| |
| |
| |
Aanteekeningen op de wereldgebeurtenissen
Door Mr. J.C. van Oven.
XVI.
Bernstorff's mededeelingen. - Duitschland en Rusland.
Drie dagen lang is Graaf Bernstorff, gewezen gezant van Duitschland in Washington, onpartijdig en grondig verhoord door de commissie uit de Duitsche Nationale Vergadering, die het moeilijke werk van het onderzoek der schuldvraag op zich genomen heeft, en al brachten zijn verklaringen geen sensationeele en opzienbarende onthullingen, in twee opzichten hebben zij nieuw licht geworpen op de geschiedenis van den oorlog en van de mislukte vredespogingen. Te weten: op Wilson's houding en op de Duitsche oorlogs- en vredespolitiek. Wat de eerste betreft, is duidelijker dan tot dusver gebleken hoe de Amerikaansche president onophoudelijk, eerlijk en oprecht, gewerkt heeft voor een vrede zonder overwinning, zoolang totdat de Duitsche politiek het hem onmogelijk maakte en hem dwong een einde aan den oorlog te maken op andere wijze, namelijk door Duitschland te verslaan. En wat de Duitsche politiek aangaat, Bernstorff's verklaringen bewijzen, dat zij Wil- | |
| |
son wilde gebruiken om een dreigende nederlaag af te wenden, wanneer het vooruitzicht op het oorlogsterrein ongunstig was, en hoe zij hem voor het hoofd stootte zoodra zij kans meende te zien op de finale overwinning. Dit alles blijkt, wel te verstaan, tot nader order, want de andere kopstukken der Duitsche diplomatie moeten nog gehoord worden en zij zullen niet nalaten, den ongunstigen indruk van Bernstorff's verklaringen weg te nemen. Vrijdag a.s., 31 Oct. komt Bethmann-Hollweg zelf voor, en vooral hij is wellicht in staat materiaal bij te brengen dat onzen indruk wijzigt.
Intusschen, ons oordeel omtrent Wilson's houding zal door de volgende verklaringen wel moeilijk gewijzigd kunnen worden, want het was Bernstorff, die voortdurend met den president in contact was, door bemiddeling van Wilson's vriend, kolonel House, en Bernstorff blijft derhalve in dit opzicht de kroongetuige. Welnu, voor wie ooit aan Wilson's eerlijke bedoelingen getwijfeld mag hebben, toen de president van een vrede-stichter veranderde in een ‘fighting president’, moet Bernstorff's verhaal overtuigend geweest zijn, want hij ziet daaruit, hoe Wilson, twee en een half jaar lang, van het uitbreken van den oorlog af tot aan den onbeperkten duikboot-oorlog toe, heeft vastgehouden aan zijn vredeswerk, en wel onder de allermoeilijkste omstandigheden. Immers terwijl de publieke opinie, die zoo oppermachtig is in Amerika, voor het overgroote deel Duitschland verfoeit, terwijl de Entente alles doet om de breuk tusschen Amerika en Duitschland tot stand te brengen en Duitland zelf door torpedeeringen, Zeppelin-raids, deporteering van Belgische burgers olie op het vuur gooit, gaat Wilson hardnekkig voort met het vredeswerk, totdat Duitschland zelf Amerika den handschoen toewerpt, de breuk onvermijdelijk maakt, het ideaal der Entente verwezenlijkt en zijn eigen doodvonnis teekent. Dan doet ook Bernstorff geen poging meer om het onherstelbare af te wenden: hij heeft gewaarschuwd dat de onbeperkte duiktbootoorlog Amerika in den strijd zal brengen en dat
| |
| |
Amerika's kracht onuitputtelijk is; hij weet dat de oorlog voor Duitschland verloren is en gaat naar zijn land terug. En Wilson kan dan niet anders meer dan den weg dien de Duitschers hem opgedrongen hebben met dezelfde voortvarendheid bewandelen als waarmee hij vroeger dien anderen ging, d.w.z. hij mobiliseert de Amerikaansche oorlogspsychose, brengt binnen een jaar een leger naar Europa, dat Hindenburg's laatsten stormaanval breekt en den oorlog voor de Entente wint.
