheel. Ten eerste door de houding van het Iersche volk en ten tweede door de wijziging der regeeringspolitiek in Londen. Het Iersche volk namelijk was in zake den oorlog tegen Duitschland verdeeld: duizenden Ieren namen vrijwillig dienst en wij herinneren ons de voldoening waarmee French's en Haig's stafberichten de heldendaden der Iersche troependeelen vermeldden. Een ander deel van het Iersche volk evenwel zag in den strijd op leven en dood dien de Britsche onderdrukker met Duitschland voerde, een welkome gelegenheid voor een poging om de Iersche onafhankelijkheid te veroveren. Daarbij is ongetwijfeld overleg gepleegd met Duitschland, dat er immers door middel van geheime propaganda naar streefde, overal in 't Britsche Rijk, waar 't er maar eenigszins kans toe zag, opstand te verwekken. Lloyd George heeft er dezer dagen nog aan herinnerd, hoe in 1916 Ieren in de straten van Dublin geschoten hebben op
Engelsche soldaten, hoe
| |
| |
er in Ierland hulp is verleend aan Duitsche duikbooten in 1917 en hoe in 1918 vlak vóór het laatste Duitsche offensief een samenzwering in Ierland is gesmeed om een leger op de been te brengen ten einde Engeland in den rug te vallen. Kortom de toestand is in Ierland geweest zooals in Zuid-Afrika: een deel der bevolking was ‘loyal British’, een ander deel ‘heulde met de Hunnen’, maar terwijl het in Zuid-Afrika inderdaad tot opstand kwam die bedwongen werd door de ‘loyale’ regeering zelf, hebben Britsche troepen in Ierland de beweging weten te bedwingen zoolang de oorlog duurde. Het gevolg is echter geweest, dat de regeering het niet gewaagd heeft den dienstplicht in Ierland in te voeren en aldus was na de overwinning bij zeer vele Engelschen de sympathie voor de Iersche beweging aanmerkelijk bekoeld. Bij al die mannen die in de loopgraven den oorlog hadden leeren kennen, stond het vast, dat Engeland zulk een gevaar van Ierschen kant niet weer loopen mocht; dat aan de Ieren geen gelegenheid gegeven mocht worden om een volgende maal een eventueelen nieuwen vijand een zoo gevaarlijk steunpunt voor strategische actie te verschaffen: Engeland moest Ierland goed in zijn macht houden voor zijn eigen veiligheid.
In deze omstandigheden was van een invoering met geweld van de in 1914 aangenomen Home-Rule-wet natuurlijk geen sprake meer. Daar komt bij, dat nu niet meer een liberale regeering in Londen zetelde, maar een coalitie-kabinet, dat gaandeweg vrijwel alle liberale allures verloren had en geheel in den Unionistischen koers voer. Men behoeft de liberale Engelsche bladen maar in te zien om er zich van te overtuigen: Lloyd George is de vijand. Er kwam nu een nieuw Home-Rule-ontwerp voor den dag, een dat waakt tegen een onderwerping van het Protestantsche Ulster aan de katholieke meerderheid, en dit ontwerp is nu het geneesmiddel waarmee Lloyd George de Iersche ziekte hoopt te bezweren. Helaas is er geen enkele van
| |
| |
de belanghebbenden in Ierland die van het middel weten wil: Sinn Fein verwerpt het begrijpelijkerwijze ten eenen male, de Nationalisten willen het niet omdat zij Home Rule voor heel Ierland wenschen en omdat zij onder den drang der omstandigheden nu ook al weer veel verder willen gaan dan in 1914, terwijl de Ulstermen het desnoods aanvaarden om redenen van opportuniteit maar er toch in waarheid allerminst mee gesticht zijn, omdat zij van de heele Home Rule niet willen weten.
Aldus de stand van het Iersch probleem, toen de gewelddadigheden begonnen. De liberale pers in Engeland houdt haar tegenstanders voor, dat zij oogsten wat zij gezaaid hebben: zij hebben Ulster aangezet tot burgeroorlog toen Home Rule dreigde, nu volgen de extreme tegenstanders hun voorbeeld en grijpen eveneens naar de wapenen. Men weet op welke wijze zij dit deden: in brand steken van politiebureaux, kazernes, postkantoren, aanhouden van treinen en vooral sluipmoord op politic-dienaren. De regeering in Dublin reageerde aanvankelijk met gematigde maatregelen, maar naarmate de toestand ernstiger werd, begon ook haar hand krachtiger te worden, totdat zij in de laatste maanden de heerschappij over haar eigen organen verloor en politie en mi.itairen op eigen gelegenheid overgingen tot wraakmaatregelen, ‘reprisals’, d.i. het platbranden van dorpen waar militairen of politieagenten vermoord zijn en het neerschieten van inwoners, kortom een stelsel van terrorisme gelijk de Duitschers in België hebben toegepast. Vandaar nu weer groote verontwaardiging in de liberale Britsche pers, die volhoudt, dat het Engelsche bewind in Dublin de ‘reprisals’ heimelijk goedkeurt, misschien in de hand werkt. In elk geval is het resultaat, dat er thans burgeroorlog in Ierland woedt en dat het economische leven er volslagen gestoord is. Wel heeft de regeering dezer dagen in het parlement verzekerd, dat de toestand verbetert en dat er weldra geen moorden meer in Ierland zullen
| |
| |
gepleegd worden, maar terzelfder tijd bereiken ons berichten over iets als een veldslag in de straten van Dublin, zoodat men wel zeer secptisch moet staan tegenover dit officieele optimisme.
