Onze Eeuw. Jaargang 20(1920)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 231] [p. 231] Verzen Van J.J. van Geuns. Omgeving van Philips II (na het bijwonen van een opvoering van Schiller's Don Carlos door de K.V. ‘Het Ned. Tooneel’). Zwarte gestalten wandlen tusschen 't wit Der hooge binnenplaats van 's Konings huis. In een der hoeken hangt een Christus-kruis, Waarvoor een monnik nederknielt en bidt. Zijn hand betast een rozenkrans van git. En de andren wandlen zwijgend met gedruisch Van zware schreden over 't stoffig gruis: Het is een heete zomer, in Madrid. Maar één van hen, in kostbaarder gewaad, Treedt in het huis, en komt door koele gang In 't wachtvertrek, daar wijlt hij uren lang. En als de zijdeur even open gaat, Ziet hij een schrijvend man met norsch gelaat: Den Koning, - en voor Dien slecht, is hij bang. [pagina 232] [p. 232] Avond-muziek. Des zomeravonds is het leven schoon. Ziet: in de volksbuurt scholen menschen saam Heel stil onder een opgeschoven raam: Daar komt muziek vandaan: 't is Mendelssohn... Ik sta aan de overzij op het trottoir En zie een kamer laag van zoldering Waar jonge mannen zitten in een kring Met strijkstok dwars over gespannen snaar. Dan weer bespie 'k de luisteraars op straat: Een groep verweerde werkers, - maar hun werk Is nu vergeten: 't is als in een kerk: Een vreemd geluk verteedert hun gelaat. Vorige Volgende