Ziedaar in korte trekken de geschiedenis van Wilson's oorlogs-politiek gelijk zij blijkt uit wat Bernstorff vertelde over zijn werkzaamheid in al de incidenten tusschen Amerika en Duitschland die wel niemand vergeten zal zijn: het Lusitania-incident, de Sussex-quaestie en eindelijk de afkondiging van den onbeperkten duikbootoorlog. Want na de torpedeering van de Lusitania dreigt de breuk reeds en de vredeswerkzaamheid wordt Wilson voor een tijd onmogelijk, maar de president weet nog het ongeluk te voorkomen en gaat voort met zijn politiek van nota's die in de Entente-landen zoo groote verontwaardiging en spot wekt.
Een jaar later is de toestand nog ernstiger: de Sussex met Amerikaansche burgers aan boord, wordt in het Kanaal getorpedeerd, en opnieuw hoopt men in Engeland en Frankrijk dat Amerika gedwongen zal zijn partij te kiezen. Bovendien dreigen nu aan het eind van het jaar de presidentsverkiezingen en Wilson is voor het oogenblik niet in staat tot een krachtige vredesactie. Maar nu haalt dan ook Duitschland bakzeil en in de befaamde Sussex-nota van 5 Mei 1916 is het alsof de dageraad van den vrede gloort: Duitschland belooft beterschap, zal alleen volgens het bestaande volkenrecht torpedeeren, maar rekent dan ook op Wilson's bemiddeling om den vrede te bereiken. Vanwaar die toegeeflijke houding? Zie naar de oorlogskaart: de overwinningen in Rusland en Servië van den zomer en het najaar van 1915 hebben geen verlichting gebracht; de Entente maakt zich gereed voor het Somme-offensief en de honger be- | |
| |
gint in Duitschland te nijpen, want de nieuwe oogst is nog ver in 't verschiet.
Wilson wordt nu nog alleen door de komende verkiezingen in zijn vrijheid van handelen belemmerd, maar hij zit niet stil, pleegt via kolonel House contact met Bernstorff en maakt zijn bemiddelingsvoorstel gereed. Als hij in November op het kantje af verkozen is, dank zij zijn pacifistische principes, dan is zijn vredesoffensief gereed. Maar helaas is dan de toestand op het slagveld alweer veranderd: de Entente heeft nieuwe hoop geput uit de deelneming van Roemenië, en eenige weken later heeft de nederlaag van dat land Duitschland in zooveel gunstiger positie gebracht dat de vredesbemiddeling van Amerika nu dààr blijkbaar minder gewenscht is. Duitschand gaat dan zelf over tot de vermaarde vredesactie van December 1916 (de gepantserde vuist wordt als vriendschapshand toegestoken!) en die onhandige poging beïnfluenceert zeer ongunstig Wilson's actie. Toch steekt hij van wal en zijn Kerstboodschap roept de strijdenden op, althans hun voorwaarden bekend te maken. De Entente geeft hieraan gevolg, maar haar voorwaarden zijn van dien aard dat Duitschland minder dan ooit tot overleg bereid is en de Duitsche diplomatie zelf.... zij wil zich niet bloot geven, komt eindelijk tegen het einde van Januari 1917 voor den dag met voorwaarden die in het geheim aan Wilson medegedeeld worden maar die zoozeer gebaseerd zijn op de verwachting dat Duitschland den oorlog zal winnen, dat zij geen enkel uitzicht op vrede geven. Trouwens, het is dan reeds volstrekt overbodig geworden om nog langer te praten, want 9 Januari 1917 is in het groote hoofdkwartier de fatale beslissing omtrent den duikboot-oorlog gevallen, en als Wilson op het vernemen van dit bericht te kennen geeft dat het een eind aan alles maakt, dan laat Bethmann-Hollweg weten, dat het besluit niet meer ongedaan gemaakt kan worden, omdat de duikbooten met de nieuwe instructies al in zee en niet meer bereikbaar zijn.