In elk geval, men is nog geen stap nader gekomen tot de oplossing van het probleem. De groote liberale leiders hebben het Iersche vraagstuk thans opnieuw tot leuze gekozen voor hun veldtocht tegen de tegenwoordige, de coalitie-regeering, tegen de persoon van Lloyd George dus in de eerste plaats. Maar zij gaan veel verder dan vroeger. Lord Grey kwam voor den dag met een voorstel om Ierland volledig zelfbestuur te geven, zooals de ‘dominions’ als Canada en Zuid-Afrika dit hebben, met beperkingen ten aanzien van het recht om een leger te vormen of een vloot te bouwen. Asquith zelf is nog verder gegaan en wil ‘dominionhome-rule’ zonder eenige restrictie geven, want, zegt hij, de Ieren zullen waarlijk nooit zoo dwaas zijn, de weinige middelen waarover zij beschikken te gebruiken voor een bewapening die gevaar voor Engeland zou kunnen opleveren. Henderson, van de arbeiders-partij, gewezen minister in het oorlogs-kabinet, gaat nog verder en wil Ierland geheel vrij laten. Lloyd George zijnerzijds is met zijn bekende energie tegen al die voorstellen in verzet gekomen en heeft vooral tegenover Asquith's plan gewezen op de geweldige gevaren die zulk een vrijheid voor Ierland zou meebrengen voor Engeland zelf: als Ierland een leger van 500.000 man op de been brengt, zegt hij, moet Engeland er een vormen van een millioen! Hij, Lloyd George, wil het aanhangige Home-Rule-ontwerp wet laten worden, al zijn de belanghebbenden er niet van gediend, en intusschen met straffe hand de orde bewaren en waken tegen sluipmoord. Ja zelfs de ‘reprisals’ schijnt hij niet geheel te verwerpen, althans is er van regeeringszijde dezer dagen in het lagerhuis medegedeeld, dat een rechterlijk onderzoek in zake het moorden en brandstichten der ‘black and tan’-ordebewaarders niet uitvoerbaar is,
| |
| |
omdat de getuigen, dat zijn natuurlijk Ieren, hun moord-veldtocht dan zouden afwisselen met een meineedscampagne.
Zoo schijnt de kans op verbetering van den toestand in de komende maanden gering. Misschien zal Lloyd George er inderdaad in slagen den opstand te bedwingen en het Britsche gezag in Ierland te herstellen, maar daarmee komt natuurlijk aan de onafhankelijkheidsbeweging geen einde en een opnieuw uitbreken der troebelen is dan elken dag te verwachten, ook al wordt het aanhangige ontwerp wet. De regeering heeft in het lagerhuis een volgzame meerderheid en de Lords zullen zeker geen invloed oefenen in de richting die de liberale leiders voorstellen. Aan een compromis tusschen het regeeringsstandpunt en Sinn Fein in den door Asquith gewenschten geest zal dus wel slechts dan te denken zijn, als Lloyd George voelt, tegen de beweging der onverzoenlijken niet opgewassen te zijn. In zulke gevallen is hij plooibaar genoeg: men denke aan zijn politiek tegenover Rusland en jegens de arbeiders! Overigens, zelfs al sloeg nu de regeering eens den weg van Asquith en Grey in, dan nog zouden de moeilijkheden bij de uitvoering hunner denkbeelden zeer groot zijn en 't is zeker de vraag of Asquith zelf, als hij aan het bewind was, erin zou slagen, dank zij ‘dominion-home-rule’ de rust terug te brengen in Ierland en het Groene Eiland tot een betrouwbaar deel van het Britsche rijk te maken. Want ten eerste willen de onverzoenlijken ook Asquith's en Grey's regeling niet en zou deze dus alleen in te voeren zijn als de gematigder elementen in Ierland, de Nationalisten, de extremisten in bedwang konden houden; ten tweede zou Ulster terstond in verzet komen en zeker niet zachthandiger te werk gaan dan thans Sinn Fein; en ten derde brengt elke vrijmaking van Ierland enorme financieele moeilijkheden mee, want Ierland is zeer arm en kan zonder Engeland's steun zeker niet op zich zelf staan. Lloyd George maakte daarom sterken
| |
| |
indruk toen hij in een interview aan een liberaal journalist vroeg of de liberale zakenmannen die er vóór zijn om Ierland vrij te laten en het niet te laten deelen in de Britsche oorlogsschuld, lust zouden hebben om zes shilling per pond inkomstenbelasting te betalen, terwijl die in Dublin slechts twee shilling opbrengen?
't Is uit dit alles duidelijk, dat het Iersche vraagstuk iets schijnt te zijn als de quadratuur van den cirkel en de waarschijnlijkheid is groot, dat nog langen tijd de Britsche staatslieden door zorgen over Ierland geplaagd zullen worden. Dat het Britsche rijk eraan te gronde zal gaan, wij gelooven niet dat iemand in Engeland daarvoor bevreesd is. Want, hoe ernstig de Iersche quaestie ook moge zijn, een vraagstuk van Europeesch, van wereldbelang is zij nog immer niet. Ze is een binnenlandsche Britsche quaestie, een nachtmerrie voor elke regeering in Londen, maar de wereldpositie van het Britsche Rijk wordt door haar niet in gevaar gebracht. Ze verkeert in een crisis-stadium ten gevolge van den oorlog, maar ze zal vermoedelijk ook daar doorheen komen, en werkelijk gevaar zou ze eerst dan opleveren voor het Britsche rijk als dit om andere redenen in gevaar van ontbinding verkeerde: als de Britsche natie oud, aftandsch en zijn roem overlevend werd, gelijk de Romeinen der derde en vierde eeuw. Maar zoover is het zeker nog niet, hoe zwaar ook de binnen- en buitenlandsche zorgen Groot-Brittanje drukken.
Groningen, 23 October. |
|