Onze Eeuw. Jaargang 19(1919)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 241] [p. 241] SonnetGa naar voetnoot1) Door J.J. de Stoppelaar. Begeer den rijkdom niet, maar vraag den goeden vrede, Hij is de schemering van den vermoeiden dag, Die naar de nacht reeds nijgt. Al rust ge nog beneden Reeds trilt een ander heil in uwen stillen lach. Wat oogst uw overvloed? Zie, reeds verlept het heden, En wat uw gierig oog er aan verlokkends zag, Het schrompelt, nu gij 't plukt, tot smart van het verleden; Maar vrede is gelijk een zuivre vogelslag. Hij zingt zijn morgenlied in uwen blanken bongerd, Hij tjuikt zijn avondlied, waar uwe rozen geuren En waar uw lelie bloeit - geen bloesem is zoo kuisch; Wat zal er dan voor leed nog aan uw hart gebeuren? Strooit kwistig dan uw graan dien vogel voor, die hongert, Dat hij zich veilig weet en nestelt bij uw huis. voetnoot1) In Nov. a.s. zal bij Dixon en Co. te Apeldoorn verschijnen een bundel gedichten getiteld: ‘Het groot avontuur’. Vorige Volgende