Het is dus duidelijk, dat men in Duitschland van die
| |
| |
laatste Amerikaansche vredespoging niets heeft willen weten. Waarom? Een half jaar te voren in de Sussex-quaestie voerde immers de toegeeflijkheid den boventoon en werd juist op vredesbemiddeling aangedrongen? Het antwoord op de vraag ligt al weer op de oorlogskaart: het Somme-offensief is mislukt, de Roemeensche campagne heeft Duitschland den weg naar het oosten geopend; Hindenburg en Ludendorff hebben hun intree in het hoofdkwartier gemaakt en vooral: het kraakt in Rusland. Dit laatste is ongetwijfeld de beslissende factor geweest. De Roemeensche débâcle heeft Rusland alle plezier in den oorlog doen verliezen en men onderhandelt nu heimelijk tusschen Petrograd en Berlijn over een afzonderlijken vrede. Wel is waar komt het niet zoo ver (Raspoetin wordt vermoord, Stürmer treedt af) maar men weet in Berlijn nu toch wel dat Rusland vandaag of morgen op de een af de andere wijze zal ineenstorten. Dat beteekent de oogenblikkelijke oppermacht op het vasteland, de verplettering van Frankrijk en Italië, Europa onder Duitsche hegemonie, Azië wellicht bereikbaar via Rusland en door den Balkan! Dat is de droom van wereldheerschappij binnen het bereik,.... als maar Engeland gedwongen kan worden! Hoe dat te doen? Door de duikbooten! In drie maanden ligt het op de knieën, zeggen de militaire kopstukken tot Bernstorff als hij in Mei 1917, teruggekeerd in Duitschland, in het hoofdkwartier ontvangen wordt. En Amerika? Ja, die kwade kans moet men er bij nemen, maar Amerika zal niet van harte meedoen, zeker niet binnen een jaar een leger van eenig belang zenden en vóór dien tijd heeft Duitschland de macht in handen en Amerika zal die niet meer kunnen en willen betwisten.
Het was een kansspel, een weergaloos hoog kansspel, en het is achteraf makkelijk te zeggen dat het een waanzinnig spel was. Wij neutralen geloofden toen ter tijd inderdaad niet dat het lukken zou, maar dat het zoo finaal mislukken zou, dat zagen ook wij niet, al beschouwden wij de breuk met Amerika als een groote
| |
| |
politieke fout. Maar inderdaad niemand kon voorzien, dat Rusland het nog een zomer lang zou volhouden (de Kerenski-periode), zoodat de greep naar de macht in West-Europa eerst een jaar later, voorjaar 1918, ondernomen kon worden, juist toen Amerika, tegen de berekeningen der Duitsche strategen in, elke maand vele tienduizenden mannen naar Frankrijk kon zenden. Engeland's weerstandskracht tegen de uithongeringspogingen bleek tè sterk te zijn, maar ook dit was moeilijk te voorzien geweest, en het is immers een feit, dat men er daarginds eenige maanden lang zeer moeilijk heeft voorgestaan. Het kansspel faalde dus geheel, en zelfs toen de verwachte ineenstorting in Rusland kwam, dank zij Lenin, zelfs toen was het niet meer te winnen. De nederlaag dreigde weldra meedoogenloos en Wilson kon nu niet meer als reddingsboei aangegrepen worden, hij die zelf den doorslag tot de ramp gegeven had. In hoogsten nood doet men dan toch nog een beroep op hem en zijn veertien punten, maar het spreekt vanzelf dat na dezen loop van zaken de president niet meer in staat is den vrede zonder overwinning te verwezenlijken, nu hij immers zelf de oorzaak van de overwinning worden moest. Hij kan alleen een tegenwicht vormen tegen al te verre gaande veroveringszucht, en zijn ideaal, den volkenbond, uit den maalstroom redden.
Beide heeft hij gedaan en zijn werk in deze vijf jaar wereldgeschiedenis is daarmee wel is waar niet bekroond, maar het is desondanks van blijvende, van eeuwige waarde. Bernstorff's driedaagsche getuigenverklaring heeft een lauwerkrans voor den Amerikaanschen staatsman gevlochten. Moge zij hem tot troost zijn op zijn ziekbed.
