Onze Eeuw. Jaargang 18(1918)– [tijdschrift] Onze Eeuw– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] Verzen Door Tony de Ridder. Er neurt een orgel door het stille straatje, Het speelt zoo'n schrijnend valsche melodie, Dat 'k in mijn ziel dreigend voel binnensluipen Een droef gevoel, - wrange melancholie Om 't vreemde deuntje, en die schrille tonen Die huilerige wijs, zoo weëig-zoet, Die me ondanks al dat grof-sentimenteele Van verre, schoone dingen droomen doet. Van groene zeeën, Devon's roode rotsen.... Van vijvers, waar een witte bloem uit bloeit, Rondom veel hooge, slanke populieren Waar 's nachts een wilde wind doorhenen stoeit. En tóch - is 't enkel maar dat ééne deuntje, Die schrijnend-schrille, droeve melodie Waardoor ik al die schoone dingen In tijd en ruimte ver, vlak bij mij zie. [pagina 98] [p. 98] Gelijk deez' stille najaarsdag.... Gelijk deez' stille najaarsdag laat zoo mijn leven wezen. - Naar effen, grijzen hemel reiken schaarsche gouden linden In paarsen mist, waaruit zij stil als dooden, zijn gerezen. - Laat m' eender blij-berustend, Heer, in bloei en dood U vinden. Wees Gij de gouden achtergrond van mijne levensdroomen. Mag ik dan dicht U naderen - en zult Gij mij genezen? Opdat ik sterk in 't leven sta, zoo als de gouden boomen... Gelijk een stille najaarsdag zal dan mijn leven wezen. Eenzaamheid. Want Leven gaat van eenzaamheid Naar grooter eenzaamheden, Al gaan ook veilig naast ons voort Liefde's vertrouwde schreden. Want nimmer zal een eindig ding Die vreemde smart vervagen Van hen, wier wachtende oogen, diep In zich, de stilte dragen. Van wie bewust aanvaarden durft 't Eenzame van gebeden, Eischt God gang van verlatenheid Naar dieper eenzaamheden. [pagina 99] [p. 99] De linden geuren.... A ceux qui voient le monde dans la lumière étrange du crépuscule. André Suarès. De linden geuren rondom d' oude kerk.... Er hangt een zwoele geur van oude dingen, Waarvan in schemering wel vogels zingen.... De linden geuren rondom d' oude kerk. Gerániums vlammen over 't grijze plein; - Ik kan niet 't onbegrepen wonder noemen, Dat al die vreemde, vuren-roode bloemen Zoo vol van diep geheimenis doet zijn. 't Is óok in 't zuivre waaien van den wind Verreinend zware, zwoele zomernachten; Het zijn dezelfde diepe Godsgedachten Die 'k in die linde en roode bloemen vind. Maar tóch - o, óveral die zwoele geur Van lindebloesem en van oude dingen.... In schemering dat vreemde vogelzingen.... Op 't grijze plein die brandend-roode kleur. - Vorige Volgende