* * *
Het nieuwe licht dat Bernstorff op de Duitsche oorlogspolitiek geworpen heeft verheldert niet alleen het verleden, maar helpt ook bij het zien in de toekomst, en wel hierom, omdat nog eens weer gebleken is hoe innig nauw de Duitsche politiek heeft saamgehangen, en inderdaad moet
| |
| |
samenhangen, met dè gebeurtenissen in Rusland. Ik schrijf ‘moet samenhangen’ omdat zoolang de volkenbond nog geen einde gemaakt heeft aan de machts- en evenwichts-politiek, de Duitsche staatkundige leiders - onverschillig of zij vorsten en graven dan wel arbeiders zijn - hun politieke berekeningen moeten baseeren op de machtsverhoudingen in Rusland. Dat de volkenbond na verloop van tijd een einde aan die oude politiek zal maken, hopen en gelooven wij, maar hij heeft het nog niet gedaan, getuige de angst van Frankrijk voor Duitschland, en dus zijn ouderwetsche politieke berekeningen over een mogelijk samengaan van deze en die tegen die en deze nog immer niet verouderd. En blijkbaar hangt met zulke berekeningen samen de actie die de Entente in deze weken ondernomen heeft tegen de Russische Bolsjewiki eenerzijds en tegen de Duitschers in de Oostzeeprovincies aan den anderen kant.
Het is immers niet te ontkennen en in de Engelsche groote pers kunt ge het met zoovele woorden lezen: als Duitschland en Rusland zich op eenigerlei wijze herstellen en samengaan, dan zijn de geallieerden niet alleen de vruchten van hun overwinning kwijt, maar Frankrijk en Italië staan dan voor onmiddellijk dreigend levensgevaar; een revancheoorlog dreigt dan terstond. En wie zal zeggen wat er uit dien Russischen heksenketel zal voortkomen en wat de naaste toekomst voor Duitschland brengen zal? De Entente heeft dus een levensbelang bij een spoedig herstel van een geregelden toestand daarginds en wel op zulk een wijze dat Duitschland en Rusland niet tot elkaar kunnen komen. De schepping van Polen, de Oostzee-staten en de kleine Ententegezinde landen op het gebied der oude Donau-monarchie, liggen geheel in deze lijn. Het Bolsjewisme schijnt in dezen gedachtengang geen gevaar voor de Entente, omdat het niet in staat is, kracht naar buiten te ontwikkelen, maar is het inderdaad wel daar het den chaos bestendigt waaruit elken dag een nieuw gevaar kan rijzen. Blijkbaar nu heeft men zulk een gevaar meenen te zien in de actie
| |
| |
van dien Duitschen generaal von der Goltz voor Riga, onder wiens bevel een Russische kolonel Awalof Bermondt vocht aan het hoofd van Russische en Duitsche troepen. Want als die Duitsch-Russische legermacht den weg naar Petersburg vond en zoo de brug tusschen Duitschland en Rusland sloeg, dan zou niemand kunnen zeggen hoe zich de gebeurtenissen in Rusland en Duitschland verder voltrekken zouden. Misschien.... wie weet het, kwamen er wel tegelijkertijd een nieuw Russisch Tsarenrijk en een nieuwe Duitsche monarchie te voorschijn en ziedaar dan het gevaar voor de westersche wereld urgent, ondanks de kneveling van Duitschland bij de vredesvoorwaarden. Ik wil niet zeggen, dat de Entente dit gevaar in dezen vorm ducht, maar in elk geval bestaat de mogelijkheid van een ontwikkeling in die richting en nu de Entente de machtsmiddelen nog bezit is het in haar belang om deze mogelijkheden in den kiem te smoren. Vandaar de eisch tot terugtrekken van de Duitsche troepen achter de oude grenzen en de sanctioneering van dien eisch door de wederinstelling der Oostzee-blokkade, gepaard aan steunverleening aan Joedenitsj, die een Russisch leger van Entente-gezinde elementen aanvoert en voor de poorten van Petrograd staat. Want valt Petrograd in Joedenitsj' handen, lukt het Denikin in Moskou te komen en Kotsjak van het oosten uit Rusland te veroveren, dan is het land in de macht der Entente-vrienden en onverschillig of de Bolsjewiki dan vervangen worden door een Tsaar dan wel door een republiek, het land is voorloopig veilig tegen Duitschen invloed. Daarvoor is dan natuurlijk de val van de Bolsjewiki noodig en dus wordt de heele wereld - het zelf geblokkeerde Duitschland inbegrepen - opgeroepen om de Bolsjewiki van allen toevoer af te snijden. Wijl Rusland toch al bijna dood is van honger, kan het immers niet lang duren of het sterft heel en al en de stervenden heeten Joedenitsj, Denikin en Koltsjak welkom, ook al brengen zij voorloopig vermoedelijk nog geen reusachtige
voorraden Amerikaansche tarwe binnen!
| |
| |
Nietwaar, dit alles is inderdaad ouderwetsche politiek, gericht tegen een ouderwetsch gevaar en die Oostzeeblokkade van het zich juist ietwat herstellende Duitschland lijkt wel uitermate hard en onbillijk tevens, omdat de Duitsche burgers die nu van vischaanvoer via de Oostzee verstoken blijven, daardoor wel genoopt zullen zijn den buikriem weer wat verder toe te halen, maar zij hieraan niet de macht ontleenen om de vechtlustige broeders uit de buurt van Riga terug te halen, die zich met de Russen verbroederd hebben, ja zelfs West-Russische staatsburgers geworden zijn (hoe doet men dat zoo gauw?) Edoch, de Ententeleiders redeneeren blijkbaar dat men dit probleem in Berlijn maar dient op te lossen. Zij hebben niet te maken met Duitsche generaals, monarchisten of socialisten, maar met Duitschers zonder meer en als Duitschers in Koerland en Litthauen de wapenstilstandsvoorwaarden schenden, dan moet de Duitsche regeering weten hoe zij aan die schending een einde maakt. Weet zij dat niet dan heeft ze geen macht genoeg en moet ze gedoogen dat de Entente haar den sterken arm voelen laat. Alleen op deze wijze is West-Europa te beveiligen voor de gevaren die uit een Duitsch-Russische toenadering kunnen voortvloeien.
Aldus vermoedelijk de redeneering van d Ententeleiders. Wij willen over hen den staf niet breken en het is voor ons ook allerminst een desillusie dat er in deze tijden bij dergelijke politieke manoeuvres nog in 't geheel geen rekening gehouden wordt met den Volkenbond. De vrede is nog niet eens van kracht geworden, al hebben Engeland, Frankrijk, Italië en Duitschland geratificeerd en zoolang er tegenstand is tegen vredesverdrag en volkenbond in den Amerikaanschen Senaat, zoolang kan de volkenbond niet ter wereld komen, laat staan groeien en kracht ontwikkelen. Bovendien is de man die den bond ten doop houden en den tegenstand in den Amerikaanschen Senaat breken moet, ziek geworden op het meest ongewenschte oogenblik. Dat derhalve de Europeesche Entente-diplomaten die den
| |
| |
Oppersten Raad samenstellen, nog met het oude machtsformulier werken in plaats van met de moderne volkenbonds-gedachte, behoeft niemand te verbazen of teleur te stellen. Pas als het vredesverdrag metterdaad uitgeyoerd is en de toestand der wereld die daarin voorzien wordt eenigermate is geconsolideerd, kan de volkenbondgedachte haar heilzame werking gaan uitoefenen. We moeten zoo ver komen, maar zijn nog niet zoover en in den tusschentijd moeten de wachters van den bond, dat zijn de Entente-staten, zich vrijwaren tegen gevaren voor hun eigen veiligheid.
Dat evenwel door de nu gevolgde politiek een nieuw gevaar rijst, daarvan zijn de leden van den ‘Oppersten Raad’ zich ongetwijfeld bewust. 't Is dat Duitschland dank zij deze nieuwe maatregelen zijn herstelperiode zal afbreken en opnieuw in wanorde geraken. Clemenceau zelf heeft het in zijn groote Senaatsrede, tot aanprijzing van het vredesverdrag, gezegd: Frankrijk moet blijven oppassen voor Duitschland, het niet weer een militairen staat laten worden, maar het moet niet Bolsjewistisch worden ook. Men kent daar dus het gevaar en weet hoe precair de toestand nog is in Duitschland, vooral bij het begin van den winter; niettemin riskeert men een nieuwe hongerkuur en wij kunnen derhalve niet anders aannemen dan dat de vrees voor een communistisch-anarchistisch Duitschland nog altijd veel geringer is dan die voor een herleving van het Pruisische militarisme, vooral als dit zich in verbinding stelt met een herleefd Rusland.
En of de raad dien de angst aan Clemencau ingaf toen hij, als eenige afdoende waarborg tegen alle toekomstige gevaren, het Fransche volk van de senaats-tribune toeriep om zich uit te breiden langs den natuurlijken weg, d.i. om groote gezinnen te vormen, opgevolgd zal worden? Men leze de prijzen van levensmiddelen en de huur der woningen daarginds en geve zelf het antwoord.
Groningen, 25 October 1919. |
|